De Poëet, of de Rymdrift, Blyspel, gevolgd naar het Fransche van Piron, door A.L. Barbaz. Te Amsteldam, by P.J. Uylenbroek, 1801. In 8vo. 149 bl.
De Triömf van den Poëet, of de Verrassing, Blyspel, door A.L. Barbaz. Te Amsteldam, by P.J. Uylenbroek, 1802. In 8vo. 61 bl.
Het eenigste Stuk van piron, 't welk by zyne Landgenooten duurzaam in achting is gebleven, is, naar het bericht van den Vertaler, deze Poëet, dien men misschien met genoegen zal zien vertonen, te meer daar de overzetting niet kwaad en het rym vloeiend is. Intusschen wy voor ons zien liever zodanige Bly- of Klucht-spelen, waarin gebreken en zwakheden worden ten toon gesteld, die wat meer gewoon zyn, dan juist het onderwerp van dit Stuk, dat ja wel geestig genoeg is en gelach verwekt, maar toch wat al te sterk overdreven is. - Tot het Vervolg, De Triömf van den Poëet, gaf het ongehuwd blyven van den Poëet, en de onenigheid met zynen Oom, die den gek niet dragen kon, het ontwerp aan de hand. De Poëet krygt dan ene Vrouw, is wat wyzer geworden, en wordt met zynen Oom verzoend. Daar dit voorondersteld wordt twee jaren later te gebeuren, zo mag dit kleine Blyspel, wanneer het, naar des Dichters oogmerk, als een Nastukje op het vorige gegeven wordt, in de daad wel de Verrassing heten.