| |
| |
| |
Auteursresidenties en uitwisselingen
De positie van Vlaamse auteurs in een internationale literaire context
Sigrid Bousset
Het literaire landschap in Vlaanderen en Europa is de laatste tien jaar ingrijpend gewijzigd. Voor een groot stuk heeft dit te maken met een grote toename van literaire mediatoren die steeds professioneler werken. ‘Literarische Vermittler’ is een in Duitsland volkomen ingeburgerd begrip - Duitsland spant dan ook de kroon als het aankomt op de kwaliteit van structuren als literatuur- en residentiehuizen, literaire agentschappen, festivals, boekenbeurzen, enz.
Ook in Vlaanderen kregen organisaties als Stichting Lezen, Behoud de Begeerte of Het beschrijf de voorbije jaren de mogelijkheid om uit te groeien tot vaste waarden die zich op diverse wijze specialiseren in de relatie tussen literatuur en lezer, de auteur en zijn publiek. Bovendien beperkt Boek. be zich al lang niet meer tot het organiseren van de boekenbeurs, werd er vorig jaar een nieuwe auteursvereniging opgericht, en zorgt het Vlaams Fonds voor de Letteren sinds haar oprichting in 1999 voor een verdere professionalisering van de letteren: auteurs en vertalers worden via beurzen gestimuleerd in hun creatieproces, maar ook de verspreiding van hun werk in binnen- en buitenland wordt ter harte genomen.
Niet alleen in Vlaanderen, maar in heel Europa rijzen literaire festivals, residentie- en literatuurhuizen, en allerlei manifestaties als paddestoelen uit de grond. De Buchmesse in Frankfurt is al lang niet meer het trefpunt louter voor het verhandelen van boeken: naast uitgevers en literaire agenten, maken ook andere literaire mediatoren uit de hele wereld gebruik van deze ontmoetingsplek om elkaar te treffen, afspraken te maken over de grenzen van de eigen taal en literatuur heen, uitwisselingen tot stand te brengen, gezamenlijke programma's te bespreken.
De inspanningen om Nederlandstalige literatuur in het buitenland onder de aandacht te brengen, wil ik, in het kader van dit themanummer, dan ook bespreken in het licht van dit op internationaal niveau geëvolueerde literaire landschap. Ik beperk me hier tot de Nederlandstalige literatuur uit Vlaanderen, en de instrumenten die diverse actoren in Vlaanderen ontwikkelen vanuit een zorg om onze literatuur op evidente wijze in een Europese context te laten meespelen. Denken we aan de inspanningen die het Vlaams Fonds voor de Letteren levert op het vlak van vertaalbeleid, de promotie-acties die Het beschrijf heeft gecoördineerd in het buitenland, de oprichting in 2004 van een internationaal literatuurhuis in Brussel, en van residenties in Vlaanderen voor buitenlandse auteurs en vertalers. Alvorens ik dieper inga op dit laatste instrument, namelijk de residenties, geef ik een korte historiek van de initiatieven die in de jaren 90 het licht zagen (en vaak ook weer verdwenen), tot aan de huidige situatie in 2007.
| |
De promotie van Vlaamse literatuur in de jaren 90: een verhaal van discontinuïteit
Een belangrijk moment was de oprichting van de Stichting Frankfurter Buchmesse in 1992. Deze Nederlands-Vlaamse Stichting werd in het leven geroepen om de organisatie te verzorgen van de prestigieuze Schwerpunktpresentatie van het Nederlandse taalgebied op de Frankfurter Buchmesse in 1993. De hele operatie bleek zo'n groot succes - de Nederlandstalige literatuur werd in de tien jaar die volgden zeer gegeerd op de Duitse markt - dat beide overheden besloten om middelen te blijven voorzien voor grote manifestaties die tweejaarlijks de literatuur uit de lage landen zouden promoten in een bepaald taalgebied. Zo kwamen Spanje (1995), Scandinavië (1997), Groot-Brittannië (1999), Italië (2001) en tot slot Frankrijk aan de beurt, waar het Nederlandse taalgebied invité d'honneur werd op de Parijse Salon du Livre in 2003.
