| |
| |
| |
Kunstkroniek.
Jacob Van Maerlant's naam te Brussel.
- Er heeft kort geleden in dun Gemeenteraad van Brussel een incident plaats gehad, weinig van aard om den heer Eug. Bochart, dien wij nogtans altijd voor Vlaamsch- en Volksgezind aanzagen, in de gunst van de Vlamingen te doen stijgen.
In eene discussie over de benaming der straten, keurde de heer Bochart onder ander af, dat men aan eene straat den naam van Van Maerlant had gegeven.
Ziehier letterlijk de woordenwisseling over die kwestie:
H. Bochart. - Er is zooeven ook gesproken van eene Van Maertantstraat. Ik weet niet wat die heer Van Maerlant mag gedaan hebben, om zijnen naam aan eene straat van Belgies hoofdstad te geven, (sic)
M. Orts. - Er zijn zeker straten waarvan de ben aming zonderling en bijna onuitlegbaar is... Doch wat aangaat de Van Maerlantstraat deze verdient stellig de kritiek van mijnheer Bochart niet. Jacob Van Maerlant is de beroemdste Vlaamsche dichter der middeleeuwen, en al degenen die in de Vlaamsche letterkunde eenig belang stellen kennen zijnen naam.
‘M. Bochart. - Ik heb er nooit van hooren spreken (sic). De heeren Henne en Wouters geven in bun werk de namen op van al de celebriteiten van Brussel. Zij gewagen echter niet van Van Maerlant.’
Natuurlijk! heer Bochart, dewijl een schooljongen zelfs, laat staan een Gemeenteraadsheer, genoeg weet, dat de beroemde schrijver Van Maerlant niet te Brussel, maar wel te Damme het licht zag, alwaar hem, met tusschenkomst van het Staatsbestuur, een standbeeld is opgericht.
Ziedaar dus eene verklaring van onkunde, die wij van wege den heer Bochart niet hadden verwacht, en wij hem ook moeielijk vergeven kunnen. Hij, die onlangs nog in denzelfden Gemeente-Raad voor de verheerlijking van den Vlaamschen volksheld Agneessens het woord nam, diende toch wel in de eerste plaats Van Maerlant te kennen, die als een der rijkste perels aan Belgie's kunstkroon schittert.
Wij hopen dat de heer Eug. Bochart met Van Maerlant en zijne
| |
| |
werken verder kennis maken zal, en hij een ander maal aan den naam van dien grooten vlaamschen dichter de geringe eer niet meer ontkennen zal, (in 't fransch) op den hoek van de rue van Maerlant te prijken.
| |
Kunstnijverheid.
- Bij gelegenheid van een bezoek in de werkhuizen des heeren L. Van Moock, goudborduurder te Antwerpen, is het ons gegeven geweest een in ogivalen stijl geteekend Kerkvaandel te bewonderen, dat onder elk opzicht een meesterstuk in het vak mag genoemd worden. Op het medaljon van den standaard is, in verheven houding, de heilige Petrus afgebeeld. De prins der apostelen houdt de oogen in begeestering hemelwaarts gericht, en schijnt een geheim onderhoud met den Heiland te hebben. Met den linker voet vertrapt de heilige het kapiteel eener verbrijzelde kolom, waarop men leest Divo Jovi, een treffend zinnebeeld van het gevallen heidendom. Het tafereel is vol leven en bezieling; zelden of nooit zagen wij een gewrocht, in borduurwerk, zoo treffend wel gelukt, onder opzicht van koloriet en uitdrukking de kunst van 't penseel zoo meesterlijk nagebootst.
Dit werk is stellig een der schoonste en verdienstelijkste die wij in lang op het gebied der christelijke kunst te zien kregen; ook wenschen wij er den heer L. van Moock geluk om, en drukken de hoop uit, meer maals nog in dit kunstblad over dergelijke meesterstukken van zijne hand te kunnen gewagen.
