Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794
(1794)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBeschouwingen van, en waarneemingen op, den ouden en tegenwoordigen staat van Rome.(Ontleend uit de onlangs in Engeland uitgegeevene Letters, during the Course of a Tour through Germany, Switzerland and Italy, in the Years 1791 and 1792, &c; by robert gray, M.A. Vicar of Farringdon, Berks.)
(Vervolg en Slot van bl. 508.)
De thans regeerende Paus schynt meer geneigdheids te betoonen om de Voortbrengzels van vroegere Eeuwen te verzamelen, dan om nog leevende Vernuften op te wekken. Het Vaticaan is vergroot, en de Kamers worden dagelyks veranderd tot het ontvangen der Kunststukken van de Oudheid, welke men bestendig opgraaft uit de puinhoopen van op elkander volgende verwoestingen, om die Verzameling te doen aangroeijen. Zeer bezwaarlyk staat men toe, dat een Schilderstuk van eenige waarde uit Rome weggezonden worde; naardemaal men zo volkomen begrypt, welk voordeel die Werken van Kunst toebrengen, door Vreemdelingen na deeze Hoofdstad te trekken. Mr. durno verzondt eene Schildery van parmegiano, onder den naam van eenen anderen Schilder, met veel moeite; schoon Sir w. hamilton 'er 1500 Ponden Sterling aan hem voor betaald hadt, voor Lord A -. Zeer weinig aanmoedigings wordt 'er gegeeven aan hedaagsche Kunstenaaren, 't zy door den Paus, 't zy door den Romeinschen Adel, die zich vergenoegt met de schatten hunner aangeërfde bezittingen te vertoonen; en zy, wier Voorouders de Werken van eenen michaël angelo beloonden, geeven thans schaars eenige belooning aan | |
[pagina 552]
| |
eenen Kunstenaar, voor het naamaaken van Portraiten, en als zy het doen, moedigen zy hier mede voornaamlyk Vreemdelingen aan. De Franschen en de Engelschen zyn tegenwoordig, met de daad, de Hoofdbevorderaars en Beschermers der schoone Kunsten. De Franschen hebben tot hier toe twaalf Studenten hier onderhouden in de Bouw- Beeldhouwen Schilderkunst, ondersteund door eene Instelling van lodewyk den XIV, ingevolge van welke zy ryklyk voorzien worden van alles wat strekken kan tot voortzetting der Kunsten. Veelen hunner hebben uitsteekende bekwaamheden aan den dag gelegd. Ik hoop dat de bezuinigende schikkingen der tegenwoordige Hervormeren in Frankryk niets zullen afkorten van deezen vergunden onderstand. De Engelsche Academie zendt slegts één Student elke drie jaaren; beurtlings is deeze een Bouwkunstenaar, een Beeldhouwer of een Schilder; aan deezen schikt men een jaargeld van 100 Ponden Sterling toe, boven de Reiskosten; deeze som is genoegzaam. Men mag hoopen dat het Fonds eens zal toereiken, om in elk deezer drie vakken een Student te onderhouden. Die zich thans te Rome bevindt is Mr. H - d, Broeder van Mev. C - die ten oogmerke heeft eene fraaije tekening te vervaardigen van een Mausoleum tegen de naastaanstaande Kunstvertooning te Somerset-house; misschien zou zyne keuze meer bevallen hebben in Engeland, als het eene tekening voor een Raadhuis geweest ware. Naardemaal zyn smaak en uitvoering zeer goed zyn, is 'er die wenscht dat zyn werk de verdiende aandagt moge trekken. Mr. H - d. bezorgde de tekeningen tot eenige toevoegzelen aan Mr. P - n's Huis te S -. Veelen leggen zich hier op Kunstkennis toe op hunne eigene kosten, en werken tot eere van ons Land, zo in Schilderen als in Beeldhouwen. In het eerste vak verdienen byzonder gemeld te worden, Mr. flaxman en Mr. dear, beide Heeren van een stout en oorspronglyk vernuft; in het andere vak schiepen wy groot behaagen in de Werken van Mr. more, Mr. head, Mr. robinson, Mr. gregnon, Mr. fagan en Mr. durno, en van veele anderen, die ik hoop dat het niet melden hunner Naamen my niet ten kwaade zullen duiden. Deeze Kunstenaars onthouden zich, met angelica kauffman, en veele anderen, te Rome; veeleer om hun | |
