Anecdote van George den II, Koning van Engeland.
George de II was zeer naauwlettend op kleinigheden. Zyne Zakdoeken, Hembden, en ander Linnengoed, waren genommerd; en hy zou in drift hebben opgestooven als men hem een stuk Linnengoed gegeeven hadt, welks getal niet beantwoordde aan 't geen een paar moest uitmaaken. Deeze stiptheid vertoonde zich ook in andere zaaken.
Een Kamerdienaar droeg hem een zak gelds agter naa, om weggelegd te worden in een kleine yzeren kist, in een vertrekje naast zyn slaapkamer; de zak borst, en één der wegrollende Guinjes geraakte onder de deur door van een ander kamertje, waar eenig hout lag. ‘Hebt gy,’ vroeg de Koning, ‘al het geld opgeraapt?’ - ‘Alles, Sire,’ zeide de Kamerdienaar, ‘behalven één Guinje, die onder het hout geraakt is; ik zal dezelve straks opzoeken.’ - ‘Wy zullen,’ sprak de Koning, ‘'er terstond na kyken; zet de zak neder, en help my het hout wegruimen.’ - Zy gingen beiden aan 't werk, en, naa een vierendeel uurs zoekens, werd de Guinje gevonden. - ‘'t Is goed,’ sprak de Koning, geheel voldaan; ‘my dunkt wy hebben om die Guinje zwaar gewerkt; doch, daar het my voorkomt dat gy het meeste gedaan hebt, neem de Guinje voor uwe moeite: ik wilde niet dat 'er iets verlooren ging!’