- Ziehier de uitslag van den letterkundigen prijskamp van het Willems-fonds van Gent, voor zijne leden uitgeschreven. Alhoewel de ingezonden stukken vrij talrijk waren (56), toch is deze uitslag niet zeer schitterend geweest. Slechts de volgende gedichten zijn door den Jurij waardig geacht bekroond te worden:
1o | ‘Voorjaarsavond’ (melodie) door Jan Boucherij te Gent (een 1e prijs.) |
2o | ‘Schoonhetd, rijkdom, hart,’ (melodie) door G.N. Bols van Werchter in Brabant (een 2e prijs.) |
3o | Ik spreek van u zoo zelden’ (melodie) door C. Honig, van Koog in Holland, (een 2e prijs.) |
4o | ‘Het onweder’ (koor) door A.V. Bultynck van Knesselare (een 2e prijs.) |
| |
| |
De prijzen voor Volksliederen zijn niet toegewezen.
- In den prijskamp van de letterkundige maatschappij De Vriendschap van Roesselare, werden de prijzen behaald door de heeren: Frans De Potter (Geschiedenis), Jozef Van Hoorde (levensbeschrijving) Karel Bogaerd en A.J. Cosyn (vaderlandsche poëzie.) - Aan den heer De Vulder en aan eenen ongenoemde werden eervolle meldingen toegekend.
- Wij vernemendat de heer J. Nolet de Brauwere een nieuwen bundel Gedichten voorde pers gereed maakt, welke denkelijk in Holland zal uitgegeven worden.
- De tooneelmaatschappijen Vooruit voor Kunst en de Vlaamsche Taalminaren van Lier hebben eenen tooneel-kampstrijd uitgeschreven, waarvan de prijzen als volgt zijn vastgesteld:
Voor het drama:
1ste prijs 500 fr. en eene zilveren vergulde medalie. |
2de prijs 250 fr. en eene zilveren vergulde medalie. |
3de prijs 150 fr. en eene zilveren medalie |
|
Voor het blijspel:
1ste prijs 300 fr. en eene zilveren vergulde medalie. |
2de prijs 250 fr. en eene zilveren vergulde medalie. |
3de prijs 100 fr. en eene zilveren medalie. |
|
Aan den tooneelspeler of tooneelspeelster, die het best hunne rollen zullen vervuld hebben, zal een schoon zilveren eermetaal toegekend worden.
De Kampstrijd zal plaats hebben in den Stads-Schouwburg, aanvang nemen op zondag 23 October aanstaande, en, volgens het aantal mededingende maatschappijen, van veertien tot veertien dagen worden voortgezet. Voor nadere inlichtingen wende men zich tot het Bestuur van een der inschrijvende maatschappijen te Lier.
- De Lovensche Rederijkkamer ‘Het Kerssouwken’ schrijft eenen prijskamp van Nederlandsche tooneel- en letterkunde uit.
1. Proza. Voor het beste romantisch verhaal, ten minste twee en dertig bladzijden behelzende (klein octavo).
Eerste prijs, een gouden eermetaal. - Tweede prijs een zilveren eermetaal. - Derde prijs eene eervolle melding.
| |
| |
II Poëzie. - Voor het beste gedicht, waarvan het onderwerp aan de geschiedenis der Nederlanden ontleend is.
Eerste prijs, een gouden eermetaal. - Tweede prijs een zilveren eermetaal. Derde prijs eene eervolle melding.
III Deftige uitgalming. 1e vak voor mededingers die reeds zijn bekroond geweest: eerste prijs een gouden eermetaal. - Tweede prijs een zilveren eermetaal. - Derde prijs eene eervolle melding.
2e vak. Voorde overigen: eerste prijs, een gouden eermetaal. - Tweede prijs een zilveren eermetaal - Derde prijs, eene eervolle melding.
IV. Boertige uitgalming. Eerste prijs een gouden eermetaal. - Tweede prijs, een zilveren eermetaal.-Derde prijs, eene eervolle melding.
