| |
Kunstkroniek.
Tooneel- en Letterkunde.
- De stad Gent heeft de heeren F. Van Doeselaer en J. Fauconnier als Bestuurders van het aldaar heringericht Nederlandsch Tooneel aangesteld. Naar het schijnt zal de nieuwe tooneeltroep uit de beste elementen samengesteld zijn. Behalve Mevrouw Larondelle, die zich op het Nederlandsch Tooneel van Amsterdam eene zoo welverdiende faam verwierf, zijn reeds geëngageerd: MM. Daenens, Wannyn, Rans-Overheyde, Mevr. Rans, Mej. Mina Bia, en nog verschillige andere rollen van minder belang.
Naar men ons verzekert zullen ook de heeren Driessens, Judels, Dierckx, Mejufvrouwen Beersmans en Heilbron, en andere voorname artisten aan het gentsch tooneelgezelschap van tijd tot tijd hunne medewerking verleenen.
- Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, met eene bevolking van 300,000 inwoners, bezat tot nu toe geenen schouwburg dien naam waardig. De barak welke dien naam droeg, gaat nu eindelijk door een grootsch monumentaal gebouw vervangen worden. Men zal, zegt een lokaal blad, er stukken spelen in de moedertaal, afgewisseld door het fransch opera.
- De nederlandsche tooneel voorstellingen van Mr. Victor Driessens, waarvan wij reeds melding hebben gemaakt. hebben te Antwerpen buitengewoon veel bijval gevonden.
| |
| |
Ofschoon wij, van den eenen kant, er verrevan zijn de strekking van sommige der opgevoerde stukken (zooals Gavaut, Minard en Cie. en De kleine Faust bijvoorbeeld) goed te keuren, toch bekennen we gaarne dat, althans onder tooneelkundig opzicht, die bijval ten volle gewettigd is. Men mag zeggen dat Driessens zijnen roem van ‘Nederland's besten tooneelspeler’ nog immer verdient. Onovertreffelijk, inderdaad, vinden wij hem, als dramatiek kunstenaar, bij v.b. in de hoofdrol van Vader Martijn, en als tijpe van echt humour in Een speetreisje naar Spa. Dit laatste stuk (in 4 bedrijven) is een der beste en vermakelijkste blijspelen die we kennen. Ofschoon niet gansch oorspronkelijk is evenwel dit stukje oprecht Vlaamsch van aard, en waarlijk luimig, zonder daarom, gelijk vele kluchtspelen, plat of onkiesch te zijn. Een bewijs dat, om 't publiek te doen lachen, het juist niet noodig is jacht op immoraliteit te maken. Het door Driessens bestuurd gezelschap Noord en Zuid staat hem waardig ter zijde. Naast M. Judels, den talentvollen noordnederlander, en de zoo gunstig bekende spelers van ons vroeger Vlaamsch Tooneel, zooals MM. Dierckx, Van Doeselaer, Corijn, Mevr. Verstraete, enz. heeft men nog verscheidene jongere, die zich bij elke vertooning naar verdienste doen toejuichen. De jonge vrouwenrollen, Mejufvrouwen Sluiters, Driessens, Verstraete, Kamphuizen, enz. verdienen verder eene bijzondere melding.
Over het algemeen is de uitspraak zuiver en goed; iets dat nogtans doorgaans, (vooral bij Zuid-Nederlandsche tooneelisten) veel te wenschen laat.
Wij meenen dat Noord en Zuid wel zou doen zooveel mogelijk goede stukken van Noord- en Zuidnederlandsche schrijvers te spelen, en zich niet enkel bij eenige kluchtstukjes Van Peene en Van Kerckhoven te bepalen. - Wij meenen verleden jaar in de dagbladen gelezen te hebben dat men Gustaaf Coryn's fantastiek zangspel Satan had ter studie gelegd. - Zou daar niets van gekomen zijn?- Ziedaar nogtans een oorspronkelijk stuk, dat, ons dunkens door den troep van Mr. Driessens met zeer goed gevolg zou kunnen ten tooneele gebracht worden.