Maar liefst 58 Nederlandstalige auteurs traden aan in Parijs. De oogst in de Franse media was enorm: Magazine Littéraire, Lire, Page des Libraires, Le Monde, Libération: alle grote literaire media publiceerden lijvige dossiers over de Nederlandstalige literatuur. De uitgeverij Le Castor Astral startte met een ‘Bibliothèque flamande’, die inmiddels vele titels rijk is.
Na het Parijse succes werd de Stichting Frankfurter Buchmesse afgeschaft. Voortaan zouden het Vlaams Fonds voor de Lette-
De cover van Schreibheft 62, gewijd aan hedendaagse Vlaamse literatuur.
| |
| |
Villa Hellebosch, Vollezele. Foto: Alexandra Cool.
ren en het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds samen nieuwe initiatieven ontwikkelen.
In diezelfde jaren 90 ontstonden nog meer initiatieven om Vlaamse literatuur onder de aandacht te brengen in het buitenland.
Het probleem was echter het gebrek aan continuïteit, waardoor resultaten op lange termijn uitbleven. Enkele voorbeelden: de Stichting voor Vlaamse literatuur in het buitenland, begin jaren 90 opgericht om de acties van de Stichting Frankfurter Buchmesse aan Vlaamse kant te coördineren, werd in 1998 weer opgedoekt. Enkele vertalers uit het Nederlands werden benoemd tot ‘prospector’ in het taalgebied waarin ze actief waren, echter ook een initiatief van korte duur. Een vereniging genaamd ‘Ex libris Flandria’ werd opgericht in de schoot van de Vlaamse Uitgeversvereniging, en twee jaar later weer afgeschaft. Ook het vertalershuis in Leuven zag het licht in de jaren 90, en bestaat gelukkig nog steeds, al is de huidige werking vatbaar voor verbetering.
Onafhankelijk van deze ontwikkelingen ontstond de literaire vereniging Het beschrijf in 1998. De jonge vereniging fungeerde van bij haar ontstaan als coördinator van de grote buitenlandacties van de Stichting Frankfurter Buchmesse, en bouwde ook daarnaast veel ervaring op in de internationale literaire context, ondermeer met kleinere acties in diverse taalgebieden. In 2004 lanceerde Het beschrijf, vooral bekend omwille van het grote literaire festival ‘Het groot beschrijf’, twee nieuwe initiatieven: het internationale literatuurhuis Passa Porta in Brussel, en het meerjarenproject ‘Residenties in Vlaanderen. Auteurs en vertalers te gast’.
| |
Anno 2007
Anno 2007 stellen we vast dat, sinds de opheffing van de Stichting Frankfurter Buchmesse in 2003, nauwelijks nog promotionele buitenlandacties werden opgezet vanuit Vlaanderen, met uitzondering van het geslaagde ‘Kennen Sie Ihre Nachbarn?’ in 2004, een festival waarmee de Nederlandstalige letteren alle grote literaire podia in Berlijn een week lang hebben bezet. In dat kader weidde het prestigieuze Duitse tijdschrift Schreibheft een nummer aan de Vlaamse literatuur: Göttliche Monster - eine Literatur aus Belgien. Het was meteen ook de laatste Nederlands-Vlaamse actie waarmee de Nederlandstalige literatuur in zijn geheel in een bepaald taalgebied onder de aandacht werd gebracht. Auteurs, vertalers en uitgevers kijken met heimwee terug naar deze gezamenlijke acties die heel wat dynamiek en beweging op gang hebben gebracht in de ons omringende grote taalgebieden. Nochtans leden ook deze ambitieuze campagnes aan een gebrek aan continuïteit op beleidsniveau. Hoe efficiënt en goed georganiseerd de acties zelf ook waren, er werden toen in Vlaanderen geen middelen of mandaten voorzien om een follow-up te garanderen, om te oogsten wat gezaaid werd, het ijzer te smeden terwijl het heet was, de contacten met buitenlandse uitgevers, podia en journalisten systematisch op te volgen, een aanspreekpunt te blijven voor de vertalers, en auteurs verder te ondersteunen in het veroveren van een bepaald taalgebied. De dag waarop een actie in het buitenland eindigde, hield ook de opdracht van de coördinerende instantie op. Niemand leek de noodzaak in te zien om deze grote campagnes te continueren met goed voorbereide, kleinere initiatieven. Er hadden met andere woorden, in verhouding tot de gedane inspanningen, nóg meer resultaten kunnen worden geboekt in de vorm van vertalingen, doorbraken van Vlaamse auteurs, aanwezigheid op termijn op grote podia of in de buitenlandse pers.