Het prospectus van dezen prijskamp is verkrijgbaar bij den heer Th.R. Herremans boekhandelaar, Krakestraat te Loven.
Onze lezers zullen het ons niet ten kwade duiden, dat wij ons in't vervolg bij de eenvoudige vermelding van al die prijskampen bepalen, en de voorwaarden - die dan toch altoos dezelfde zijn ter zijde laten; wij vertrouwen, dat zij ons veeleer dank zullen weten deze plaats aan de mededeeling van letterkundige bijdragen te besteden. De Vlamingen hebben van ouds er veel op gehad met die vreedzame strijden op het kunstgebied; ook wij roepen thans den strijdlusligen toe: Aan 't werk! want hoewel wij erkennen moeten dat de prijskampen, over 't algemeen, weinig voortbrengen, toch zijn wij er partijgangers van, omdat ze leven en werkzucht opwekken.
- Het verslag over den driejaarlijkschen prijskamp van nederlandsche litterateur in België, is in het staatsblad te Moniteur belge verschenen. Men weet dat de prijs aan den heer Conscience is toegewezen voor zijnen volksroman Bavo en Lieveken.
- Naar wij vernemen zal er eerlang te Gent een vlaamsche kunstkring tot stand komen, in den aard van het Vlaamsche Volk van vroeger, waaraan schilders, beeldhouwers, componisten, letterkundigen, enz. al die zich met de beoefening der kunst bezig houden zullen deelmaken. - Wij juichen dit ontwerp van harte toe, en wenschen den nieuwen kring veel bijval.
- Den 4 September jl. is te St. Joos- ten-Oode het borstbeeld in- | |
| |
gehuldigd van den dichter J.B. Houwaart. Redevoeringen werden uitgesproken door de heeren Prof. Van Bemmel en Corn. Verbrughe, en twee vlaamsche kooren uitgevoerd door de maatschappijen De Wijngaard en De Veldbloem van Brussel.
Toonkunde. - Als opening van het zangfestival, tijdens de anlwerpsche gemeentefeesten gegeven, werd er eene cantate uitgevoerd, door Benoit opzettelijk voor de omstandigheid vervaardigd. Dit nieuw gewrocht mag stellig onder de beste van dien vlaamschen Maëstro gerekend worden. Het gedicht, getiteld de ‘De Vlaamsche Leeuw’ is van onzen medewerker Edmond Van Herendaal, een van onze veelbelovende jonge letteroefenaren.
- De heer Peter Benoit legt thans de laatste hand aan zijn oratorio ‘De Oortog’, poëzie van Van Beers. Naar alle waarschijnlijkheid zal het werk nog gereed zijn om den volgenden winter opgevoerd te worden.
- Een jonge vlaamsche componist, de heer H. Van den Berghe, die zich door enkele muziekstukjes reeds gunstig kennen deed, houdt zich nu onledig met het toonzetten van eenen ‘Liederenkrans’ en andere gedichten van luitenant Van de Weghe. Reeds twee gemoedemelodiën ‘Ik denk aan haar’ en ‘Uwe liefde’ zijn verschenen.
- Het schijnt dat de onderhandelingen met het brusselsch gemeentebestuur, om het nationaal opera in de hoofdstad weder tot stand te brengen, eindelijk tot een gunstigen uitslag zullen leiden. - Beter laat dan nooit.
| |
Schilder- en beeldhouwkunst.
- Op zondag, 14 Augusti, jl. heeft te Antwerpen de opening der driejaarlijksche tentoonstelling plaats gehad, ingericht doer de maatschappij tot bevordering van Schoone Kunsten.