Vóór zijn vertrek naar Utrecht heeft de heer Victor Driessens, in eenen door de dagbladen medegedeelden brief het antwerpsch publick zijnen dank betuigd ‘voor de talrijke bewijzen van sympathie, waar- | |
| |
van hij gedurende zijn verblijf in de scheldestad het voorwerp is geweest.’ Geen twijfel of de gevierde tooneelist zal bij zijne terugkomst (waarschijnlijk reeds binnen een jaar) in zijne vaderstad een even gunstig onthaal vinden.
- Tot viering harer 50ste verjaring als erkende koninklijke maatschappij heeft de Rethorika-gilde Van Vroescepe, van Nieuwpoort, den volgenden prijskamp uitgeschreven:
1o. Poëzie: Opstel van een vaderlandsch volkslied getiteld: De Zeebaden. - Prijs: een zilveren verguld eermetaal.
2o Tooneel: Ernstige en boertige tweespraken. - Prijzen: voor vreemde liefhebbers 25 franken en twee bronzen eermetalen; voor stadgenooten twee zilveren eermetalen.
Boertige alleenspraken - Prijs: een zilveren eermetaal.
3o Zangkunst: Zangstuk. - Prijzen: voor vreemde liefhebbers een zilveren verguld eermetaal en een exemplaar der eerste reeks Nedertandsche zangstukken van het Willems-fonds; Voor stadsgenooten een zilveren eermetaal en ook een exemplaar van genoemde uitgave Voor het tooneellied dezelfde prijzen als voor het zangstuk.
- Voor den Novellen-prijskamp, uitgeschreven door het Willemsfonds van Gent, waren 12 stukken ingezonden. - Voor dezen wedstrijd waren tot leden van den Jury aangesteld de heeren L. De Rycker, P. Geiregat, A. Prayon, Joz. Van Hoorde en Jul. Vuylsteke. -
Ziehier den uitslag: Eerste: M. Aug. Van Acker, van Eecloo, met het stuk Jan en Lotte; Tweede: Mevrouw Odillo Périer, van Dendermonde, met het stuk Max Reeves.
- In den tweejaarlijksche Cantaten-prijskamp, door het Belgisch Staatsbestuur uitgeschreven is de prijs voor de Fransche Cantale behaald door M. Clément Michaëls met Le songe de Christophe Colombo, en voor de Nederlandsche aan M. Frans Willems, met De zegetocht der Dood op het slagveld.
- Een internationale prijskamp van Nederlandsche tooneelkunst, uitgeschreven door de maatschappij Roos en Eikel en Vlamingen vooruit! van Leuven, zal aldaar den 17, 18 en 19 September, tijdens de gemeentefeesten plaats hebben.
- Tol Buitenlandsche leden van de Maatschappij van Nederlandsche
| |
| |
letterkunde van Leyden zijn onlangs benoemd: MM. Max Rooses, van Gent, De Bo en Karel Versnaeyen van Brugge.
- Het XIIde Nederlandsch letterkundig Congres, dat reeds van verleden jaar te Middelburg (Zeeland) moest plaats hebben, is andermaal verdaagd, thans uit hoofde der in Holland heerschende kinderpokken - Waarom het Congres dan niet in eene Vlaamsche stad gehouden?...
| |
Terechtwijzing.
- In antwoord op eene ons medegedeelde terechtwijzing ontvangen wij nu van M.L. De Vriese den volgenden brief, dien wij, onpartijdigheidshalve, even bereidwillig opnemen:
Heer Opsteller,
‘In de 4e aflevering van het door U uitgegeven tijdschrift De Vlaamsche Kunstbode komt een kleine misslag voor, dien ik u in het belang der waarheid aanzoeken durf in een aanstaande nummer te herstellen.
