| |
Kunstkroniek.
Tooneel-en letterkunde.
De groote internationale tooneelwedstrijd, uitgeschreven door het Provinciaal Leescomiteit van Antwerpen, heeft van 20 tot 23 Augusti jl. in den Koninklijken Schouwburg plaats gehad.
Indien, ten aanzien van het getal deelnemende maatschappijen, deze prijskamp belangrijk heeten mag, minder belangrijk nogtans vinden wij hem onder opzicht van degelijkheid. Trouwens, weinige maatschappijen, zoowel van Holland als van Belgie, hebben ons het bewijs gegeven dat hunne kunst zich boven het middelmatige verheft; en vaster dan ooit zijn wij overtuigd dat in Noord- en Zuidnederland het tooneel nog oneindig veel hoeft verbeterd te worden. Ginds heeft men veelal gebrek aan natuur en waarheid, grootendeels ontstaan uit de preekachtige ééntonigheid van voordracht, waarvan onze noorderbroeders zich moeielijk weten te ontdoen; hier is het, van den kant der zuidnederlanders, voornamelijk eene verkeerde uitspraak. - Dat echter alle Hollandsche tooneelisten goed, en alle Vlamingen slecht uitspreken, is eene dwaling. Wij hebben ditmaal ook spelers uit Noordnederland gehoord die in het geheel niet op beschaafde uitspraak roemen mochten. Dààr ook zijn er (zooals het Vaderland van 's Gravenhage het bij eene andere gelegenheid zelf getuigde ‘die in plaats van echt Nederlandsen, zoo een soort van hollandsch patois spreken, dat men bijna niet begrijpen kan.’
Ziehier den uitslag van den prijskamp, die in vier verschillige categoriën was verdeeld:
I. Zuidnederlandsche liefhebbers buiten Antwerpen. (5 kringen ingeschreven) - 1ste prijs, aan de maatschappij Broedermin en Taalijver van Gent, met Estella, tooneelspel naar Scribe. - 2de prijs, aan de Taalminnaren van Lier, met Het onbekend meesterstuk, drama naar
| |
| |
Lafont. - 3de prijs aan ‘de Ware Vrienden’ van Hasselt, met het Badmeisje, tooneelspel door De Meyer-Roelandts.
II. Antwerpsche liefhebbers. (6 kringen ingeschreven.) - 1ste prijs aan den ‘Nederduitschen kunstkring’ met De Jaloerschen, blijspel naar Roderik Benedix; - 2de prijs aan den kring ‘Amicitia’ met De genaamde P., blijspel door Sleeckx; - 3de prijs, in verdeeling aan ‘De jonge Vlamingen’ met De visschers van Blankenberg tooneelspel door Sleeckx, en aan ‘Hoop en Liefde’ met Het onbekend meesterstuk, drama.
III. Noordnederlandsche liefhebbers. (8 kringen ingeschreven.) 1ste prijs, aan de vereeniging ‘Vrede en vriendschap’ van Rotterdam, met Het kind van den huize, blijspel naar het fransch; - 2de prijs, aan de rederijkerskamer ‘Nieuwland’ van 's Gravenhage, met De conscrit, kamerspel door Withuys; - 3de prijs, aan het letterlievend Genootschap ‘Demosthenes’ van Deventer, met Zwarte Piet, blijspel naar het Hoogduitsch.
IV. Wedstrijd van uitmuntendheid. (7 kringen ingeschreven.) 1ste prijs aan de ‘Tooneelliefhebbers’ (leerlingen der Declamatieschool) van Antwerpen, met Tusschen twee vuren, tooneelspel door Van den Branden; - 2de prijs aan arlisten van het ‘Nationaal Tooneel’ van Antwerpen, met De duivenmelker, drama door Rosseels.
