Van Beethoven's grootvader.
Thans dat - ter gelegenheid van den honderdsten verjaardag van Beethoven's geboorte - als het ware de gansche wereld zich bereidt, om door schitterende muziekplechligheden de nagedachtenis des onsterfelijken toondichters te huldigen, meenen wij den lezers van ‘de Kunstbode’ aangenaam te zijn, door hun eenige bijzonderheden mede te deelen over de stamouders van Lodewijk van Beethoven, die Vlamingen waren.
Volgens onwederlegbare bewijzen, aan de stedelijke archieven van Antwerpen en Bonn ontleend, vindt men die vlaamsche afkomst vastgesteld in het volgende biographisch artikel, dat wij aan de begaafde pen van den heer Leo de Burbure, schrijver der Biographies nationales, te danken hebben:
‘Lodewijk Van Beethoven, de oude, (grootvader van den beroemden meester) was insgelijks toonkundigé. Hij werd geboren te Antwerpen, den 23 December, 1712, en overleed te Bonn, den 24 December 1773. Deze kunstenaar stamt af van eene familie welke sedert de XVIe eeuw te Rolselaer, te Leefdael en te Berthem, in de omstreken van Leuven, gevestigd was. Zijn grootvader Willem van Beethoven, echtgenoot van Catharina Grandjean, was in 1705 wijnkoopman te Antwerpen; zijn vader Hendrik Van Beethoven (geboren te Antwerpen in September, 1683, en aldaar overleden in September 1745), echtgenoot van Catharina De Herdt (gestorven te Antwerpen in november 1754) was meester-kleermaker van stiel.
Deze laatste, na eenige jaren in welstand doorgebracht, en zich zelfs het huis Sphera Mundi, dat hij in de Nieuwstraat bewoonde, aangekocht te hebben, zag zijne geldmiddelen allengskens verminderen, en hij kon ternauwernood nog in de behoeften van zijn uit twaalf kinderen saamgesteld huisgezin voorzien. Tot overmaat van onheil ontstond er tweedracht in zijn huis; de twisten gingen zelfs zóóverre, dat eindelijk Lodewijk, die de jongste zoon was, voor goed de ouderlijke woning verliet. Begaafd met eene schoone stem, en reeds een goed muziekkenner, begaf hij zich naar Leuven, om zijne diensten aan te bieden bij het Kapittel der Collegiale kerk van St. Pieters, alwaar hij den 2 November 1731, onder de kerkzangers werd aangenomen. Na-