[pagina 553]
| |
eigen smaak te voldoen, dan in verwagting van tegenwoordige Kunstbescherming te vinden. De milddaadigheid van den Paus, schoon dezelve boven allen twyfel verheven is, strekt zich, daar zyn smaak 'er niet op valle, niet uit tot het aanmoedigen van hedendaagsche Schilderof Beeldhouwkunde. Hy besteedt magtig groote sommen om het verbeteren der Mozaic - werken, die zeer goed te Rome vervaardigd worden, te bevorderen. De Werkstukken der Oudheid van deeze soort zyn bykans alle verlooren geraakt. Het Pavement is toevallig ontdekt, en het kleine Stukje van de vier Duiven, door plinius bewonderd op een Landgoed van trajanus, blyven te Rome, om mededingers te weezen met de schoone Werkstukken van het Mosaic, welke, van tyd tot tyd, de Verzameling te St. Pieter vermeerderen, en, op een afstand bezien, ons bedriegen als Schilderstukken van de eerste Meesters. De gewoone Uitgaven van den Paus zyn niet groot; hy heeft het gevolglyk in zyne magt zyn Smaak bot te vieren. Zyn Burgerlyk Huishouden bestaat in een klein getal Oppassers in het Vaticaan, en zyn Krygsweezen uit eenige Huistroepen, die zich op groote Feestdagen in een wonderlyk gewaad vertoonen, met oude Helmetten op 't hoofd en Borst-plaaten, die los op 't lyf hangen; zy liggen in bezetting te Civita Vecchia, Urbino en Ferrara, en misschien eenige weinige andere plaatzen. Zyne Heiligheid is gepreezen over het letten op gewigtiger belangen dan het voortzetten van Werken van Smaak, en wy vereenigen ons met veele anderen om hem te pryzen wegens het droogmaaken der Pontinische Moerassen; een Werk, 't geen de poogingen te leur stelde van den Burgemeester cethegus en der Keizeren van Rome, en thans geheel volvoerd is, tot groot gemak voor den Reiziger. 's Pausen onderstaan, om den Koophandel aan te moedigen, is eer pryslyk dan gelukkig geweest. Indien hy de Landlieden opgewekt hadt om zich in de woest liggende velden van Campania neder te zetten; indien hy opgegeeven hadt de voorkoop van de voortbrengzelen, welke allen geest van vlytbetoon uitbluscht; indien hy het land, in stede van de voortbrengzels, onder schatting gesteld, en daar door zyne Onderdaanen aangemoedigd hadt om zyn eertyds zo vrugtbaar grondgebied te bebouwen; indien hy een geregeld en strikt Stadsbestuur in- | |
[pagina 554]
| |
gesteld, byzondere wraakneemingen gestraft, en eene onpartydige spoedige Regtsbediening ingevoerd hadt; indien hy den Adel tot het doen van nuttige diensten opgewekt, de Monopolien afgeschaft, ook die in het Koorn, welke thans zyn eigen NeefGa naar voetnoot(*) in handen heeft, en de zedenlooze Geestlykheid tot het betragten der Christlyke Deugden hervormd hadt; dan zou hy zyn Land onder eene weezenlyke verpligting gelegd, en de afneemende magt des nu waggelenden Pauslyken Zetels onderschraagd hebben. In zulk een geval zou de Kerklyke Staat bloeijen; en de Hoofdstad geen deerlyk mengzel weezen van Grootschheid en Morsigheid; een