moderne informatie- en communicatie-technologie; ook de gsm wordt nadrukkelijk en herhaaldelijk (en zelfs in de auto) ter hand genomen in de roman; personages spreken voice mail in en luisteren die af. Maar Van den Brink zelf, als hun auteur, heeft in ieder geval het op papier gedrukte artikel van Lameijn gelezen. Uit het feit dat hij Loeff regelmatig hetzelfde nummer op z'n gsm laat intoetsen, zou je af kunnen leiden dat Van den Brink zelf niet zo'n ding heeft, of een heel ouderwetse, nog zonder voorkeuzenummers of andere geheugenfuncties.
Aardig is het te zien dat in onze moderne literatuur het omgekeerde ook voorkomt. In de roman In Babylon van Marcel Möring komt bij mijn weten geen enkele computer voor, ook niet in de opgetaste huisraad. Maar in de ‘Verantwoording’ is een lijst opgenomen van de acht belangrijkste internetbronnen die Möring heeft gebruikt bij het schrijven van zijn roman.
Glaswaan is een verschijnsel waar de papieren naslagwerken die ik bij de hand heb, niets over zeggen (Van Dale, ENSI, de Grote Winkler Prins encyclopedie, Sesam encyclopedie, WNT). Een korte zoektocht (wel wat langer dan die van Els) op het internet, leverde mij geen gegevens over glaswaan op, laat staan die waarmee Els voor de dag kwam. De zoekmachines die ik erom vroeg, presenteerden me slechts een schier onuitputtelijke voorraad glaswanden. Ik laat in het midden of dat iets over mij of over Els zegt.
Het artikel van Lameijn is veel rijker aan gegevens. Het verscheen in 1982 onder de titel ‘Wie is van glas? Notities over de geschiedenis van een waan’ in: J.M.W. Binneveld e.a., Een psychiatrisch verleden; uit de geschiedenis van de psychiatrie (en een jaar eerder in een gestencild symposiumverslag waar Van den Brink naar verwijst). Het artikel is inderdaad uitvoerig; het beslaat bijna veertig bladzijden. Als motto fungeren enkele regels van Gerrit Achterberg. Ze zijn ontleend aan het gedicht ‘Glas’: ‘Ik ben van zoveel glas / dat elke harde stem / een steen is en een barst.’ In de opening van het artikel citeert Lameijn vervolgens een autobiografische noot uit Jan Emmens' Gedichten en aforismen: ‘7/8 mrt. Wakker geworden met bewustzijn dat ik uitsluitend uit vlees en gebroken ribben bestond. Misschien toch een vooruitgang vergeleken bij een paar jaar geleden in Spanje toen ik het gevoel had van glas te zijn en in duizend scherven te zijn gebroken.’ Dergelijke voorstellingen spelen een rol in glaswaan. Een variant is aardewerkwaan: de ervaring dat je zo breekbaar bent als aardewerk. Het gevoel van breekbaarheid is een belangrijke ervaring in glaswaan, niet de doorzichtigheid, zoals de naam glaswaan zou kunnen suggereren. Lameijn schrijft verder: ‘Vóór 1850 wemelt het van de gevallen van aardewerk- en glaswaan. Zij behoren tot de meest bekende voorbeelden uit een reeks van partiële waanzinsvormen, waarover men zich in de lange traditie van het verzamelbegrip melancholie steeds opnieuw heeft gebogen.’ Daarna volgt een uitgebreide opsomming van (veronderstelde) lijders aan aardewerk- en glaswaan, inclusief de door Els getraceerde Karel VI en Caspar Barleus. En: ‘Na 1850, wanneer de geneesheren werkelijk het krankzinnigenwezen binnendringen en hun onderzoeksstijl zo fundamenteel veranderen dat specialistische kennis noodzakelijk wordt,
lezen we echter niets meer van dien aard.’
Hoewel Lameijn zijn betoog plaatst onder een motto dat is ontleend aan Achterberg, rept hij verder in het geheel niet over deze dichter, laat staan dat hij suggereert dat deze aan glaswaan zou hebben geleden. Achterbergs dichterlijke referentie aan ervaringen die lijken op die van de glaswaanzinnige, is volgens mij ook van een ander kaliber dan (auto)biografische aantekeningen zoals die van Emmens. Achterbergs gedicht handelt niet echt over zijn psychische toestand. Het gedicht beschrijft een metaforische toestand van een ik-figuur die volledig in dienst staat van het reproduceren van zijn verloren geliefde: ‘Ik moet u spiegelen’, luidt de regel volgend op het door Lameijn geciteerde fragment.
Het is Els, die - naar ik aanneem op gezag van Van den Brink - onder het lemma ‘glaswaan’ een encyclopedie-achtig artikel gecompileerd heeft uit materiaal dat ze als het ware binnen twee minuten cursorisch lezen tegenkwam in Lameijns artikel. Els - en niet Lameijn - rekent Achterberg zo tot de glaswaanlijders uit de laatste tijd. Els - en niet Van den