Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1802
(1802)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 636]
| |
Deugdryke Voorbeelden en Zedelyke Gesprekken voor de Jeugd; door F. van Aken. Met Plaaten. 2de en 3de Stukje. Te Amsterdam, by de Erve W. Houtgraaf, 1802. Te zamen 152 bl. basterd Formaat.Aangemoedigd door het goed onthaal, 't welk het eerste Stukje deezer Deugdryke Voorbeelden by de lieve Jeugd mogt genieten, vond de Kinderlievende van aken zich opgewekt om daarop een tweede te laaten volgen; terwyl vervolgens de graagte, waarmede ook dit werd ontvangen, en de stoffe, welke hy nog overig had, hem ten spoorslag dienden ter vervaardiging van een derde Stukje; waarby dan ook een bevallig Titelplaatje, geschikt om van de drie Stukjes één geheel te maaken, is gevoegd; 't welk ons doet vermoeden, dat de Heer van aken hiermede deezen zynen arbeid, of dit Werkje, besluit. Wat deszelfs inrichting en uitvoering betreft, volkomen gelykvormig aan het eerste Stukje, waarvan wy voorheen verslag deedenGa naar voetnoot(*), mag hetzelve heeten. Twaalf aartig geinventeerde en leevendig gekleurde Prentjes, met even zo veele Dichtstukjes, maaken den inhoud van ieder Stukje uit. De volgende Deugden of Plichten worden daardoor der Jeugd ingeprent: - Lydzaamheid, Geduld, Verdraagzaamheid, Dienstvaardigheid, Vriendelykheid, Eerlykheid, Vriendschap, Ondergeschiktheid, Zedigheid, Oplettendheid, Matigheid, Rechtvaardigheid, Bedachtzaamheid, Onbevreesdheid voor Spooken, Minzaamheid, Voorzichtigheid, Moed en Getrouwheid, Toegeevendheid, Beleefdheid, Godsdienstigheid, Goedwilligheid, Behulpzaamheid, Standvastigheid, Vrymoedigheid by het Onweder. Eenige Zedelyke Gesprekken in proza maaken eene tweede Afdeeling van dit Werkje uit, die ook hunne nuttigheid kunnen hebben, doch, niet door Plaatjes verzinnelykt, misschien daardoor minder geschikt zullen bevonden worden, dan de Gedichtjes, om het door den achtingwaardigen Kindervriend van aken beöogde nut en vermaak der Jeugd aan te brengen. |
|