Het in 1899 voor het eerst als feuilleton gepubliceerde Heart of Darkness handelt over de teloorgang van Kurtz. Kurtz vertrekt als een bevlogen idealist naar een handelspost in hartje Afrika, in het kader van de ivoorhandel. In Afrika breekt er iets in hem. Hij verwordt tot een volstrekt immorele potentaat die gigantische hoeveelheden ivoor weet binnen te halen door zich als een afgod te laten vereren door een plaatselijke stam. Zowel lichamelijk als geestelijk put hij zichzelf uit. Uiteindelijk sterft hij een vernederende dood. Het hoofdthema van de roman is de vraag wat Kurtz zover heeft gebracht. Gaat het om een existentieel inzicht, of heeft Conrad enkel willen laten zien hoe gevaarlijk het primitieve Afrika wel niet kan zijn voor nobele blanken, zoals sommige tegenstanders van het boek beweren? Ik pretendeer niet een allesomvattend antwoord op deze vraag te geven, hoewel een juiste interpretatie van de titel(metafoor) de discussie aanzienlijk zou kunnen verhelderen.
Om enige helderheid te creëren in de doolhof van betekenissen rond de titel, heb ik eerst alle in de roman aanwezige metaforen verzameld die ofwel het element ‘heart’ bevatten, ofwel het element ‘darkness’, of beide. Vervolgens heb ik gekeken of er verbanden tussen de betreffende metaforen te vinden waren die op conceptuele metaforen zouden kunnen wijzen. Tenslotte heb ik geprobeerd om de aldus vergaarde inzichten samen te voegen en zo te komen tot een enkele consistente interpretatie van de titel(metafoor).
Het hart wordt onder meer vaak metaforisch gebruikt als de plek waar emoties huizen. Opvallend genoeg zijn deze emoties altijd negatief: schrik, paniek en wanhoop (bijvoorbeeld ‘something like despair in my heart’, p. 70). Al deze metaforen kunnen als verschijningsvormen worden opgevat van de conceptuele metafoor het hart is de plek waar negatieve emoties huizen. (Wellicht zou het bijvoeglijk naamwoord ‘duister’ nauwkeuriger zijn, maar ik probeer voor het moment de verschillende metaforen zo min mogelijk door elkaar te laten lopen.) Er huist daar echter nog meer, zo blijkt. Als de stervende Kurtz uit het duistere hart van donker Afrika wordt weggevaren, beschrijft Conrad dat als volgt: ‘The brown current ran swiftly out of the heart of darkness [...] and Kuitz's life was running swiftly, too, ebbing, ebbing, out of his heart into the sea of inexorable time.’ (p. 62) Als Kurtz sterft, verlaat het leven zijn hart, waar het zich klaarblijkelijk tot die tijd heeft opgehouden. Deze metafoor gaat terug op de conceptuele metafoor het hart is de plek waar het leven huist. In een eerste voorlopige poging deze conceptuele metaforen te combineren, zou je kunnen stellen dat het leven vol negatieve gevoelens is.
Met betrekking tot het begrip duisternis dient zich een veelvoud aan mogelijke conceptuele metaforen aan. Duisternis wordt nu weer metaforisch gelijkgesteld aan slechtheid, dan weer aan primitiviteit, aan de dood of aan het onbekende. Intuïtief zullen de meeste mensen wellicht aanvoelen wat het verband is tussen deze concepten, maar met intuïtieve inzichten kan hier geen genoegen genomen worden. De oplossing ligt verscholen in de schijnbaar zo onschuldige constatering dat het metaforische concept ‘duisternis’ alleen begrepen kan worden in relatie tot het metaforische concept ‘licht’. Alles wat in metaforische termen over licht wordt gezegd kan op duisternis worden toegepast door eenvoudigweg een ontkenning toe te voegen. Die ontkenning is de sleutel. De belangrijkste conceptuele metafoor die aan Heart of Darkness ten grondslag ligt, luidt: duisternis is ontkenning. Duisternis wordt niet metaforisch aan de dood gelijkgesteld maar aan de ontkenning van het leven, niet aan primitiviteit maar aan de ontkenning van beschaving. En duisternis is geen metafoor voor immoraliteit en slechtheid maar staat voor ontkenning van normen en waarden; de ontkenning van het onderscheid tussen goed en kwaad.
De roman gaat over het besef dat de zekerheden waar de westerse mens zich aan vastklampt op drijfzand zijn gefundeerd, een besef dat Kurtz tot de rand van de afgrond drijft, en eroverheen. Het huidige min of meer ordelijke bestaan, met zijn religieuze en morele ideeën die zin en betekenis aan het leven lijken te geven, is niet de regel maar een uitzondering op de alomtegenwoordige chaos. Dit leven ‘is like a running blaze on a plain, like a flash of lightning in the clouds’, constateert een van de personages al op pagina drie, om te vervolgen: ‘We live in the flicker - may it last as long as the old earth keeps rolling! But darkness was here yesterday.’
Het wonderbaarlijke is dat er toch nog wit ivoor uit het duistere hart van donker Afrika voort kan komen en dat er weliswaar holle maar toch lumineuze woorden aan de duistere ziel van Kurtz kunnen ontspruiten. Er blijven harten kloppen in de duisternis van het bestaan.