- De Rethorika-Gilde ‘Van Vroescepe Dinne’ van Nieuwpoort heeft besloten haren tooneel- en letterkundigen prijskamp te verschuiven tot op Zondag 1 Oktober, zijnde Stads tweede kermis. - Alle ingezonden stukken blijven geldig.
- Volgens het Vlaamsche Volk zou de uitmuntende tooneeliste Mej. C. Beersmans met het Bestuur van het nieuw ingericht Nationaal Tooneel van Gent eene verbintenis hebben aangegaan tot het geven van een zeker getal vertooningen. - Reeds zouden de aangeworvene artisten zich ieverig bezig houden met de studie van oorspronkelijke stukken onder anderen: Lena, het nieuw drama van D. Delcroix, Fridoline en Mina de Zinnelooze van Bruylants.
Het gentsch weekblad, dat gewoonlijk goed op de hoogte van het kunstnieuws is, heeft ditmaal echter zijne inlichtingen aan verkeerde bron geput, althans voor het bericht betrekkelijk Mej. Beersmans. - Deze artiste, uitsluitelijk voor het Antwerpsch Tooneel door M.
| |
| |
Lemaire geëngageerd, heeft naar deze laatste ons verzekert, met dat van Gent geene verbintenis gesloten.
- In zitting van 15 Juli jl. is in den antwerpschen Gemeenteraad de gewichtige kwestie der heropbeuring van het Nationaal Tooneel ter bespreking gebracht. door M.J. Van den Bemden, een flamingant die de belangen van taal en kunst ievervol verdedigt. Na den gebrekkigen toestand te hebben afgeschetst, waarin het Nederlandsch tooneel nog immer verkeert, drong de spreker erop aan dat Antwerpen, de stad die het schoon initiatief heeft genomen een vlaamschen schouwburg te bouwen, welke binnen een paar jaren zal voltrokken zijn, thans ook zorgen zou dat de noodige elementen worden voorbereid, opdat dáár de nationale tooneelkunst waardig beoefend kunne zijn. Derhalve stelde hij den Raad voor ‘te onderzoeken in hoeverre de Vlaamsche Muziekschool van M. Benoit en de Declamatieschool van M. Beers hiertoe zouden kunnen meêwerken.
Naar aanleiding van dit voorstel, en de eraan toe gebrachte wijziging van M. Mathot, werd door den Gemeenteraad eene commissie benoemd, om maatregelen te nemen tot bevordering van het Vlaamsch Tooneel in Antwerpen. De Heeren Van den Bemden, Van Hissenhoven Gerrits, Coremans en Mathot werden tot leden dier commissie gekozen.
Het schijnt dat aan den heer Benoit de taak zal worden opgedragen bij den Raad een verslag in te dienen, om de middelen aan te duiden, die hem het doelmatigst schijnen te zijn.
- De heer Aug. Claus, de verdienstelijke vertaler der Vlaamsche dichtstukken, kondigt aan dat hij van de vier verschenen afleveringen van zijn werk OEuvres choisies de nos poètes populaires flamands eene nieuwe en verbeterde uitgave gereed heeft gemaakt. De 1ste aflevering dezer nieuwe editie is verschenen. - Al onze voornaamste vlaamsche volksdichters zullen hunne plaats hebben in de soort van galerij die de heer Claus zich voorstelt ter eere onzer vaderlandsche letterkunde op te richten.
Wij wenschen hem van harte den besten uitslag in zijne loffelijke onderneming.
| |
- Schilder- en Beeldhouwkunst.
- De groote tentoonstelling van schilderijen, door de ‘Maatschappij ter bevordering van schoone
| |
| |
kunsten’ te Gent ingericht is den 10 September jl. geopend en mag buitengewoon belangrijk worden genoemd.
Het Bestuur heeft den Catalogus der tentoonstelde werken ditmaal ook in het nederlandsch doen verschijnen, iets dat voorheen enkel in het fransch gebeurde. Wij wenschen de inrichtende maatschappij geluk met zulk lofwaardig besluit, en hopen dit voorbeeld ook op de tentoonstellingen te Brussel en vooral te Antwerpen gevolgd te zien.
