Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794
(1794)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijByzonderheden, de weduwe van J.J. Rousseau betreffende.
| |
[pagina 521]
| |
wooning, in 't linnen gekleed, gelyk haare Buuren; zy droeg een klein gouden kruis op de borst. Zy was klein van gestalte, en geleek weinig op het Pourtrait, 't welk men van haar gegeeven heeft in de Fransche Prent van haars Egtgenoot's laatste oogenblikken. Haar gelaad hadt iets aandoenlyks en treffends; haar voorkomen was dat eener welopgevoede Vrouwe, en duidde eene zielsgesteltenisse aan niet onwaardig om de Leevensgezellinne van rousseau te weezen. Zy is gewoon Lieden te zien die haar uit nieuwsgierigheid komen bezoeken; zy ontving ons op eene ongemaakte en beleefde wyze. Zy hoorde onze betuigingen van onze hoogagting voor haaren Egtgenoot op de voeglykfte en verpligtendste wyze, en beantwoordde, met een groote vaardigheid, de vraagen, welke wy oorbaar vonden haar te doen. Uit haar vernam ik de volgende byzonderheden. Het Character van julia, naa haar Huwelyk, was ontleend van Mevrouw boy-de-la-tour, van Lyons; eene Boezemvriendinne van rousseau en van diens Vrouwe, by welke zy meest altoos 's jaarlyks een lang bezoek gingen afleggen, en die nog in leeven is. Maar de Geschiedenis der Nouvelle Heloïse heeft geene de minste gemeenschap met de Geschiedenisse dier Dame. Hoe verre deeze op de waarheid gegrond was, en wie de eigenlyke Characters waren, dit behoorde tot de geheimen, die in in den boezem diens Schryvers schoolen; en viel geen der tooneelen, in dat Werk voorkomende, te Ermenonville voor, gelyk eenigen beweerd hebben. De Confessions, verzekerde my Mevrouw rousseau, waren geheel door haaren Egtgenoot geschreeven, en, naa diens dood, door haar in 't licht gegeeven. Zy vertrouwde het Handschrift aan den Marquis de girardin, die 'er eenige byzondere Anecdoten, als mede eenige Naamen van nog leevende Persoonen, in uitschrapte, niet volkomen met haare goedkeuring. Zy wilde de Confessions geleverd hebben zo als dezelve uit de pen des Schryvers gevloeid waren. - Voorwaar, de grootste bewonderaar van rousseau moet het smerten, dat dit Werk in 't geheel het licht ziet; want wat kan de uitwerking weezen van de opgave van elke zwakheid, van elke grillige gedagten, van een Character, in veele opzigten uitsteekend deugdzaam, dan alleen dat slegte lieden daaruit gelegenheid neemen om alle Deugd uit te schreeuwen als enkele uitwendige vertooning, en dat zelfs min overgegeevene | |
[pagina 522]
| |
boozen hun geweeten in slaap sussen met het verzagtend denkbeeld, dat zy mogelyk zo goed zyn als de rest der wereld. - Niets waarschynlyk kan meer kwaads gedaan hebben aan de zaak van den Godsdienst, dan, by voorbeeld, de tot kleinigheden afdaalende ten toonspreiding van de bygeloovigheid en verregaande zwakheid van Dr. samuel johnson, een van de welmeenendste maar allerbevooroordeelste Menschen, die schynt gedagt te hebben, dat iemand geen Godsdienst in 't geheel kon bezitten, ‘indien hy niet tot de Kerk van Rome, of tot de Engelsche Kerk, behoorde.’ Indien dusdanige gevoelens de egte vrugten waren van den Godsdienst, zouden zy verder gaan dan de verststrekkende poogingen van zogenaamde Sterke Geesten en Twyfelaaren tegen het toevoorzigt eener weldaadige Voorzienigheid. Nogthans heeft men deezen goeden Man zeer onöordeelkundig opgegeeven als een Modél van Godsdienstigheid; en dus de wereld willen doen gelooven, dat allen, die eenigen eisch maakten op Godsdienstigheid, zo bekrompen en onverdraagzaam waren in hunne Godsdienstige begrippen als johnson was. - Eenige laatere Schryvers hebben dezelfde soort van bitterheid in het Staatkundige laaten blyken, tot groot nadeel van hunne zaak. Mevrouw rousseau vertoonde ons een pleister Borstbeeld van haaren Egtgenoot, afgegooten op zyn aangezigt, weinig nuren naa diens overlyden; en 't geen zy denkt dat ons zyne waare beeldtenis oplevert. Dit is verre het bevalligst Pourtrait van rousseau, 't geen my immer voorkwam. De aandoenlykheid, en nogthans de bedaardheid, van het gelaad is bekoorelyk; en de mond is een der spreekendste, dien ik ooit zag. Ik zou denken, dat het zo bezwaarlyk zou vallen dit naa te maaken als dat beroemde Standbeeld, zo zeer bewonderd, van michael angelo, welks spieren, naauwkeurig beschouwd, in beweeging scheenen. Men verhaalde ons te Ermenonville, dat de Weduw van rousseau een Jaargeld van vyftig Ponden Sterling van den Koning van Groot-Brittanje trekt; ik heb dit verhaal niet bevestigd gevonden, en kan voor de waarheid van 't zelve niet instaan. De Weduw van rousseau heeft het voorkomen van jonger te weezen dan haar Egtgenoot, en schynt nog wel eenige jaaren te kunnen leeven. Wy vernamen, by onze wederkomst te Parys, dat haare begrippen van naauwge- | |
[pagina 523]
| |
zetheid niet altoos zo romanesk waren als de zyne, en dat zy eens op het punt stonden om van elkander te scheiden, ter oorzaake van een verschil niet zeer algemeen tusschen Man en Vrouw. - Het is te over bekend, dat deeze beroemde Man altoos een geweldigen afkeer hadt van Geschenken te ontvangen, uitgenomen van eenige zeer byzondere Vrienden, zelfs dan wanneer hy zich in de uiterste behoefte vondt. Dit gedrag deedt hem by het gros des menschdoms onder de Dwaazen rangschikken, terwyl het hem een groot getal van de geslaagenste vyanden baarde onder de zodanigen, die hem aanzagen voor iemand wel by zyn verstand. Zyne Huisvrouw, min naauwgezet in dit stuk, dagt, dat 'er geen kwaad in stake, in een stuk broods van iemand te ontvangen, op een tyd dat zy beiden van honger scheenen te zullen moeten omkomen; en, ten einde zy de teêrgevoeligheid van haaren Man niet mogt kwetzen, hieldt zy voor hem verborgen vanwaar die onderstand kwam. Ongelukkig egter voor beiden, ontdekte hy de misleiding, en duidde dezelve voor eene schriklyke zamenzweering tegen zyne Eer. |
|