Dat is het verleden. Inmiddels doet het Vlaams Fonds voor de Letteren sinds enkele jaren inspanningen om een buitenlandbeleid voor de Vlaamse letteren vorm te geven, gebaseerd op continuïteit. Ook het literaire veld is hier vragende partij. Het Fonds heeft ervoor gekozen om zich voorlopig, eerder dan op zichtbaarheid, manifestaties en actieve aanwezigheid van auteurs in het buitenland, te concentreren op de uitbouw van het broodnodige apparaat dat de basis vormt van een efficiënte internationale politiek: het in kaart brengen van de buitenlandse uitgevers en vertalers, het aanmaken van een bibliotheek van Vlaamse auteurs in vertaling, het maken van Engelstalig promotiemateriaal per Vlaamse auteur, het financieren van fragmentvertalingen, het aanwezig zijn op vakbeurzen, en het actief benaderen van uitgevers in prioritair vastgelegde taalgebieden.
Kortom, dit basisapparaat, dat tijdens de grote manifestaties van de Stichting Frankfurter Buchmesse steeds opnieuw improvisatorisch tot stand moest komen, is nu voorhanden op het Vlaams Fonds voor de Letteren.
De tijd is dan ook rijp om alle opgedane ervaringen samen te brengen en met de Vlaamse literatuur ten volle naar buiten te komen, ambitieuze krijtlijnen uit te zetten voor de nabije toekomst, actief in te werken op het internationale literaire veld, op verschillende fronten tegelijk, om uitwisselingen tot stand te brengen, Vlaamse auteurs individueel of in
| |
| |
groep uit te sturen naar de grote festivalpodia in de wereld, de boekenbeurzen en de residentie- en literatuurhuizen - nu zijn onze auteurs immers systematisch afwezig op grote buitenlandse podia en ontmoetingsfora -, en dit alles in een regelmatige samenwerking met onze Nederlandse collega's. Want zeg nu zelf: welke buitenlandse uitgever, festivalorganisator of directeur van een literatuurhuis maakt een onderscheid tussen een auteur uit Nederland of één uit Vlaanderen? De krachten bundelen biedt, zo blijkt uit het verleden, in een medium als literatuur waarin de taal de bindende factor is, het meest garantie op resultaat.
Inmiddels hebben zich in Vlaanderen de voorbije jaren nieuwe instrumenten ontwikkeld die van belang zijn in dit promotiebeleid in internationaal perspectief: auteurs- en vertalersresidenties, literatuurhuizen, literaire festivals, netwerkmeetings, enz. Binnen het bestek van deze bijdrage ga ik, zoals mij werd gevraagd, enkel uitgebreider in op de residenties voor buitenlandse auteurs en vertalers in Vlaanderen.
| |
Residenties openen deuren
Residenties voor buitenlandse schrijvers in Vlaanderen: tot voor enkele jaren bestond het nog niet. De Vlaamse afdeling van de PEN-club startte als eerste met het ontvangen van buitenlandse auteurs, specifiek die auteurs die in eigen land vervolgd worden, en geen plek hebben om te schrijven. De literaire vereniging Het beschrijf koesterde reeds van bij haar ontstaan in 1998 de droom om een internationaal literatuurhuis in Brussel op te richten, waarin ook een residentie voor auteurs zijn plaats zou krijgen. In 2004 werd deze droom concreet: er werd een geschikt pand gevonden in de Dansaertstraat, het literatuurhuis kreeg de naam Passa Porta, een meertalige boekhandel, een literair podium, kantoren, workshopruimtes, en een residentie-appartement voor buitenlandse auteurs werden voorzien. Het openen van deuren tussen talen, literaturen en culturen werd de basismissie.