Ten prijskampe van letterkunde, uitgeschreven door het Kerssouwken van Leuven, werden in de afdeeling Proza, de prijzen volgender wijze toegekend:
‘4ste prijs: Arm Trezeken, door Jan Roeland van Brussel; 2de prijs; Zwarte oogjes, hartedriefjes, door A. Prayon van Gent; 3de prijs: Herman Cautereel door Emiel Meganck van Assenede.’ Bij eene eerste beslissing van den Jurij was de 2de prijs toegekend aan mijn verhaal: Cies Leute; doch dit besluit werd later ingetrokken doordien ik de voorwaarden van den prijskamp niet stipt had nageleefd, en mijn stuk reeds opgenomen was in een bundel, dien ik in October jl. onder den titel: Luimige brokken heb uitgegeven.
‘In de hoop, dat gij deze terechtwijzing zult opnemen, bied ik u, Heer Opsteller, met mijn voorafgaanden dank de verzekering mijner kunstbroederlijke hoogachting.’
Lodewijk De Vriese.
| |
Schilder- en Beeldhouwkunst.
- Onze terecht beroemde schilder N. De Keyzer. bestuurder der Antwerpsche Akademie, legt thans de laatste hand aan zijn historisch tafereel: ‘Een bezoek der Aartshertogen Albrecht en Isabella in de drukkerij van Plantyn.’ Deze nieuwe schildering belooft het talent van den meester onder alle opzichten waardig te zijn.
| |
| |
- Aan den vlaamschen schilder Jozef Pauwels is in het Buitenland andermaal een zeer vereerende onderscheiding te beurt gevallen: In den grooten prijskamp voor huiselijke tafereelen, geopend in het kristallen Paleis te Londen, voor al de buitenlandsche artisten, heeft onze landgenoot den prijs bekomen, met zijne twee gemoedelijke schilderijen; ‘Het Portret’ en ‘Het huisgezin van den timmerman.’
Van de vijf prijzen die door den jury werden toegekend zijn er vier door Belgische schilders behaald, namelijk door de heeren Pauwels, Wittkamp, Raymaecker en Delbecq.
- Een tentoonstelling van akwarellen werd den 28 Juni te Luik geopend en zal den 16 Augusti gesloten worden.
- Aan de keizerin van Duitschland is, door den graaf Constabile van Perouse, eene madonna van Raphaël verkocht geworden voor de som van 330,000 frs
- De heer Maes, lichtteekenaar te Antwerpen, houdt zich thans bezig met het herdrukken bij middel der photohypie, van de 100 portretten met sterk water van Van Dyck. - Later zal hij ook de werken met sterk water van Rembrandt uitgeven.
- In ons vorig nummer hebben wij gemeld dat de heer Jacob De Braeckelaar in den beeldhouwkundigen prijskamp voor het Monument-Leys met den eersten prijs is bekroond geworden Indien onze inlichtingen juist zijn zou men naderhand op die beslissing zijn teruggekomen, om reden dat, zooals nadien gebleken is, de bekroonde in zijn proefwerk is geholpen geweest door zijnen meester, vaarden gekenden beeldhouwer Carrier-Belleuse.-Thans zou het verdigen van het gedenkteeken opgedragen zijn aan den heer Ducaju, wiens projekt den tweeden prijs had behaald.
| |
Toonkunde.
- De volgende componisten zijn, na het voorloopig exaam behoorlijk afgelegd te hebben, tot den staatsprijskamp der cantate toegelaten geweest: MM. Ed. Blaes, Labory, Antoine en Tielemans, alsook de heeren De Mol en Matthieu, welke aan den vorigen wedstrijd hadden deel genomen en uit dien hoofde ditmaal zonder voorloopige proef zijn aanvaard. Twee van hen, MM. De Mol en Blaes, hebben den Vlaamschen tekst der bekroonde cantate Le songe de Colomb tot libretto verkozen.
| |
| |
Voor de tweede maal reeds is het de fransche Cantate, die voor den muziekprijskamp wordt aangewezen; de vlamingen, die op Nederlandsche woorden werken moeten zich met eene vertaling vergenoegen.
