[Nummer 316]
Vertalen en vertaalbeleid
Een gesprek met Carlo van Baelen
Julien Vermeulen
In de volgende bijdragen onderzoeken we enkele facetten van de Nederlandse en Vlaamse literatuur in het buitenland.
Zonder volledigheid te willen nastreven, brengen enkele medewerkers een recent aspect van de vertaalproblematiek of van de receptie van Nederlandstalige letteren naar voren. Om die thematiek in een ruimer verband te plaatsen, openen we met een interview: Carlo van Baelen van het Vlaams Fonds voor de Letteren licht het huidige vertaalbeleid toe.
Onlangs werd opgemerkt dat er van de Nederlandse literatuur nauwelijks iets beschikbaar is in Arabische of Turkse vertalingen. Twee doeltalen die, in Vlaanderen, toch integratiebevorderend zouden werken.
In 2003 hebben we met het Vlaams Fonds voor de Letteren prioriteiten gesteld en een doelgericht beleidsplan opgesteld. Concreet betekent dit dat we niet receptief wachten op vragen voor vertaalsubsidies van buitenlandse vertalers of uitgevers, maar dat we ons pro-actief inzetten om Vlaamse titels aan buitenlandse uitgevers te presenteren. We doen dus een actieve prospectie in Europa, contacteren en bezoeken buitenlandse uitgevers en gaan na welke titels van Vlaamse auteurs in hun fonds zouden kunnen passen. Binnen de budgettaire mogelijkheden hebben we prioriteiten moeten opstellen in verband met de doeltalen. In de eerste plaats bewerken we de aangrenzende taalgebieden. Via deze talen wordt de hele wereldmarkt bereikbaar. In deze benadering staan we niet alleen, ook het Nederlands Literair Productie- en Vertalingen Fonds - waar we intens mee samenwerken - is bij zijn oprichting in 1991 zo gestart. Intussen zijn ze wereldwijd actief en zijn China en Zuid-Amerika hun doelgebieden.
Binnen de buitenlandse markt wil u dus proberen specifieke niches te bereiken voor het Vlaamse of het Nederlandse boek?
Neen, helemaal niet. Het etiket ‘Vlaams’ of ‘Nederlands’ betekent voor de buitenlandse lezer weinig en is inhoud-loos. Het interesseert de lezer niet waar een boek vandaan komt, wel waar het over gaat. We pakken dus niet uit met het label ‘dit is Vlaams’, dat heeft geen effect. Het is trouwens ook bijzonder moeilijk om de eigenheid van de Vlaamse literatuur te omschrijven in een internationale context. Het conventionele Vlaanderen-beeld met alle stereotiepen van de Timmermans- en Claes-vertalingen bestaat niet meer. Die hardnekkige clichés die we lang geëxporteerd hebben, werken op de actuele markt niet meer na. In die zin willen we met onze presentaties niet direct vertrekken vanuit specifieke Vlaamse auteursnamen, maar eerder vanuit bepaalde thema's, titels of onderwerpen. Een voorbeeld: van Tom Lanoye zijn er titels die teveel voorkennis van Vlaamse en Belgische toestanden veronderstellen om die op de Europese lezers los te laten. Andere publicaties van hem, zoals de theatertekst Fort Europa bijvoorbeeld, hebben wel een internationale herkenbaarheid. We trachten in te schatten welke werken buitenlands potentieel hebben. Een titel van Dimitri Verhulst over de immigratiethematiek is herkenbaar en kan ook een breed publiek aanspreken.
Toch geeft u prioriteit aan bepaalde auteurs, u selecteert namen. Vrij veel jonge namen worden gepromoot. Steekt daar een bepaalde lijn in?
Dat we prioriteiten stellen is normaal. Dat is de essentie van een goed beleid. ‘Alles voor iedereen’ leidt tot een waardenloos en onoverzichtelijk aanbod voor buitenlandse uitgevers. Eerste criterium is de literaire kwaliteit - uiteindelijk is elke vertaling een ambassadeur voor het literaire aanbod in Vlaanderen, een mogelijke smaakmaker voor meer. Je pakt uit met het beste wat je in je boekenkast hebt. Tweede criterium is het ingeschat vertaalpotentieel waarbij elementen als universaliteit, authenticiteit, creativiteit, vertelkracht, vernieuwing, verrassing, fascinatie een rol spelen. Kortom de drijfveren voor een zoekende lezer in boekhandel of bibliotheek om voor een bepaalde titel te kiezen op basis van
Werk van illustratoren Dimitri Leue en Sabien Clement. Uit: M. Vermeulen, Colouring Outside The Lines. Flemish Illustrators Making Their Mark, Berchem, Flemish Literature Fund, 2006.
de beschikbare informatie. Uiteraard kijken we ook naar de algemene receptie in Vlaanderen en Nederland, welke (publieks)prijzen een boek kreeg, wat waren de verkoopsresultaten in Vlaanderen... Vanuit die combinatie van argumenten proberen we buitenlandse uitgevers te overtuigen onze voorstellen op te nemen in hun fonds. Hiervoor hebben we een repertoire van ruim 35 proza backlisttitels, aangevuld met recent verschenen titels. Uit dit pakket selecteren we een vijftal concrete publicaties waarmee we gericht naar een welbepaalde uitgever toestappen. We opteren voor een actieve, wervende aanpak met een één-op-één-relatie. Iedere uitgeverij heeft zijn eigen profiel, eigen literaire voorkeuren, een zichtbaar en analyseerbaar fonds, daar stemmen we de selectie op af. Door regelmatige persoonlijke contacten met uitgevers en vertalers, door leesrapporten en feedback kunnen we steeds doelgerichter gaan werken.