wees edel, wees opregt, in alle uwe daaden en handelingen, en vermy altoos alle zulke beginzelen, waarvan de gevolgen zyn dat rampzalig, haatelyk huiskrakeel, - maak nimmer uw werk van die zo haatlyke, geheimhoudingen, - voed nooit eenige onberedeneerde jalouzy, - neen! leef altoos naar de wet der orde, op het heerlyk voetspoor van een Christen.
Vooral, weer uit uw teder hart het merk der snoode huichelaary; en, ach myne dierbaare! als ooit eenige ramp uwen zaligen Echt mogt stooren; als gylieden u genoodzaakt ziet om uit den bitteren rampkelk te drinken; deel dan, met eene edele braafheid, dien rampspoed met den Vriend uws harten; draag zorg dat hy nooit ontydig de taal der wanhoop uit uw' lieven mond hoore; de wanhoop voegt geene Vrouw die haaren pligt bemint; neen! als de stormwind van onspoed over uwe hoofden loeit, wend dan een hoopend oog naar boven; en Hy, de Aardsgoedheid, die het wezenlyk geluk van zyne schepzelen altoos beoogt, hoort ook de verzugtingen van liefde, en op deugd gegronde Huwelyksmin.
Laat dan de zuivere en onbevlekte Godsdienst u ten troost verstrekken in alle de omstandigheden van deeze beneden-waereld.
De Godsdienst is de Zuil van 't achtbaar Huwelyksleeven, daar zy met het geluk der blyde Echtelingen vergezelschapt is.
Met haar, en met haar alleen, kan de blyde voorspoed nooit zich van uwe zyde begeeven, daar het liefdevuur in elken leevenskring meer en meer ontgloeit.
Zy maakt de grysheid jong, zy is de vraagbaak voor menschlievendheid en deugd, en kan de Zomer aan den laatsten Herfstdag paaren.
Het is de Godsdienst, die alle rampen, hoe fel zy woeden, verkeeren doet in vreugde; ja het eenstemmige gevoel zelf doet zy aan het stille graf nog glooren, daar, by het rillen van den dood, de dood haar magt gevoelt; en, hoe doet zy haare zagte stem aan de sponde van het treurig Sterfbed hooren; zelfs by den laatsten snik toont zy ons haare volle kragt.
Bemin dan, myne Dogter! den Godsdienst in diervoege, en te gelyk met hem, met wien uw heil en geluk zo teder is verbonden; en leert beiden, door het Geloof in jesus Godsdienst, de sterflykheid overwinnen.
Dan, roept u eene andere pligt, namelyk die van Moeder, laat dan zy, die thans ook nog van u met den lieven naam van Moeder mag genoemd worden, u nog eens ten raad en troost verstrekken.
Ach! myne therese! niets is op deeze beneden - waereld, op het gedugt Heeläl, rampzaliger, dan het groote pligtverzuim eener Vrouwe in het zorgen voor haar teder Kroost.