tooneel van Kerklyke Pragt en schreiende Armoede; een Stad vol van Geestlyken Hoogmoed en afzigtige BedelaaryGa naar voetnoot(†); waar de onkunde zich verheft op de ongeloovigheid der hoogere, en het bygeloof der laagere, rangen; waar ondeugd en zonde van alle soorten heerschen; waar de ligtekooijen uit alle vensterraamen gluuren; waar doodslagen in 't openbaar gepleegd worden, en bekende Moordenaars om een aalmoes smeeken aan de deuren van iedere Kerk; en van waar een CardinaalGa naar voetnoot(‡) thans in ballingschap na Genua gezonden is, om dat hy onderstaan hadt een Broeder van het Conclave door vergift van kant te helpen. Tot zulke onderneemingen is de tegenwoordige Paus, aangemerkt de sterke hinderpaalen, niet in staat. Met goede oogmerken en eenige poogingen, zal hy zulk een | |
[pagina 555]
| |
bezwaarlyken arbeid niet aanvangen; maar houdt zich voldaan met in 't openbaar den voet des Standbeelds van st. petrus te kusschen met de geestdrift eens Bedevaartgangers; met bevallig den Kerkdienst te doen op de groote Feestdagen; met zyn Museum uit te breiden, en zich onledig te houden in Heilige Letterkunde, waar aan hy eenigen tyd geleden het zyne heeft bygedraagen door de schoone Uitgave van st. maximus, die in den Jaare MDCCLXXXIV het licht zag, met een zeer welgeschreevene Opdragt aan victor amadeus; en eindelyk, met eenigen onderstand te verleenen aan lieden van uitsteekende bekwaamheden. Veelen van 's Pausen Onderdaanen, over hem niet voldaan, schynen weinig aandoening te hebben wegens een aanval van beroerte, waaraan hy thans sukkelt; of het moest weezen uit vreeze, dat hy het Carnival niet zal overleeven. Niet weinigen houden het daar voor, dat de Pauslyke Magt met hem zal uitsterven; en merken met een blykbaar genoegen op, dat de Nissen in de St. Pauius Kerk thans vol zyn, op één na, geschikt om het Portrait van braschi te ontvangen. Sterke Schimpschriften worden dikwyls aangeplakt op de Standbeelden van marphorio en pasqcin, waar ook die der Oudheid hingen. Zeer algemeen zyn de gesprekken, in welke men over de vernietiging der Kloosteren, op het grondgebied van het nabuurig Florence, spreekt als iets navolgenswaardigs, en de Schriften de Hervormde Kerke maaken, in spyt des verbods, meer en meer opgangs. - Laat ons hoopen, dat, wanneer de Hervorming begint, en zy zal beginnen, dezelve langzaam kome, op dat zulks de vereeniging met de Hervormde Kerken te gemaklyker maake; iets zeer wenschlyks, waar toe de Kerk van Engeland opregt geneigd is, en overhelt; alleen wagtende tot dat zy zie, dat de oorzaaken van scheiding weggenomen, en tastlyke dwaalingen opgegeeven worden; dit, in de daad, heeft men te meer te gemoet te zien, zints verscheide Roomsche Schryvers het aanstootlykste gedeelte van hunne Leerstellingen bykans, door hunne wyze van verklaaren, verworpen hebben; daar ze ook niet te verdedigen en menigmaal wederlegd zynGa naar voetnoot(*). | |
[pagina 556]
| |