Tijdens de periode van de voorbereidingen in 2003, stelde een ons toen nog onbekende dame, Alexandra Cool, voor om haar woning in het Pajottenland open te stellen voor auteurs die er rustig zouden kunnen werken. Toen we een kijkje gingen nemen kwamen we terecht in een prachtig tijdloos domein met een pretentieloze charme. Het huis bleek ideaal voor het ontvangen van gasten: naast het privégedeelte van de eigenaar bevinden zich twee smaakvolle studio's waar gasten autonoom kunnen functioneren. Een eetkamer en een grote zolder zijn geschikt voor het organiseren van gesloten literaire bijeenkomsten
Een werkkamer in Villa Hellebosch. Foto: Alexandra Cool.
en ontmoetingen. We hadden al eerder residentiehuizen voor auteurs in het buitenland bezocht, zoals de Villa Mont Noir in Nord-Pas-de-Calais, of het Literarisches Colloquium aan de Wannsee in Berlijn, en begrepen dat dit domein een erg aantrekkelijke residentieplek in Europa kon worden. Die mening werd gedeeld door de administratie cultuur van de Vlaamse Gemeenschap, die een jarenlange ervaring heeft met het ontwikkelen en ondersteunen van residenties voor kunstenaars. Naast verschillende residentiehuizen voor beeldend kunstenaars in Vlaanderen, en twee residentie-appartementen voor literaire vertalers in het Begijnhof in Leuven, kreeg Vlaanderen er nu - naast de PEN-flat - een structureel uitgebouwde residentie bij voor buitenlandse auteurs, die meteen ook deel uitmaakt van een heel netwerk aan residentiehuizen voor auteurs in Europa en de wereld. Deze internationale dimensie maakt van de residenties in Vollezele en Passa Porta belangrijke instrumenten in een internationaal letterenbeleid gericht op uitwisseling. Niet alleen is Vlaanderen zo gastvrij om auteurs uit het buitenland een werkverblijf aan te bieden, omgekeerd is het ook zo dat mogelijkheden worden gecreëerd voor Vlaamse auteurs om contacten te leggen, in buitenlandse residenties te verblijven, te worden uitgenodigd op literaire bijeenkomsten in het buitenland, en te worden vertaald.
Het beschrijf ontvangt gemiddeld 15 auteurs per jaar in residentie, hetzij in het Passa Porta appartement, hetzij in Villa Hellebosch. Een verblijf varieert van 4 tot 8 weken. Auteurs van diverse nationaliteiten waren reeds te gast, veelal Europees, maar ook buiten Europa. In overleg met buitenlandse partners, adviseurs en culturele instituten selecteerden we kwaliteitsvolle auteurs uit ondermeer Duitsland, Estland, Canada, Turkije, Rusland, Oostenrijk, Finland, Polen, Denemarken, Frankrijk, Nederland, Litouwen, Italië, Portugal, Mexico en de Verenigde Staten. Auteurs kunnen spontaan kandideren, maar even vaak nodigt Het beschrijf zelf auteurs uit, of worden auteurs aangezocht een werkverblijf op te nemen in het kader van een samenwerkingsverband. Zo ontvingen we de beroemde Ludmilla Oelitskaja en haar jongere collega Ilja Kotsjergin in samenwerking met Europalia Rusland. In overleg met culturele instituten en ambassades wordt steeds een auteur geselecteerd uit het land dat voorzitter is van de Europese Commissie: Atima Srivastava en Choman Hardi uit Groot-Brittannië, Franzobel uit Oostenrijk, Hannu Raitilla uit Finland, Tanja Dückers uit Duitsland, binnenkort José Direitinho uit Portugal. Verder leggen we ons oor te luisteren bij de Nederlandstalige uitgevers, buitenlandse literaire partners, universiteiten, auteurs en vertalers.
| |
Gastvrijheid, creatie, uitwisseling
De drie basisbegrippen in het uittekenen van het beleid rond literaire residenties zijn gastvrijheid, creatie en uitwisseling.
| |
| |
Sfeerbeeld Villa Hellebosch, april 2004, met ondermeer Michaël Zeeman, Ilja Leonard Pfeijffer, Adriaan Van Dis. Foto: Patrick de Spiegelaere.
Gastvrijheid: auteurs krijgen de gelegenheid om in alle rust, ver van hun vertrouwde context, te werken aan een manuscript. Dat is de basisbedoeling van een residentieverblijf.
