Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794
(1794)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijIvar en Matilda.
| |
[pagina 623]
| |
zaake van zekere voorgewende Misdryven, ivar van het Hof, en hieldt door enkel geweld de Maagd gevangen. Smert en verontwaardiging deeden beurtlings haaren boezem zwellen, tot dat zy door de overmaate van hartzeer in een staat van bezefloosheid verviel. Hieruit bekomende, werd haare Deugd aangevogten door de aanzoeken des Dwingelands. Zy was doof voor zyne vleitaal, en lachte met zyne bedreigingen. Reginald, vertoornd over haare versmaading, en zich streelende met het denkbeeld, dat eene strenge behandeling haare trouw en kuischheid zou doen bezwyken, zette matilda gevangen in een der afgelegenste vertrekken zyns Kasteels; waar zy eenige maanden lang de verdrietigste dagen en nagten in traanen sleet, veel meer bekommerd over ivar's lot, dan over haar eigen leed, hoe zwaar ook. Ivar, intusschen, niet geslaagd zynde in eene pooging om het ongelyk, hem aangedaan, te wreeken, nam het Monnikenkleed aan, en begaf zich in de Abdy van Rusken, op het Eiland. Hier bragt hy zyn leeven in Godsdienstverrigtingen door; doch zyn hart bleef gehegt aan matilda. Om haar zugtte hy; om haar liet hy zyne traanen biggelen; en, om, zonder bedwang, aan zyn benaauwden boezem lugt te geeven, ging hy menigmaal in de eenzaamste plaatzen omdoolen. Op een dier eenzaame omzwervingen, ontdekte hy een grot, die alle blyken droeg van in langen tyd niet bezogt te weezen. De stilte, het droevig voorkomen, van dit verblyf, zo zeer overeenstemmende met den toon, waar op zyn hart gesnaard was, tradt hy 'er binnen, zonder te bedenken werwaards die onderaardsche weg hem zou brengen. Zyne verbeelding hieldt zich onledig met de bevalligheden van matilda, terwyl zyn hart bloedde over het lyden, 't welk zy moest verduuren. Uit deeze verrukking, en daar mede gepaarde gevoelige deelneeming, ontwaakte hy schielyk door het gejammer eener Vrouwe. Met drift toetreedende, hoorde hy, met eene bykans bezwykende stemme, deeze verzugting uitboezemen: Moeder Gods! Bescherm matilda! Door een spleet in het afschutzel zag hy de Maagd met loshangend hair en kloppenden boezem, op het punt om ten slachtoffer te strekken van den lust en het geweld van reginald. Woede, aan dolheid grenzende, gaf nieuwe sterkte aan ivar, die, het afschutzel stukken breekende, op den Dwingeland aanviel, en diens zwaard, 't welk op tafel lag, opvattende, stootte hy 't zelve in 's Prinsen borst. De Dwingeland stierf; en de Gelieven ontkwamen door deezen onderaardschen gang na den zeekant: waar zy gelukkig een Vaartuig aantroffen, 't welk hun na Ierland voerde. In dit Koningryk sleeten zy het overige hunner leevensdagen in het genot van het uitgeleezenste aller menschlyke gelukzaligheden; de | |
[pagina 624]
| |
verrukkingen eener edelmoedige Liefde, vermeerderd door wederzydsche Bewondering en DankbaarheidGa naar voetnoot(*). |
|