Dan, dat ik hier afstappe, en andere daadlyk voorhanden zynde zaaken melde. Binnen Rome bevinden zich veele Engelschen, zy hebben hun intrek niet wyd van elkander in de Piazza di Spagna. Zy verkeeren druk onderling; aan het gezelschap hunner Landgenooten de voorkeuze geevende boven het by hoopen gaan onder de bescherming van Mr. jenkins na Concerten en Converzationes, ten huize van de Prinses santa croce, of van den Cardinaal de bernis. De Cardinaal de bernis staat bekend voor den Man, die, in vroegeren tyde, alle Vreemdelingen, ten zynen huize, met de grootste gastvryheid ontving; doch, daar zyne inkomsten uit Frankryk thans ophouden, bepaalt hy zich alleen tot Avondgezelschappen. De twee Moeijen van lodewyk den XVI zyn thans by hem. Zy ontvingen, by haare aankomst, een bezoek van verwelkoming van den Paus, 't welk een ongewoon teken van beleefdheid in zyne Heiligheid is. Zy houden slegts verkeering in een zeer bepaalden kring. Wanneer de Engelschen in deeze Romeinsche Huizen op gezelschap komen, is de gemeenschap tusschen hun en de Romeinen niet groot. Zy geeven te weinig agt op de Etiquette, spreeken het Italiaansch dikwyls niet vlug, en de Romeinen zyn niet genegen om Fransch te spreeken. De twee partyen gelyken, uit deezen hoofde, zeer na de twee Stroomen, de Rhyn en de Arve by Geneve, daar zy zamenvloeijen, zonder zich met elkander te vermengen. - Ten huize van den Prins de borghese, zyn de gezelschapspartyen uitgezogter en vermaaklyker; doch men moet een byzonder geleide hebben om 'er in toegelaaten te worden. Te Rome zyn geene openbaare Vermaaken dan geduurende het Carnival, een tyd van noodwendige uitspanning, toen men de oude strenge Kerktugt nog in agt nam. In het overige des Jaars zyn 'er daadlyk Concerten in de Kerken. De Zangers zyn Castratos, die niet behoorden toegelaaten te worden te zingen in gewyde Gebouwen, bovenal niet in een Land, waar deeze natuurverkragting zo veelvuldig plaats heeft, dat ze op alle mogelyke wyze moest tegengewerkt worden. De Romeinsche Adel bestaat grootendeels uit Afstammelingen der Bloedverwanten van de Pausen, en is, gevolglyk, dikwyls van vreemden oorsprong. Eenige weinigen onder den Adel draagen 'er roem op, dat zy van de | |
[pagina 557]
| |
oude Romeinen herkomstig zyn. De twee takken van de Familie der massimi zeggen dat zy afstammen van fabius maximus, die, in het bloeiend Tydperk van den tweeden Punischen Oorlog, de belanglooze Bezitter was van uitgestrekte landeryen. Zy kunnen zeker hun Geslachtlyst tot de Tiende Eeuwe te rug vertoonen, wanneer de massimi reeds een aanzienlyk Gezin uitmaakten. - Daar zyn ook drie takken der Afstammelingen van valerius publicolaGa naar voetnoot(*), wiens Voorvader, met hersilia, de Bevrediging tusschen de Romeinen en de Sabynen, bewerkte; en die zelve zich met brutus vereenigde, om zyn Vaderland van de dwinglandy van tarquinius te ontheffen, en porsenna met Rome bevredigde. - De ursini, de colonna, en de savelli Familien, nevens eenige andere, geeven desgelyks voor, af te stammen van Mannen, die zich ten tyde des Gemeenebests beroemd maakten; doch hunne eisschen op die herkomst worden min voldoende dan die der anderen gestaafd. Wy hebben een Reisje na Trivoli gedaan. Derwaards reeden wy over acht mylen woest liggend land van Campania; een Landschap door varro beschreeven als een Boomgaard, en alle landen in vrugtbaarheid overtreffende. De gedeelten van 't zelve, welke thans schaars bewoend zyn, worden bearbeid door Lieden, die, voor een tyd, derwaards trekken uit Viterbo, Perugia, en andere deelen van Italie. Het Grondgebied van Rome is ontvolkt door de Ontmanning, den Ongehuwden Staat, en het slegte Staatsbestuur. De weinige Bewoonders van dit Landschap geeven de voorkeuze aan de zuivere lugt van het Gebergte, boven die der Vlakte, ongezond geworden door de schadelyke dampen, welke uit de stilstaande wateren opklimmen, en den Vulcanischen grondGa naar voetnoot(†). Deeze, 't is waar, ondervondt men desgelyks in ouden ty- | |