Niet minder dan 1113 werken van Schilder- en Beeldhouwkunst zijn ingekomen, waaronder vele van uitstekende verdiensten. Behalve de meeste onzer belgische kunstenaars, hebben vele der beroemsle meesters uit den vreemde medegewerkt, waaron ler de heeren Cermak. Stevens, Jager, Steinbach, Zimmerman, Von Thorn, Daubigny, Zuccoli, enz,
- Denzelfden zondag, om 2 ure namiddag, werd, in het bijzijn der heeren raadsleden en een groot getal belgische en vreemde kunste- | |
| |
naars, on het stadhuis de zaal ingehuldigd, welke wijlen Baron Henrij Leys met prachtige muurschilderingen heeft versierd.
Te dier gelegenheid sprak de heer D'hane de Steenhuize, in eene treffende vlaamsche redevoering, over de verdiensten van dien uitstekenden kunstenaar, die zooveel tot den roem der vlaamsche schilderschool heeft bijgedragen.
Het Antwerpsche Stadhuis zal voor onzen beroemden Leys zijn, wat de zalen van het Vaticaan voor Raphaël, de Pinocotheek van Munchen voor Kaulbach, en het Paleis van Schoone Kunsten te Parijs voor De la Roche zijn.
| |
Onthulling van J. Van Ryswyck's monument.
- Met genoegen hebben wij die huldebetooging bijgewoond. Wat ons echter minder genoegen deed, was te zien dat, op eenige schreden afstand van Jan Van Ryswyck's prachtig grafgesteente, slechts een armzalige, half verbrokkelde steen ons het graf aanduidt van zijn talentvollen broeder, den Volksdichter Theodoor van Ryswyck.
Niemand zal zeker aan Jans nagedachtenis eene eer betwisten, waarop hij ‘als begaafde vlaamsche dichter’ ten volle recht heeft; doch vele Vlamingen zijn van gevoelen dat de commissie voor Jan Van Ryswycks monument aan deze betooging een wat al te politiek karakter heeft gegeven. De Brusselsche kring De Veldbloem, onder anderen, heeft daarover, in antwoord op den omzendbrief dier Commissie, opentlijk hare meening uitgedrukt.
Bij de onthulling, die veel volk had uitgelokt, hebben verscheidene sprekers het woord gevoerd, waaronder Prof. Van Driessche van Brussel, Jos. Van Hoorde van Gent, Salvador van Haarlem, Em. Rosseels, Eug. Vander Linden en Moreels van Antwerpen. - Het Van Crombrugghe's Genootschap van Gent voerde eene gelegenheidscantate uit, poëzie van Jan Boucherij, muziek van Edward Blaes, twee jonge schrijvers die veel van zich laten verhopen.
Het praalgraf is een schoon kunstwerk, dat den teekenaar Hubert Meyer, evenzeer als den beeldhouwer Plyn tot eere verstrekt.
Het bas-relief met Van Ryswyck's afbeeldsel is vooral meesterlijk uitgevoerd.
| |
Necrologie.
- Onlangs heeft de Nederlandsche litteratuur weder
| |
| |
een gevoelig verlies ondergaan. De zoo gunstig gekende dichter A. Bogaers, van Rotterdam, is dezer dagen te Spa op 75 jarigen leeftijd overleden.
Mr. Bogaers laat een ruim aantal verdienstelijke dichtwerken achter waaronder De Tocht van Heemskerk naar Gibraltar, dat algemeen als een meesterstuk van beschrijvende poëzie wordt aanzien, en een Lierzang aan de nagedachtenis van Belgie's eerste koningin, dichtstuk dat, in 1850, door het Belgisch Staatsbestuur werd bekroond met het gouden eermetaal.
Niet slechts als begaafd dichter, maar ook als geleerd taalkundige, werd Bogaars hoog geschat. Korts voor zijn afsterven verscheen van hem nog, in het tijdschrift De Toekomst van Frans De Cort, een merkwaardig philologisch artikel.
Bogaars' naam zal gewis, bij al wie in onze letterkunde belang stelt, lang in eere behouden worden. - Eene volledige uitgave zijner nagelaten schriften zou ongetwijfeld veel bijval vinden.
| |
Bladvulling.