‘Zou het niet billijker zijn, vraagt het Volksbelang, het bekroonde fransche en het bekroonde nederlandsch gedicht beurtelings te kiezen?’
- Bij het ter pers leggen vernemen wij met bijzonder genoegen dat de heer Willem De Mol van Brussel, onze geliefde nederlandsche toondichter, in den grooten Cantaten-prijskamp is bekroond geworden. Onze beste heilwenschen aan den overwinnaar! Zijn schoone zegepraal is een nieuwe triomph voor de Nederlandsche Toonkunst. - De heer De Mol is een gewezen leerling van den heer Benoit.
Ook het werk van den heer Ed. Blaes van Gent heeft eene eervolle melding bekomen.
- De onlangs tot stand gekomen Antwerpsche afdeeling van het Willemsfonds heeft den 25 Juni jl., ter gelegenheid der 25ste verjaring van Willems' afsterven, haar instellingsfeest gevierd. Deze plechtigheid greep plaats in het foyer van den koninklijken Schouwburg, en bestond uit een prachtig muziekfeest, ingericht door onzen verdienstelijken vlaamschen toondichter Alexander Fernau. Te dier gelegenheid gaf de heer Dr. Hansen, Voorzitter der afdeeling, met buitengewoon veel bijval de schoone verhandeling, die wij het genoegen hebben onzen lezeren mede te deelen.
Het Concert werd gegeven met medewerking van MM. Moreel, Verdickt, Raeymaekers. Mejufvrouwen Coates en Roost, den kring der Quartettisten, en het orkest van den koninklijken Schouwburg. Alles was uitsluitelijk nederlandsch. Op zeer verdienstelijke wijze werden er werken uitgevoerd van Fernau, Van den Plassche, Hennen, G. Ryssens, enz. op woorden van Frans De Cort, P.F. Van Kerkhoven, Dr. J.C. Hansen, J. De Graaff en A.J. Cosyn.
- Ziehier den uitslag van den wedstrijd voor Nederlandschen koorzang, die te Gent door het Willemsgenootschap is gegeven, ter gelegenheid van 25ste verjaarfeest der maatschappij:
1ste Afdeeling: 1ste prijs, aan de Liedertafel Cecilia van 's Gravenhage, met Neerland's taal van Aug. Stille en Lenlelied van Verhulst; - 2de prijs, aan de maatschappij Geene kunst zonder nijd van Lokeren, met De Roos van Van Gheluwe en De Uitwijkelingen
| |
| |
van Gevaert; - 3de prijs, aan de Liedertafel Rotte's mannenkoor van Rotterdam, met Stil en lieflijk is 't in 't dal van Verhulst en Des Heeren huis van Boers.
Eervolle melding aan De Gildebarden van Antwerpen.
2de Afdeeling: 1ste prijs, aan de Liedertafel Souvenir des Montagnards (!) van Tilburg, met Zondagslied van Kreuzer en Neerland's taal voornoemd; - 2de prijs aan de maatschappij de Scheldegalm van Audenaarde, met Vooruit! van Van Acker en De Boogschutters; - 3de prijs, aan den kring Ste Cecilia van Deurne, met De Lente van Mozart en Saül's lierzang van Gevaert.
3de Afdeeling: 1ste prijs aan de Liedertafel Ido's mannenkoor van van Hendrik-Ido-Ambacht, met Serenade van Verhulst en Omhoog! van Heinze; - 2de prijs, aan den kring Diederik van Assenede met In het woud van Kücken en De Nachtwacht van Van Ackere; - 3de prijs aan de maatschappij De kleinzonen der Lei van Sint Martens-Leerne, met Sint Huibrechtsfeest van De Rillé en De zondag van Gevaert.
| |
Vlaamsche belangen.