[pagina 558]
| |
de, zo als wy uit livius leezen; doch in mindere maate; dewyl de Dampkring zuivering kreeg door den groei der Planten, en de uitademing van Menschen en Beesten. De Vulcanische aart des lands rondsom Rome strekt om het gevoelen te onderschraagen der zodanigen, die uit de taal in de Openhaaring van joannes opmaaken, dat Rome, even gelyk Sodom, geheel door vuur zal verbrand worden; dat die Stad als een groote Molensteen in Zee zal verzinken; als mede, dat de Rook daar van in eeuwigheid zal opgaan. Burnet onderstondt, in zyne Theory of the Earth, of Beschouwing des Aardkloots, een Werk, waar in een hooge vlugt van verbeelding, en buitenspoorige redenkaveling, heerscht, zyne bespiegeling te laaten gaan over de wyze der verdelging van die Stad; en het is der moeite waardig, na te gaan hoe een omhelzer van eenig bespiegelend stelzel de zwaarigheden, welke 't zelve drukken, weet te ontkomen. De vernuftige Schryver begreep, dat men uit de ligging van Italie zou opmaaken, dat de Zee de verbranding, welke hy veronderstelde, zou uitblusschen. Om dit tegen te gaan, verbeeldde hy zich, dat de Oceaan en de Zwarte Zee, uit welken de Middellandsche Zee het water ontvangt, zo diep in derzelver beddingen zouden wegzinken, dat ze geen van beiden in de Middellandsche Zee, aan 't een of ander einde, water konden opleveren; en dat, deeze toevoer van water afgesneeden zynde, de Middellandsche Zee welhaast zo verre ledig zou worden, deels door uitdamping, deels door onderaardsche uitgangen, dat ze van de oevers afweek, en een stilstaande waterpoel werd in 't midden. Ik zal niet uitweiden in een verslag van de Ponte Lucano, over welke wy de Arno overtrokken, op omtrent twaalf mylen afstands van Rome; van de Crater des uitgebluschten Vulcaans; van Solfaterra, met de dryvende Eilanden van door elkander gestrengeld riet en ruigte, niet verre van waar de ongelukkige en onedelmoedige zenobia, de schoone Beschermster en Verraadster van longinus, op een fraai Landgoed leefde, haar geschonken door haaren Overwinnaar aurelianus, en die van de hoogte des Throons, gelyk gibbon het uitdrukt, tot die van eene Romeinsche Dame afdaalde; haare Dogters getrouwd zynde in Romeinsche Familien, terwyl haar Geslacht tot de vyfde Eeuwe stand hieldt. Baronius ver- | |
[pagina 559]
| |
onderstelt, dat zenobius, Bisschop van Florence ten tyde van den Heiligen ambrosius, van haar afstamde. Wat Trivoli aanbelangt; de schoone Ruïnen des Landgoeds van mecenas, waarvan de Boogen nog een groot deel des Voorgevels, nu met Wyngaarden begroeid, vertoonen; de Watervallen, van welke zommige rechtstreeks van de Ruïnen af in de Arno loopen; de Heuvelen, bedekt met Olyfboomen, onder welken de verbeelding de overblyfzels mag zoeken der Landhoeven van cesar, cassius, lepidus, horatius, quintilius varus, catullus, propertius, statius en vopiscus, en de beschryvingen, daarvan voorhanden, met de tegenwoordige tooneelen vergelyken; en de fraaiheid van het uitsteekend gedeelte van den Tempel der Sybillen, hangende over de Grotto van Neptunus, deedt in ons eene opeenvolging gebooren worden van de belangrykste beschouwingen, die den geest kunnen bezig houden en vermaaken. Onze overleggingen werden tot laatere tydperken te rug gevoerd, toen wy kwamen aan de Villa Estense, naby de Stad, waar hippolito van este, Cardinaal van Ferrara, ‘die groote Afstammeling van de Herculeaansche linie,’ aan wien ariosto zyn Orlando Furioso opdroeg, zyn smaakloos en met veel moeite vervaardigd Gebouw oprigtte, Tuinen, Grottos, Terrassen, en andere Kunstwerken, aanlei, in de tegenwoordigheid van de stoute en onnavolgbaare schoonheden des omliggenden Lands. 