- Het door den beeldhouwer Pickerij vervaardigd standbeeld van Memline, is den 3 September te Brugge ingehuldigd. Wat de inhuldigins-cantate betreft, men heeft in Westvlaanderen's hoofdstad, even als voor het standbeeld van Simon Stevijn, in 1846, daarvoor het vreemde fransch, boven het eigen vlaamsch, de taal van den echt vlaamschen schilder Memline durven verkiezen!
- Te Halle is men bezig met op de groote markt het voetstuk op te richten voor het standbeeld van den vermaalden toonkundige Servais, dier stad, in 1866 overleden.
(Eendracht.)
- De heer Woltman, de bekende schrijver van de uitmuntende biographie van Holhein, heeft in het ‘Zeitschrift für bildende Kunst’ eene niet onbelangrijke bijdrage tot de kennis van het werk van dezen meester gegeven. De handteekening op Holbeins schilderij, de heilige Anna met Maria en het kind Jesus voorstellende, in de galerij te Augsburg, is bij de aanraking met een weinig terpenlijn gebleken onecht te zijn, zij is verdwenen. Hierdoor vervalt de veronderstelling omtrent Holbeins geboortejaar, en dit dient nu op 1497 gesteld te worden. Ook zal de vroegere meening, dat vele schilderen in het Museüm te Augsburg werken Holbeins jeugd zijn, niet in stand blijven.
- In de St. Janskerk te 's Hertogenbosch is eene merkwaardige muurschildering ontdekt, welke volgens ‘De Tijd’ uit de eerste helft der 15de eeuw dagteekend. Zij vormt het grafteeken eener deftige burgerfamilie, welke in de eigenaardige en voorname kleeding van dien tijd is voorgesteld, knielende aan de voeten van den stervenden Heiland. De behandeling van dit oude kunstwerk is zeer plastisch, de teekening is fijn en bevallig, doch de kleuren, die twee en een halve eeuw onder een dikke kalklaag doorbrachten, zijn veel veerbleekt.
| |
| |
Wie de meester is, die dit schilderwerk uitvoerde, kan oog niet zekerheid worden opgegeve, doch er beslaat eenige aanleiding om er Jan Van Aken voor te houden, den vader van den beroemden Hieronymus Van Aken, beter gekend onder den naam van Hieronymus Boot. Die meester Jan Van Aken schilderde destijds veel in de St. Janskerk.
De ontdekking van dit eerbiedwaardig overblijfsel der middeleeuwen geeft thans den sleutel tot het vinden van meer dergelijke kunstwerken.
| |
Tookunde.
De plaats van Bestuurder aan de muziekschool van Gent is open. Aan deze bediening is eene jaarwedde verbonden van 8000 frs. De Bestuurder zal tevens gelast zijn met de leergangen van compositie, van hoorgere muzikale theorie, van de geschiedenis der kunst en muzikale schoonheidsleer. - Zeventien aanvragen zijn ingezonden.
- Er is ernstig spraak Vieuxtemps voor het bestuur der hoogere klas van viool, in het Conservatorium van Brussel aan te stellen. De lessen van den beroemden virtuoos zouden, volgens zijn verzoek, beperkt zijn op slechts zes maanden in 't jaar.
(La Plume.)
- De stad Bonn vierde dezer dagen de honderdste verjaring van Beethoven, of liever de 101ste verjaring, want het feest moest verleden jaar plaats hebben, doch werd door den oorlog verhinderd. - Onder de er tegenwoordig zijnde belgische toonkuntligen werden vooral Gevaert, Vieuxtemps en Leonard opgemerkt.
| |
Vlaamsche Belangen.