- De maatschappij Nederland's Toekomst van Gent heeft zich tot de Belgische wetgeving gewend, om te verzoeken dat de Kamers, alvorens uit een te gaan, zich zouden verklaren aangaande de nog immer bestaande grieven der Vlamingen. Een dergelijk vertoogschrift is ook door de maatschappij Het kersouwken van Leuven en De Veldbloem van Brussel ingezonden.
Verders zijn van alle kanten van Vlaamsch-Belgie, petitiën, met duizenden handteekens bekleed, naar de Volkskamer gestuurd, opdat de nederlandsche taal in Belgie op gelijken voet met de fransche worde gesteld. - Hoelang zal ons Staatsbestuur nog doof voor de rechtvaardige klachten der Vlamingen blijven?
- Naar wij met veel genoegen verneinen, zou de heer Minister Kervijn niet ongenegen zijn, de op last van 't Staatsbestuur uitgegeven Biographie nationale ook in het vlaamsch te doen vertalen. Wij hopen dit loffelijk ontwerp uitgevoerd te zien.
- Krachtens een onlangs genomen ministeriëel besluit zal het voortaan den medekampers voor den ‘prijs van Rome,’ in de Akademie van Antwerpen, vrij staan zich van de nederlandsche taal te
| |
| |
bedienen voor het opmaken van hun verslag, dat vroeger uitsluitelijk in het fransch zijn moest.
- De maatschappijen het Willems-genootschap en het Willemsfonds van Gent hebben op maandag, 10 Juli, op schitterende wijze het 15ste verjaringsfeest gevierd van het afsterven van J.F. Willems; Vlaanderens grootmoedigen taalverdediger. Zooals het bestuur der beide inrichtende kringen het had verhoopt ‘is die hulde, aan Willems nagedachtenis bewezen, eene indrukwekkende belonging geweest ten voordeele der grondbeginselen, waaraan de Vader de Vlaamsche Beweging zijn gansch leven heeft toegewijd.’
Des morgends, als opening der plechtigheid, had in het paleis der Hoogeschool eene prachtige toon- en letterkandige zitting plaats, waar vooreerst Professor Heremans als feestredenaar optrad en in sierlijke, dieptreffende bewoordingen het schoone leven en streven voorstelde van vader Willems, den grooten geleerde, den begaafden dichter, den verdienstelijken Vlaming. Vervolgens sprak de heer Julius Vuylsteke, den ievervollen flamingant aan wiens zorgen grootendeels het welgelukken van dit schoone Willemsfeest te danken is, over het hooge nut van het Willemsfonds en het Willemsgenootschap. Beide sprekers werden door de talrijke vergadering luidruchtig en wel verdiend toegejuicht. Daarop volgde dan de prijsuitreiking aan de bekroonden in den Novellen-prijskamp van het Willemsfonds.
Het muziekaal gedeelte van de zitting bestond uil oorspronkelijk nederlandsche kooren en liederen van Gevaart, Van Gheluwe, Blaes, De Mol, enz, die overheelijk werden gezongen door het Willemsgenootschap (bestuurder M. Ed. Blaes) en de heeren Warnots en Blauwaert.
Des namiddags was het de plechtige optocht naar het graf van Willems, op het kerkhof van St. Amandsberg, waaraan schier al de Vlaamsche maatschappijen van Gent en de omstreken, met hunne eerevaandels en kenteekens deel namen. Waarlijk indrukwekkend was die vaderlandsche betooging. Bij het grafmonument van den onsterfelijken Willems, aan wien het vlaamsche Vaderland eeuwige dankbaarheid verschuldigd is, werden redevoeringen uitgesproken door de heeren Max Rooses, De Spiegeleir, Fr. Vanden Dungen, J. Van Renterghem, Rolin-Jaequemijns en Steyaert. De heer Jozef Van
| |
| |
Hoorde las een gelegenheidsdicht voor van Professor Smiets van Roermonde, die zijn spijt had uitgedrukt niet persoonlijk de hulde aan Willems te kunnen bijwonen.