's Nagts, schoon ik sliep in een vertrek digt aan den Tempel der Sybillen, of van Vesta, gelyk zommigen willen, en hoorde hoe de winden gierden tusschen de door den tyd beschadigde Kolommen, werd myn geest nu en dan bepaald tot meer hedendaagsche gebeurtenissen, my in 't geheugen gebragt door de naamen van Lord P - e, en van B -, op de wanden des vertreks geschreeven. Naa Trivoli bezien te hebben, bezogten wy, met min vermaaks, Frescati, waar de hedendaagsche Romeinen, zo wel als die der vroegere Eeuwen, eenige weinige van die weeken doorbrengen, in welke het allerongezondst is te Rome te blyven. De Villas zyn deftig, de Tuinen groot, en vercierd met Waterwerken, Borst- en Standbeelden, enz. De Prins de borghese kan van de Villa Taverna een Landgoed overzien, 't welk hem 's jaarlyks 60,000 Kroonen opbrengt; het beslaat, gelyk gy u kunt verbeelden, een groote streek lands; naardemaal de grond weinig bebouwd wordt, en men 'er weinig | |
[pagina 560]
| |
Vee, vrolyke Dorpen of Boerenhuizen, ziet. - Wilde ik tot eene beschryving treeden van de verbaazende en alle opmerking verdienende Ruïnen der Villa van adrianus, en de uitgestrektheid der Gebouwen, waarvan men de gedaante en zelfs de Cieraaden onderscheiden kan zien, ik zou een Boekdeel moeten schryven. Doch ik voeg beter hier nog nevens een kort verhaal van de Plegtigheden, welke ik, op den vyf-en-twintigsten van December, te Rome bywoonde. Omtrent tien uuren vervoegden wy ons na de St. Pieters Kerk, en zagen den Paus den Dienst doen, tusschen twee ryen Cardinaalen, zeer ryk gekleed. Hunne rokken waren bedekt met de fynste Kant. Het Latynsche en Grieksche Euangelie, als mede de Brieven, werden gezongen door de Priesters der onderscheide Kerken van Rome. De veelvuldige verwisselingen der Kleeding van den Paus, by welke hy zomtyds tot zyne onderkleederen ontbloot werd, deeden ongelukkig wel eens belachlyke denkbeelden by ons opryzen, en bragten zelfs de spieren eeniger bystaande Geestlyken in een lachenden plooi. De Paus ontving het Avondmaal onder beide de Tekenen, hy zoog den Wyn uit een Kelk door een gouden pypje, eene gewoonte omtrent de Tiende Eeuw ingevoerd, maar welhaast afgeschaft; doch door den Paus alleen overgehouden. Zyne Heiligheid diende vervolgens den Ouwel toe aan elk der Cardinaalen. - Naa dat hy den Dienst gedaan hadt, werd hy in een Draagstoel op de schouders weggedraagen; hebbende de driedubbelde Kroon op 't hoofd. Een breede Pluim zwierde van wederzyden van den Draagstoel. Wy ergerden ons over de omslagtige en pragtige ten toon spreiding van Grootheid eens zwakken Stervelings, in eene Kerk ter eere van god gebouwd. 't Was, egter, te midden van niets beduidenden toestel en kwaalyk besteede aandagt, vreemd te zien, dat een Voorwerp bykans aangebeden, en ten hoogst mogelyken top van menschlyke grootschheid opgevoerd, zich zelven vrywillig nederwierp voor het veronderstelde Lichaam van christus. |
|