Langs alle zijden wordt door de vlaamschgezinde bladen geklaagd over de onverschilligheid van ons Ministerie tegenover de Vlaamsche grieven, welker oplossing men nogtans, op het energiek aandringen der Antwerpsche representanten Gerrits, Coremans en De Laet, in volle kamerzitting beloofd had zooveel mogelijk te zullen bespoedigen. Ziehier hoe de Gazette van Eecloo (distrikt door M Kervyn vertegenwoordigd), een onpartijdig weekblad dat met ons den val van het vorig Waalsch ministerie heelt toegejuicht, thans ook zijn ongenoegen uitdrukt sprekende van het nieuw reglement op den vervoerdienst per spoorweg, dat onlangs in den Moniteur (alléén in het fransch) is afgekondigd:
‘Ons tegenwoordig ministerie is vlaamschgezind en in zijn programma beloofde het den Vlaming op gelijken voet te zullen behandelen
| |
| |
als den Waal. Het heeft ook reeds onder meer dan een opzicht, eene schrede naar de verwezentlijking van dit punt vooruit gezet; onder zijne regeering hebben wij de eerste maal onze moedertale voor 't afkondigen van bestuurlijke acten in den Moniteur zien voorkomen: dat bekennen wij geerne. Maar is dat genoeg? Zeker neen! Honderde rekwesten zijn hem toegezonden geweest om eene geheele vlaamsche uitgave zoo niet van den Moniteur en de Annales parlementaires (het verslag der Kamerzittingen) te zamen, dan toch van den Moniteur alleen te bekomen, en aan die hoogstgegronde en rechtveerdige vraag is nog met voldaan.
‘Welnu, die vraag, in de ministerieële kartons begraven, wekken wij andermaal tot het leven; en om haar nut te billijken, hoeves wij alleen maar te wijzen op de noodzakelijkheid van eenen officieelen vlaamschen tekst der stukken die landbouw, koophandel en nijverheid betreffen, zooals de reglementsbepalingen nopens den gemengden dienst en het vervoer van koopwaren, beestiaal, enz. op de lijnen van van den Staat en de concessionnaire maatschappijen.’
Wij vinden bovenstaande aanmerkingen alleszins gegrond. En voor wat de vlaamsche zaak in 't algemeen betreft, wij zien met verlangen het voorstel te gemoet dat eenige representanten, volgens eenen omzendbrief van den Nederduit. Bond, voornemens zijn in de Kamers te doen, ten einde over die kwestie eene parlementaire beraadslaging uit te lokken, die eenig praktisch gevolg zou kunnen hebben. - Hopen wij dat al de vertegenwoordigers van Vlaamsch-Belgie alsdan de bilhjke eischen der Vlamingen krachtdadig zullen ondersteunen.
- Op zondag 13 Augusti jl. had te Brussel het plechtig jubelfeest plaats van den heer Eugeen Stroobant, ter gelegenheid van zijn 25jarig voorzitterschap in de Maatschappij De Wijngaard. Uit alle streken van Vlaamsch-Belgie en zelfs uit Noornederland waren maatschappijen aanwezig om den jubilaris eene welverdiende hulde te brengen, en aldus ook het princiep der vlaamschgezindheid te huldigen, dat de verdienstelijke Stroobant immer met zooveel moed en belangloosheid heeft verdedigd.
Op het luislerlijk nederlandsch Toonfeest, dat te dier gelegenheid in de groote zaal van het Hertogelijk pateis plaats had, trad de heer Hendrik Conscience als feestredenaar op, en schetste in die treffende'
| |
| |
zialroerende taal, den grooten romanschrijver eigen, de gewichtige diensten af, door Stroobant aan de Vlaamsche Beweging en aan de Nederlandsche letteren bewezen, diensten waarvoor een Koninklijk Besluit hem thans tot ridder de Leopoldsorde had benoemd.
| |
Necrologie
Den 14 Oogst jl. overleed te Gent op 63jarigen leeftijd jonkheer Philips Blommaert, briefwisselend lid der Koninklijke Akademie van Belgie.