Een groot getal lauwer- eiken- en immortellenkransen werden op de graftombe neergelegd, onder anderen door het Willemsgenootschap en het Willemsfonds van Gent, door de heeren Conscience van Brussel. Dr. J. Ten Brinck van 's Gravenhage, J. Mertens, in naam van de Veldbloem van Brussel en A.J. Cosyn, namens de Antwerpsche afdeeling van het Willemsfonds.
Des avonds had het Posthotel een groot hanket plaats waar op zich vele voorname letterkundigen en toonkunstenaars uit Noord- en Zuidnederland bevonden. Daar werd nog het woord gevoerd door de heeren J.J. Heremans, Hendrik Concience, Rolin Jacquemyns. Julius Vuylsteke, B. Block, (welke een schoon gedicht van Mevr. van Ackere voordroeg,) Max Rooses, Odillo Périer, De Vigne, Van Dooselaere, Boot' Dr. Jan Ten Brinck, enz.
Laatstgenoemde, een noordnederlandsche schrijver van hooge verdienste, stelde ter eere der Vlaamsche taal- en letterkundige Beweging nagenoeg den volgenden heildrenk in, dien wij vooral der aandacht onzer noordnederlandsche broeders aanbevelen:
‘Ik breng aan Zuidnederland den heilgroet van den Nederlandschen Stam. Ik weet wel dat ik spreek in naam der minderheid mijns lands, maar het is van de intellectuëele minderheid, die juicht bij het feest ter verheerlijking van Willems. Dit feest is eene eerebladzijde in de geschiedenis van Vlaanderen, neen, ik zeg: van Nederland. Ik zegde zooeven dat ik sprak in name der minderheid van het Noordnederlandsche volk. Er is onlangs in de Maatschappij van taal- en letterkunde te Leyden een besluit genomen (als zouden de Vlamingen bij die vereeniging op den zelfden voet met de vreemdelingen staan,) een besluit waartegen ik verzet heb ingeteekend. Te dier gelegenheid heb ik gezegd dat het Noordnederland ontbrak aan een hart voor Vlaanderen. Om dat protest te herhalen ben ik thans in uw midden gekomen (toejuiching,) en om U te zeggen dat er in Noordnederland nog mannen zijn die uw edel streven op hoogen prijs weten te stellen. Mijn hart klopte altijd warm voor wat gij deedt tot handhaving uwer nationaliteit. Uwe groote mannen zijn
| |
| |
de onze: Vondel was een Antwerpenaar; Hooft was gehuwd met eene Vlaamsche vrouw; wij bebben meer dan dertig beroemde leeraars uit Zuidnederland gehad. - In onze letterkunde danken wij voor een groot deel de fijnheid van opmerking, de warmte van 't gemoed aan de zuidnederlandsche schrijvers. Om dien dank uit te drukken breng ik dezen heildronk aan het feest van Willems, wien Nederland zooveel verschuldigd is!’
- Te Brussel is een nieuwe vlaamschgezinde kring tot stand gekomen: de Vlaamsche kunst- en letterbond. Verscheidene voorname letterkundigen en kunstenaars der hoofdstad maken er deel van.
- Volgens men ons verzekert zeu de Brusselsche Gemeenteraad, op voorstel van M. Jottrand, besloten hebben naast de Fransche namen der straten ook de Vlaamsche benamingen te plaatsen, gelijk het overigens niets dan billijk is.
- In den Provincialen Raad van Antwerpen heeft onlangs eene uoor de Vlaamsche zaak hoogst belangrijke discussie plaats gehad.
De heer Peeters-Verellen, de overtuigde verdediger der vlaamsche belangen, heeft tegen de benoeming van waalsche bedienden in de openbare ambten van Vlaamsch Belgie krachtdadig geprotesteerd. Tot staving van de gegrondheid zijner aanmerkingen verklaarde hij eene vlaamsche spoorweg-statie te kennen, waar men niet min dan 15(zegge vij(tien) waalsche bedienden aantreft, en in eene andere nog 27 (zeven-en-twintig!) walen, of anderen die geen Vlaamsch kennen.