Creatie: de auteur krijgt de nodige tijd om zich te concentreren op het schrijven van nieuw werk en er wordt voor een goede
De schrijversflat van Passa Porta.
balans gezorgd tussen creatie en ontmoeting. De auteur trekt zich bij voorkeur terug in een residentie op cruciale momenten van een creatieproces: bij de geboorte of finalisering van een nieuw werk, of wanneer een bepaald project is vastgelopen en verandering nodig is. De residenties in Brussel en Vollezele blijken steeds opnieuw auteurs in beweging te brengen, in een stroom van creativiteit, en vaak keren de auteurs terug naar huis met veel meer materiaal dan ze hadden durven hopen. Soms is de keuze voor een verblijf in Vlaanderen zeer bewust, en staat het verblijf in functie van research (politiek, cultureel, geschiedenis...) in onze regio. Een aangename vaststelling is dat Brussel, Vlaanderen, België inspirerend blijken te zijn: velen gaan in hun nieuwe werk aan de slag met de hier opgedane ervaringen. Er zullen in de toekomst nieuwe boeken op de Europese markt verschijnen met Brussel, Vlaanderen, België als decor, als aandachtspunt, zelfs als tweede thuis. Enkele voorbeelden. Zopas rolde De ville en ville, het nieuwe boek van de Turkse auteur Nedim Gürsel, van de persen bij de prestigieuze uitgeverij Seuil: het openingsstuk is gewijd aan Brussel en werd geschreven tijdens zijn verblijf in Passa Porta in november 2004. De Spaanse dichteres en filosofe Chantal Maillard werkte in Brussel een maandlang aan poëtisch proza, waarbij zij op zoek ging naar de sporen van haar kindertijd in Brussel en Vlaanderen. De Franse auteur Sylvie Durbec trad tijdens haar verblijf in Vollezele in de sporen van W.G. Sebald en deed de wandeling over van Mechelen naar Breendonk, belangrijk onderdeel van Sebalds laatste roman Austerlitz. En de wereldberoemde Amerikaanse auteur Richard Powers verdiepte zijn fascinatie voor de cultuur van de Lage Landen verder tijdens zijn verblijf in Passa Porta.
Uitwisseling: de regelmatige aanwezigheid van dit intellectuele potentieel van over de hele wereld biedt een meerwaarde voor het hele culturele leven in Vlaanderen. Voor onze literaire wereld van schrijvers, mediatoren en lezers is de kennismaking met buitenlandse schrijvers die hier een tijd verblijven en met een andere blik naar onze regio kijken verrijkend. We vragen dan ook elke auteur in residentie om een tekst te schrijven met bevindingen over zijn verblijf, zijn blik op België, Vlaanderen, Brussel. Die teksten verschijnen regelmatig in de media, zijn op de website te lezen, en zullen worden samengebracht in een publicatie. Verschillende auteurs-in-residentie krijgen de gelegenheid zich aan het publiek te presenteren tijdens een programma in Passa Porta, en regelmatig worden gesloten bijeenkomsten georganiseerd waarin de uitwisseling tussen de residenten en de Vlaamse literaire wereld centraal staat.
Sfeerbeeld Villa Hellebosch, april 2004. Foto: Patrick de Spiegelaere.
Maar even belangrijk is de omgekeerde beweging, namelijk het feit dat de aandacht voor Vlaamse literatuur in het buitenland op indirecte wijze wordt verhoogd. Als ‘return’ voor de gastvrijheid bieden buitenlandse schrijvers vaak spontaan aan om als intermediair op te treden. De auteurs in residentie gaan bijna zonder uitzondering Vlaamse literatuur in vertaling lezen, nemen die kennis mee, en zijn behulpzaam bij het tot stand brengen van contacten met literaire organisaties in hun land: festivals, residenties, tijdschriften en uitgeverijen.
Zo heeft de Mexicaanse auteur Marco Antonio Campos tijdens zijn verblijf in Vollezele samen met Stefaan Van den Bremt gewerkt aan een bloemlezing hedendaagse Vlaamse poëzie in het Spaans, die in juni 2006 verschenen is, wil de Estische Doris Kareva, verbonden aan ‘Literature across frontiers’, in de toekomst graag meer Vlaamse auteurs in residentie zien in Noord Europa, pleit de Weense Lydia Mischkulnig voor een samenwerking tussen Passa Porta en de Oostenrijkse literatuurhuizen, en brengt de Noorse auteur Finn lunker het contact tot stand met de initiatiefnemers van het gloednieuwe literatuurhuis in Oslo.
