Gilliams herschrijven. een poging tot progressieve lektuur van Gilliams' scheppend proza
door Luk Adriaens
Verslag van de heer C. Coupé, derde beoordelaar.
(zie Verslagen en Mededelingen 1983, Afl. 3, blz. 591)
1. | De auteur van deze uitvoerige, overzichtelijke en intelligente studie heeft zich beperkt tot het zgn. scheppend proza van Maurice Gilliams dat in boekvorm werd gepubliceerd.
Dat is vanzelfsprekend een beperking, maar m.i. niet in tegenspraak met de formulering van de prijsvraag door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (Het proza van de heer Gilliams), later (1981) gewijzigd in Het werk van Maurice Gilliams als dichter, romancier en essayist (voorgesteld voor 1979, aangehouden voor 1982).
Persoonlijk blijf ik er wel van overtuigd dat men bij de behandeling van zijn scheppend proza de poëzie van Gillams niet geheel buiten beschouwing kan laten. |
2. | De auteur heeft, zoals de titel van zijn studie duidelijk meedeelt, Gilliams herschreven: het is mijn indruk dat de (meestal uitvoerige) parafrase van de inhoud der behandelde geschriften Oefentocht in het luchtledige, Elias en Winter te Antwerpen voor vele lezers, waarvan men niet mag veronderstellen dat zij al het werk van Gilliams kennen, verhelderend kan zijn en stimulerend.
Eén bemerking: progressief lezen (zonder rekening te houden met wat men al kent) is natuurlijk onmogelijk: altijd zal vroegere kennis bewust of onbewust meespelen. |
3. | De auteur heeft in de loop van zijn studie (en dikwijls in merkwaardige voetnoten) vele verbanden gelegd, suggesties gedaan, motieven gesignaleerd en geanalyseerd - en aldus de fundamentele éénheid van Gilliams' oeuvre recht gedaan. |
4. | De studies van Martien de Jong en Luk Adriaens zijn (dus) géén doublures. Ik zou derhalve willen voorstellen Gilliams herschrijven voor bekroning door onze Academie in aanmerking te nemen. |
|
|