Van eene dringende noodzakelijkheid, zegde de heer Peeters verder, is ook het afkondigen in de beide talen van al de berichten, inlichtingen en andere stuks betrekkelijk den post- en telegraafdienst.
Het spijt ons dat plaatsgebrek ons niet toelaat de schoone redevoering van den heer Peeters-Verellen op nemen.
Ten slotte van zijne voortreffelijke pleidooi ten voordeele onzer gekrenkte taalrechten deed de geachte redenaar het volgende voorstel:
‘De Raad belast de Bestendige Deputatie den Minister te verzoeken:
1o Maatregelen te willen nemen opdat een voldoende getal Belgen, Vlaamsch kunnende, toegang zouden vinden tot de openbare bedieningen.
2ö In de twee talen te laten verschijnen: de berichten, bekend- | |
| |
makingen en andere bestuurlijke stuks, waar het publiek belang bij heeft.
3o In de voorwaarden van toestemming tot het aanleggen van spoorwegen aan te stippen, dat ten minsten, de bedienden die naar de vlaamsche gemeente gezonden worden, voldoende onderwezen zijn in de vlaamsche taal om aan de belanghebbenden alle mogelijke inlichtingen te kunnen geven.
4o Te trachten ook dezelfde voorwaarde op te leggen voor de reeds aangelegde spoorbanen.
5o Aan de hedienden van posten, ijzeren wegen, telegrafen van het gansche land de verplichting op te leggen al de bestuurlijke berichten betrekkelijk den dienst ook in 't nederlandsch te laten verschijnen,’
Dit voorstel, door den heer De Cleer en anderen ondersteund, is aangenomen geworden.
In eene volgende zitting is, naar aanleiding van een ingekomen verzoekschrift, ook door den heer Peeters ten sterkste er op aangedrongen dat de Provinciale Raad zich voor zijne beraadslagingen van de moedertaal bedienen zou. De discussie van deze kwestie is tot na de stemming van het budjet verschoven.
| |
Necrologie.
- Te Capellen bij Antwerpen is den 27sten Juli jl. in 56 jarigen ouderdom overleden de heer Em Van Straelen, die zich in de Vlaamsche Beweging had doen kennen als een oprecht flamingant en een verdienstelijk schrijver. Men heeft van hem verscheidene vlugschriften, onder anderen eene brochuur ‘In Vlaanderen Vlaamsch!’ die destijds veel ophef maakte. De plechtige teraardebestelling heeft den 30n Juni te Capellen plants gehad. Onder de talrijke vrienden die den afgestorvene eene laatste hulde hebben gebracht, bemerkten wij de heeren Prof. Willems, Dubois en Schuurmans van Leuven, Frederik De Laet, Lambert Van Ryswyck, Alfried De Pooter, Max Bausart, Remy Moroy van Antwerpen, en andere leden van het Leuvensch Studenten-Genootschap Tijd en Vlijt, waarvan Van Straelen een der bijzonderste medestichters was. Bij het graf werden redevoeringen uitgesproken door MM. prof. Willems, Max Bausart en Dr. Van der Molen.
- De beroemde duitsche taalkundige Emmanuël Bekker, professor
| |
| |
aan de Hoogeschool van Berlijn, is aldaar overleden, in den ouderdom van 86 jaren.
- Een andere gekende taal- en letterkundige van Duitschland, Friedrich-Laurens Hoffmann, is den 21 Juli te Hamburg overleden. Deze geleerde heeft aan Belgie belangrijke diensten bewezen door zijne mededeelingen betrekkelijk handschriften en onbekende boeken met onze vaderlandsche geschiedenis in verband.
- De vlaamsche schilderkunst heeft een' harer verdienstelijke beoefenaars verloren in den heer Lodewijk Van Kuyck, schoonbroeder van den gevierden landschapschilder Lamorinière. Zijne begrafenis heeft den 5 Juli te Antwerpen plants gehad. In eene hartroerende grafrede heeft de heer Delin, voorzitter der afdeeling van Beeldende Kunsten van het Antwerpsch Kunstverbond, den diep betreurden kunstvriend herdacht.