Drie regels prente een landvorst diep in 't hart.
Ten eerste: dat hij over menschen heerscht;
Ten tweede: dat hij vervolgens wetten heerscht;
Ten derde: dat hij niet voor eeuwig heerscht.
| |
| |
| |
Verschenen Werken.
- Mirtebladen. Gedichten door Mevrouw David-Van Peene. Antwerpen bij Sermon. 198 bladz. - Prijs 2 fr.
- Najaarsvruchten. Gedichten door Mevrouw van Ackere. Gent bij Van der Haeghen.
- De Scheepstimmerlieden. Novelle door D. Sleeckx. Antw. bij De Cort. 92 bladz, - Prijs buiten inschrijving 1 fr. (voor de inschrijvers op de Bibliotheek van fraaie letteren slechts 65 centiemen).
- Kunst en Liefde. Roman door Sleeckx. Gent bij W. Rogghé. 160 bladz. - Prijs 2 fr.
- Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling. Groningen bij Wolters. 136 bladz. - Prijs 1 fr.
- L'Instituteur Communal, par Mad. Courtmans. Traduit du flamand par Ed. Barlet. Huy, chez Van Heems.
- Volksuitgave van Tollens' gedichten, 2e aflev. Leewarden bij Suringar. - Prijs 70 centiemen per aflevering.
- Volksuitgave van Vondels complete dichtwerken, 3e aflevering. 'sHertogenbosch bij Bogaars. - Prijs 25 cent. per aflev.
- Volksuitgave van Cats' complete werken. 8e en 9e aflev. Schiedam bij Roelands. 35 centiemen per aflev.
- Volledige werken van P.F. Van Kerckhoven, 7e deel. Antw. bij De Cort.
- Vergeet mij niet, dichtbloempje op het graf van P. Bosch en Th. Van Hoceke, door Jan Boucherij, Gent bij Van der Haeghen. - Prijs 50 centiemen.
- Ik denk aan u, romance woorden van Jan Boucherij, muziek van E De Bie. Gent bij Van Gijsel.
- De Heiland, dichterlijke beschouwingen op het leven van Jesus. Antwerpen bij Buschman. Prijs 3 fr.
- Liefdepeerlen. Zes melodiën, (1e bundel) poëzie van Eng. Van Oye, muziek van Edw. Blaas. Gent bij Gevaert. -Prijs 5 fr. buiten inschrijving; 3 fr. voor de inteekenaars. (Wij komen op deze uitgave later terug.)
- De oorlog. Gedicht door J. Blockhuys. Bij de meeste boekhandelaars verkrijgbaar. - Prijs 30 centiemen.
| |
| |
- Twee Rhynlandsche novellen, door Tony, (2 aflev. der Bibliotheek van fraaie letteren.) Antwerpen bij De Cort. 68 bladz.
- Een Eerlijk Man, tooneelspel in drie bedrijven, door A. Vande Kerckhove. Antwerpen bij Ed. Donné.
| |
Aangekondigde Werken.
- Twee Novellen (proza en poëzie) door A.J. Cosyn en Luitenant Van de Weghe. Een schoon boekdeeltje van circa 120 bladz. Prijs 1 fr. - Men schrijft in bij A.J. Cosyn (redaktie-bureel van de Vlaamsche Kunstbode) te Antwerpen.
- Poésies de Jan Van Rijswijk, traduites en vers français, par un ami des lettres flamandes. Anvers chez De la Montagne,
- Volledige werken van Eug. Zetterman. Antw. bij Legros.
- Nos poètes populaires Flamands. Traduction des oeuvres de Ledeganck, Van Beers, Van Ryswyck, Renier, Van Duyse, etc. Anvers, chez Legros.
- Castor en Pollux, blijspel in een bedrijf, door Emiel Van Goethem. Antwerpen bij Ed. Donné.
|
|