De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 1
(1871)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 36]
| |
[Poëzie]Herinnering.
| |
[pagina 37]
| |
Geluk en verdiensten.Ga naar voetnoot(1)I.
Noen, men zegge niet dat op onze aarde
alles goed of beter gaat;
dat men zegen heeft naar deugd en waarde,
Allen in gelijke maat!
Onrecht is er fier ten troon gezeten.
vaak vereerd met 's werelds lof;
wen de deugd, in 't zand ter neêr gesmeten,
krachtloos rondwroet in het stof.
Laffe mannen ziet men juichend feesten,
in fluweel en goud gekleed,
wen zoo menigmaal verheven geesten
moedloos zuchten onder 't leed.
Neen, men zegge niet dat op de wereld
alles is naar recht beschikt:
de ondeugd ziet men vaak met glans bepereld,
wen de brave in tranen slikt.
II.
Doch eens - misschien weldra - genaakt de dag,
waarop dit onrecht zal verdwijnen;
waarop de vrijheidszon, met englenlach,
de kranke Menschheid zal beschijnen.
| |
[pagina 38]
| |
Dan zal men langer niet voor klinkend goud,
als voor de Godheid, nederknielen;
dan zal de wereld - mankend nu en oud -
zich weêr met jonger kracht bezielen;
Dan zal geen baat, maar nut van 't algemeen,
het doelwit zijn van alle streven;
aan deugd en kunst en wetenschap alleen
zal 't menschdom dan vereering geven.
't Verlossingsuur! reeds rijst voor mijn gezicht
dit tijdvak, schittrend in mijn droomen.
O geest van recht, van vrede- en liefdelicht!
wanneer zult ge eens op aarde komen?
Rijsel, Januari 1870.
Leonard Buyst.
| |
De Vlinder.
| |
[pagina 39]
| |
Spaansch liefdelied.
|
|