- Den 14n der zelfden maand overleed te Antwerpen Baron Nottebohm, die algemeen als een milde beschermer der Schoone Kunsten was gekend. De man laat eene aanzienlijke galerij van kunstwerken na.
- Een onzer verdienstelijke vlaamsche letterkundigen, de heer Emm. Van Driessche, van Brussel, heeft het smartelijk verlies zijner echtgenote te betreuren: Mevrouw Van Driessche, geboren De Visscher. Een groot getal letterkundigen en andere gekende mannen uit de Vlaamsche Kunstbeweging woonden den lijkdienst bij.
| |
Verschenen werken.
- Schets van de Geschiedenis der Nederlandsche Letteren, door J.W. Wendel. Groningen bij Wolters.
- Snikken en Glimlachjes, poëzie uit het Studentenleven, door Piet Paaltjens. Tweede druk. Schiedam bij Roelants. - Prijs 1.40 gulden.
-Gedichten van A.J. De Bull, goedkoope uitgaaf, 8e aftev. Schiedam bij Roelants. - Prijs 30 cents per aflev.
- Johan de Boeteling, roman naar Blumenhagen. (4de afler. der Biblioth. van fraaie letteren.) Antwerpen bij De Cort.
- De Nederlandsche Zanger, keus van 20 volksliederen, (1e Reeks.)
| |
| |
Woorden van N. Destanberg, F. De Potter, A.V. Bultinck, J. Wytinck, A.J. Cosyn en H. Penninck. Muziek van R. Ludwigssohn. Gent. Prijs 50 centiemen.
- Jvo Brijs, zedenverhaal, door J.F. Van Droogenbroek. Gent bij W. Rogghé - Prijs. 1.50 fr.
- Duizend- en een hoofdstukken over specialiteiten, door Multatuli. (Douwes Dekkers.) Delft bij Waltman. - Prijs 1.50 gl.
- Schets eener Kunstgeschiedenis van de oudheid tot in onze dagen. Vrij naar het Hoogduitsch door Johan Gram. 3de aflev. Amsterdam bij Van Kesteren. - Prijs 55 cents per aflev.
- Ph. Marnix van St. Aldegonde: Godsdienstige en kerkelijke geschriften Uitgave van J. Van Toorenbergen. 1ste deel. 's Gravenhage bij Nijhoff. - Prijs 6.50 gl.
- Staking's gedichten. Volksuitgave. Zutphen bij W. Thieme en Cie. - Prijs 15 cents per aflev.
- Leven en werken van W. en O.Z. Van Haren, Uitgave van Dr. Van Vloten. Deventer bij Tergunne. - Prijs 40 cents per aflev.
Verre van haar, Hoogduitsch lied, benevens de nederlandsche verzen door Edw. Michels, getoonzet door H. Steppe. Aalst - Prijs 50 c.
- Blikken op Frankrijk, een achttal gedichten door W.E.N. Muskeyn. Gent bij W. Rogghé. - Prijs 1,25 fr.
- Mans hand boven, tooneelspel in een bedrijf door Paul Billiet. Antwerpen bij Legros.
- Van den lande van Oversee en Der kerken Claghe, twee strophische gedichten van Jacob Van Maerlant. Uitgave van Professor Heremans. Gent.
Poëtische werken van Van Lennep. Arnhem bij Sijtoff 18de en 19de aflev. - Prijs 25 cents per aflev.
| |
Aangekondigde Werken.
- Morgenschemer, gedichten door Eugeen Van Oye. Brugge bij Edw. Gaillard en Cio.
- Eene Bloemlezing, in dicht en ondicht, verzameld door G.D. Minnaert. Arnhem bij Vanden Heuvel en Santen.
- Dicht- en Prozastukken, bekroond in den prijskamp van de Leuvensche Rederijkkamer het Kerssouwken.
|
|