De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 1(1871)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 512] [p. 512] Thomas' kwaal. Och, geen mensch weet wal ik lij, 't Is een bitter wee; Moeder trekt maar vlier voor mij En kamillen-thee. Vader, die veel meer vermoedt, Spreekt met diepe smart Van ontsteking in het bloed En een kwaal van 't hart. Kon ik zeggen wal me kwelt, Och, wie weet hoe gauw... Maar dat deed ik voor geen geld, Daar 'k mij schamen zou... Zuster Mie, die looze meid Weet wel wat me grieft, ‘Och, - is alles wat ze zeit, Thomas is verliefd!’ Zuster, kon je zoo me kwaal, Doe mij dan 't plezier, Handel zusterlijk, en haal 't Helpend middel hier. 't Sleekt in geen recepten-boek: Hebt ge er op gelet? Bij den bakker op den hoek Woont me lieve Beth! Doe je best, op 't oogenblik, Maak den last mij licht; Wordt gij eens zoo ziek als ik 'k Doe clan ook mijn plicht. Van den Broeck. (Uit de nagelaten papieren van dien Noordnederlandschen volksdichter.) Vorige Volgende