| |
Auteurs en mobiliteit: uitwisselingsprogramma's
De uitwisselingen tussen verschillende landen in het kader van residentieprogramma's wordt inmiddels niet meer aan het toeval overgelaten. De Vlaamse auteurs zijn immers nauwelijks op de hoogte van de mogelijkheden die Europa en bij uitbreiding de wereld
| |
| |
biedt omtrent residenties. Gesprekken met verschillende buitenlandse fondsen, literatuur- en residentiehuizen tijdens de laatste Frankfurter Buchmesse in 2006, leerden ons dat vele landen vragende partij zijn om residentie uitwisselingsprogramma's op te zetten, en geleidelijk aan te bouwen aan een actief netwerk - hopelijk gesteund door een Europese subsidie - waarin de ontmoeting tussen talen, literaturen en culturen centraal staat. In 2007 worden alvast vijf uitwisselingsprogramma's gerealiseerd: terwijl we in Vollezele of Passa Porta een auteur ontvangen uit Québec, Nederland, Estland, Letland en Kroatië, verblijven in de loop van 2007 Vlaamse auteurs in Montréal, Amsterdam, nabij Talinn, in Ventspils en in Dubrovnik. Bedoeling is om, naar aanleiding van het verblijf van de auteur, elkaars literatuur te promoten en contacten te verdiepen. Andere partners die op het verlanglijstje staan vanaf 2008: Ledig House (New York), The Baltic Centre for writers and translators (Gotland, Zweden), de House of Literature op het eiland Paros (Griekenland), en schrijversverblijven in Denemarken en Israel.
| |
Vertalers-in-residentie
Buitenlandse vertalers kunnen terecht in het vertalershuis te Leuven voor een periode van 1 maand. Ze brengen een specifiek vertaalproject mee, gelieerd aan de Nederlandstalige literatuur uit Vlaanderen, en worden een maand lang ondergedompeld in de taal en het culturele leven in Vlaanderen.
Ook in Vollezele kunnen vertalers terecht, voor korte periodes van één week, om intensief te werken aan een concrete vertaling, in samenwerking met de auteur. Zo stelde het Vlaams Fonds voor de Letteren aan de voortreffelijke vertaalsters Heike Barriga en Veronika Mathé een werkverblijf voor in Vollezele in functie van de finalisering van hun vertaling van Annelies Verbekes Slaap, respectievelijk naar het Duits en het Hongaars. Deze intensieve joint-residencies blijken nuttig zowel voor vertaler als auteur.
Omgekeerd kunnen Vlaamse vertalers ‘hun’ buitenlandse schrijvers ontmoeten door ze voor te stellen als resident. Tijdens het residentieverblijf kan de Vlaamse vertaler zijn vertaling op punt stellen in samenwerking met de auteur. Op verzoek van vertalers Katelijne De Vuyst en Marij Elias nodigden we de Franse auteur Olivier Rolin uit voor een residentieverblijf in Passa Porta, en de Oostenrijker Norbert Gstrein was onze gast op vraag van vertaalster Els Snick. Twee prestigieuze gasten die het zeer naar hun zin hadden. In beide gevallen werden de vertalingen naar het Nederlands feestelijk gepresenteerd in Passa Porta, in samenwerking met de uitgevers.
De schrijversflat van Passa Porta.
| |
Brede internationale context
De Vlaamse literatuur bloeit. En dat geldt voor de verschillende genres: proza, kinder- en jeugdliteratuur, poëzie. Terwijl de middengeneratie gestaag grote kwaliteit blijft afleveren, heeft zich de voorbije jaren een nieuwe generatie van talentvolle auteurs gemanifesteerd, op zeer diverse, persoonlijke en overtuigende wijze. Het literaire landschap in Vlaanderen en Europa is veranderd, met een grote toename aan mediatoren en mogelijkheden
Sigrid Bousset, Hugo Claus, Paul Claes en Hafid Bouazza, Passa Porta openingsweek, oktober 2004.
voor grensoverschrijdende samenwerkingen. Een toekomst is dan ook niet meer veraf waarin de Vlaamse auteurs met hun vertaalde literatuur als vanzelfsprekend kunnen opgaan in een bredere internationale context, en aanwezig zijn in grote en kleine taalgebieden, op de gevestigde en de nieuwe internationale literaire fora. Dat is een bijzonder spannend vooruitzicht. Voor de auteurs. En voor de lezers. Niet alleen in Vlaanderen. Maar in Europa en de hele wereld.
|
|