De heer Blommaert was niet slechts een oprechte Vlaming, die immer moedig voor de vlaamsche taalrechten op de bres stond, maar ook een zeer verdienstelijke schrijver. Behalve talrijke en meestal voortreffelijke bijdragen in het Belgisch Museüm, het Kunst- en Letterblad, het Ned. lett. jaarboekje en andere letterkundige tijdschriften, heeft men van hem verschillige hooggeschatte werken, onder anderen: Aloude Geschiedenis der Belgen, - Levenschets der Nederduitsche schrijvers van Gent, - Geschiedenis der Rederijkkammer de Fonteinisten, - Liederik de Buck, dichtverhaal, - Beknopte aanleiding der Nedersaksische letterkunde, - Hein van Aalst, historieke roman, - een bundel Gedichten, enz.
‘In 1834, zegt de Gaz. van Gent, stichtte Blommaert, met Professor Serrure en wijlen Fr. De Vos, de Nederduitsche Letteroefeningen, en werkte aldus mede lot de heropbeuring van het nationaal gevoel bij zijne landgenoten.’
Het schijnt dat de familie weinig in de vlaamschgezinde gevoelens van den overledene deelt, want de doodsbrieven waren uitsluilelijk in het fransch opgesteld.
| |
Verschenen werken.
- Krijg en Vrede, cantate door Luitenant Victorien Vande Weghe. 15 bladzijden. Antwerpen 1871.
- Wees Man! vierstemming koor, poëzie van Eug. Van Oye, muziek van Waelput. Brugge bij Edw. Gaillard en Ce.
| |
| |
- Kiezers-Handboek, door J.O. De Vigne. Gent, uitgave van het Willemsfonds.
- Germania, Broederzang door J. Brouwers. 26 bladz. Leuven bij den schrijver.
- De Voetbranders, roman door Aug. Snieders. Antwerpen bij J.P. Van Dieren.
- Aan Parijs, zang des tijds door J.J.L. Ten Kate.
- De Jaargetijden door J.J.L. Ten Kate.
- Gedichten van P. Cr. Hooft. Eerste volledige uitgave, met aanteekeningen van P. Leenderts Wz. Eerste deel. Amsterdam bij Van Kampen. - Pr. 5 gl. per deel.
- Over uitspraak en spelling, voornamelijk in de nederlandsche taal, door Dr. J.C.N. Land. Amsterdam bij Van Kampen. - Prijs 0.50 gl.
- Een vrouwenleven, oorspronkelijke roman van wijlen Mejufvr. M. Mastenbroeck. 2 dln. Amsterdam bij Van Kampen. - Prijs 5.25 gl.
- Over kompleet en andere novellen, door Gerard Keller, (Ne 84 der Guldens-editie,) Arnhem bij Thieme. - Prijs 1 gl.
Zielkundig-historische inleiding der algemeene en nederl. taalkunde, door Dr. J. Van Vloten. 2de Druk. Haarlem bij De Haen, - Prijs 2.50 gl.
- Volledige dichtwerken van H. Van Alphen. Met portret, Volksuitgave. Utrecht bij Terween. - Prijs 3 gl.
- De Ondergang van het koninkrijk Holland, historische studie door Th. Jorissen. Arnhem bij Thieme. - Prijs 2.25 gl.
- De man van Brumaire en de man van December, door Dr. J. Ten Brinck. Nymegen bij Thieme.
- Eene roos onder de doornen, roman door J. De Vries. Amsterdam bij Eisendrath. - Prijs 2.50 gl.
- Werken van Fredrika Bremer. Schiedam bij Roelants. - Prijs 30 cents per aflev.
- Frans Holster, roman door H. De Veer, 2 deelen. Rotterdam bij Nijgh. - Prijs 7.50 gl.
- De Zee, zingdicht door J. Adriaensen, getoonzet door A. Fernau. Antwerpen.
|
|