Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1984
(1984)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde– Auteursrechtelijk beschermdVerslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1984. Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent 1984
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1984 uit 1984.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
p. 352: : op deze pagina staan grote accolades die meerdere regels overspannen. Dit is in deze digitale versie niet weer te geven, daarom wordt op elke betreffende regel de accolade met de woorden die er op volgen herhaald.
p. 341: noot 9 heeft geen nootverwijzing in de tekst en is daarom onderaan de pagina geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[Deel 1, voorplat]
ISSN 0770-786X
1984
Aflevering 1
VERSLAGEN EN MEDEDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
NIEUWE REEKS
1984
SECRETARIAAT DER ACADEMIE KONINGSTRAAT 18
GENT
[Deel 1, binnenkant voorplat]
INHOUD
1984 - Aflevering 1
1. | De Rhetorica van Jan van Mussem: ‘Vlaemsch’ in 1553 en ‘Nederlantsch’ in 1607, door J.F. VANDERHEYDEN | 1 |
2. | Indrukken en kanttekeningen bij het werk van Buysse, door B. DECORTE | 74 |
3. | De lyriek van Gaston Burssens in de jaren twintig, door P. HADERMANN | 84 |
4. | De ‘Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen’ en hun rol bij de vernederlandsing van het meisjesonderwijs, de landbouwscholen en het onderricht in het leger, door H. VANACKER | 101 |
[Deel 2, voorplat]
ISSN 0770-786X
1984
Aflevering 2
VERSLAGEN EN MEDEDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
1984
SECRETARIAAT DER ACADEMIE KONINGSTRAAT 18
GENT
[Deel 2, binnenkant voorplat]
INHOUD
1984 - Aflevering 2
1. | Verkenningen in vroegere vertalingen 1450-1600. Vertalen is ‘gheen cleen dinck’! Waarom?, door Jan F. VANDERHEYDEN | 121 |
2. | P.C. Verhulst, een onderschatte dichter uit onze negentiende eeuw, door J. AERTS (†) | 211 |
3. | De verzamelde gedichten van Ida Gerhardt: het verhaal van een loutering, door Christine D'HAEN | 218 |
4. | Sic transit gloria immortalium of herinneringen aan wijlen N.N. bij leven academieleden, door B. DECORTE | 224 |
5. | Arm Vlaanderen. Hybridische roman uit de periode rond de eeuwwisseling, door Hilde DESMET | 234 |
[Deel 3, voorplat]
ISSN 0770-786X
1984
Aflevering 3
VERSLAGEN EN MEDEDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
1984
SECRETARIAAT DER ACADEMIE KONINGSTRAAT 18
GENT
[Deel 3, binnenkant voorplat]
INHOUD
1984 - Aflevering 3
1. | Literairhistorische vragen rond middelnederlandse Maaslandse heiligenlevens, door J. GOOSSENS | 273 | |||
2. | Een nieuwe Bredero, door C.A. ZAALBERG | 304 | |||
3. | Hoe algemeen is het Algemeen Nederlands? Een interimrapport, door D. DE BLEECKER | 317 | |||
4. | Nogmaals Hoofts ‘Geswinde Grijsart, door L. ROOSE | 336 | |||
5. | In Vlaanderen Vlaams? Enkele sociolinguïstische beschouwingen, door R. WILLEMYNS | 345 | |||
6. | De pijnlijke vreugde of het plezier van het vertalen, door B. DECORTE | 362 | |||
7. | Werkzaamheden van de Academie in 1984 | 372 | |||
8. | Verslagen over bekroonde prijsantwoorden: | ||||
- | Het werk van Maurice Gilliams als dichter, romancier en essayist, door M.J.G. de Jong: | ||||
verslag van C. COUPÉ | 438 | ||||
- | Gilliams herschrijven. Een poging tot progressieve lektuur van Gilliams' scheppend proza, door L. Adriaens: | ||||
verslag van C. COUPÉ | 440 | ||||
- | De literair-esthetische en literair-theoretische opvattingen in de Vlaamse tijdschriften (1840-1893), door J. Vlasselaers: | ||||
verslag van J. AERTS | 441 | ||||
verslag van A. VAN ELSLANDER | 451 | ||||
verslag van P. HADERMANN | 453 | ||||
verslag van A. KEERSMAEKERS | 454 | ||||
9. | Advies over de toekenning van de Prof. Dr. L. ELAUTPRIJS | 455 | |||
10. | Registers | 457 |
[pagina 463]
JAARGANG 1984
Inhoudstafel
Aflevering 1:
1. | De Rhetorica van Jan van Mussem: ‘Vlaemsch’ in 1553 en ‘Nederlantsch’ in 1607, door J.F. VANDERHEYDEN | 1 |
2. | Indrukken en kanttekeningen bij het werk van Buysse, door B. DECORTE | 74 |
3. | De lyriek van Gaston Burssens in de jaren twintig, door P. HADERMANN | 84 |
4. | De ‘Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen’ en hun rol bij de vernederlandsing van het meisjesonderwijs, de landbouwscholen en het onderricht in het leger, door H. VANACKER | 101 |
Aflevering 2:
1. | Verkenningen in vroegere vertalingen 1450-1600. Vertalen is ‘gheen cleen dinck’! Waarom?, door Jan F. VANDERHEYDEN | 121 |
2. | P.C. Verhulst, een onderschatte dichter uit onze negentiende eeuw, door J. AERTS (†) | 211 |
3. | De verzamelde gedichten van Ida Gerhardt: het verhaal van een loutering, door Christine D'HAEN | 218 |
4. | Sic transit gloria immortalium of herinneringen aan wijlen N.N. bij leven academieleden, door B. DECORTE | 224 |
5. | Arm Vlaanderen. Hybridische roman uit de periode rond de eeuwwisseling, door Hilde DESMET | 234 |
Aflevering 3:
1. | Literairhistorische vragen rond middelnederlandse Maaslandse heiligenlevens, door J. GOOSSENS | 273 |
2. | Een nieuwe Bredero, door C.A. ZAALBERG | 304 |
3. | Hoe algemeen is het Algemeen Nederlands? Een interimrapport, door D. DE BLEECKER | 317 |
4. | Nogmaals Hoofts ‘Geswinde Grijsart’, door L. ROOSE | 336 |
5. | In Vlaanderen Vlaams? Enkele sociolinguïstische beschouwingen, door R. WILLEMYNS | 345 |
6. | De pijnlijke vreugde of het plezier van het vertalen, door B. DECORTE | 362 |
7. | Werkzaamheden van de Academie in 1984 | 372 |
[pagina 464]
8. | Verslagen over bekroonde prijsantwoorden: | ||||
- | Het werk van Maurice Gilliams als dichter, romancier en essayist, door M.J.G. de Jong: | ||||
verslag van C. COUPÉ | 438 | ||||
- | Gilliams herschrijven. Een poging tot progressieve lektuur van Gilliams' scheppend proza, door L. Adriaens: | ||||
verslag van C. COUPÉ | 440 | ||||
- | De literair-esthetische en literair-theoretische opvattingen in de Vlaamse tijdschriften (1840-1893), door J. Vlasselaers: | ||||
verslag van J. AERTS | 441 | ||||
verslag van A. VAN ELSLANDER | 451 | ||||
verslag van P. HADERMANN | 453 | ||||
verslag van A. KEERSMAEKERS | 454 | ||||
9. | Advies over de toekenning van de Prof. Dr. L. ELAUTPRIJS | 455 | |||
10. | Registers | 457 |