De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 1
(1871)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina t.o. 81]
| |
[pagina 81]
| |
De Vlaamsche Leeuw.
| |
[pagina 82]
| |
Wat akelig geschreeuw...
Op! Mannen en knapen!
Te wapen! Te wapen!
Vlaanderen den Leeuw!
De vijand is daar met ketens en slaven!
Hij sterve door 't zwaard van Vlaanderens braven!
Te wapen! Te wapen!
Vlaanderen den Leeuw!
Heer, ons vrijheid en ons land
Zijn bedreigd met dood en schand.
Beziel ons hart en staal,
Geef 't recht de zegepraal!
Hoezee! de Vlaamsche Leeuw verwon!
Het onbesuisd geweld
Werd dapper neêrgeveld!
Daar klimt de zegezon!
Hoezee! de Vlaamsche Leeuw! Hoezee!
Als de morgen, frisch en prachtig,
Blinkt de kunst weer groot en machtig
Met weergaloozen glans
Aan Vlaandrens eerekrans.
De wereld knielt met diep ontzag
Voor wat de vrije geest vermag:
De Vlaamsche Maagd siert eene kroon
Van louter eigen schoon.
En hij, die vol betrouwen,
De vrijheid steunt in zijne klauwen
En steunt op onzen moed,
Hij is gekend van over eeuw
En wordt in onzen zang begroet:
Het is de Vlaamsche Leeuw!
EDM. VAN HERENDAEL.
|
|