Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794
(1794)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijZesde brief.Gloucester, Sept. 1792.
myn heer!
Schoon ik niet behoore tot het aantal der zodanigen, op welken de regels van juvenalis passen,
Quos mire afficiunt inscripta ergastula carcer Rusticus, -
zou het nogthans, om verscheide redenen, onvergeeflyk in my weezen, geen byzonder oog van opmerking te slaan op het Landschaps Gevangenhuis van Gloucester. Ik behoef by u niet te herhaalen wat zo dikwyls gezegd en geschreeven is over den slegten staat der Gevangenissen in dit Koningryk, en bovenal over de onvoegelyke behandeling der Gevangenen. Alle braaven en denkenden hebben geklaagd, dat eene Gevangenis zo verre te kort schoot om te voldoen aan de oogmerken, welke dezelve ten oogmerk hadt om te bereiken, dat ze veeleer ten Kweekschool van Ondeugd dan ter Strafplaats van dezelve diende, en dat veele honderden, althans in de Hoofdstad, bykans onschuldig in de Gevangenis geworpen, uit dezelve als Snoodaarts kwamen. Wanneer de oude wyze van het behandelen der Gevangenen ten | |
[pagina 379]
| |
besten toeging, bevondt men, dat de Gevangenis de vereischte werking niet deed op hun hart: want, daar dezelve alleen bestondt in de berooving van vryheid, konden zy gemaklyk bedagt weezen op middelen om hunne snoodheid voort te zetten, en door de onderlinge verkeering elkander styven en sterken in alle schandlyke bedryven. De eerste Man, die een stap voorwaards deedt om de verkeerdheden van onze Gevangenhuizen te verbeteren, en dezelve te maaken 't geen zy moesten weezen, in elk menschlievend en welgeregeld Staatsbestuur, was wylen john howard, die den edelen bynaam van den weldaadigen, met zo veel regts, verdiendeGa naar voetnoot(*) - Een waardig Baron deezer Landstreek, Sir g.o. paul, onderscheidde zich, kort naa de uitgave des eersten Deels van howard's Werken, in het voortzetten van de oprigting eens Hospitaals, volgens de beginzelen door dien nuttigen Schryver te neder gesteld. Hy vondt veele hinderpaalen te boven te komen, veele vooroordeelen te overwinnen. De ondersteuning, nogthans, welke zyne Mederegters hem booden, stelde hem in staat om de zaak tot een gelukkig einde te brengen. Ik had heden het geluk om dit Gevangenhuis te bezigtigen, en smaakte daarby een grooter genoegen dan ik immer genoot by het bezien der Verblyfplaatzen der Grooten deezer Aarde; dewyl ik my verzekerd hield, dat, wanneer dit Gevangenhuis by aanhoudenheid bestuurd worde volgens het thans aangenomen plan, zulks zeer veel zal toebrengen om de slegten te verbeteren, en aan de Maatschappy verscheide waardige Leden te schenken, die dezelve anderzins geheel zou verlooren hebben. De groote misslag in alle Gevangenissen, uitgenomen de weinige, welke ingerigt zyn op het Plan der Gevangenis te Gloucester, bestaat hier in, dat de Gevangenen van allerlei soort, geheel snooden en minder boozen, verlof hebben om met elkander te verkeeren; en, zo lang | |
[pagina 380]
| |
dit duurt, kan men met geene mogelykheid verwagten, dat hunne Gevangenis op hun eenig ander dan een slegt uitwerkzel zal hebben. In dit Gevangenhuis wordt het aan geen twee Gevangenen, om welk misdryf ook zittende, vergund in dezelfde kamer te weezen, of elkander te zien, uitgezonderd op de uuren des arbeids, en dit nog is geregeld naar gelange van hun gedrag. Het Gebouw werd begonnen in 't Jaar MDCCLXXXIII, en in omtrent vier jaaren voltrokken. Het is verdeeld in pleinen en kwartieren, met gaanderyen, enz. 'er zyn meer dan driehonderd Cellen; elk deezer is een zindelyke langwerpige kamer, met een bed, en verderen voeglyken toestel. Het geheel heeft een zo zuiver en tot de gezondheid geschikt voorkomen, dat een Vreemdeling dit Gebouw in 't eerst zou neemen voor een Huis, geschikt tot het dryven van een of ander Handwerk. De Bouwmeester was wylen Mr. blackburn, wiens oordeel, in dit slag van Gebouwen, hem een onderscheidenden naam verworven heeft. Het kost bykans veertig duizend Ponden St., eene som die de logezetenen afschrikte, tot zy begreepen dat de prys niet hoog, maar veel eer laag, gesteld was. Ten einde gy eenig denkbeeld zult kunnen vormen van het nut, 't welk men mag verwagten van een Gevangenhuis, volgens dit Plan ingerigt, zal ik u de hoofdbyzonderheden daar van opgeeven. - De Gevangenen zyn verdeeld in vier Classen, naar maate van de door hun gepleegde misdryven. Die van de eerste en hoogste Classe zyn opgeslooten in donkere Cellen, zonder gemeenschap met iemand, behalven den Kapellaan, den Chirurgyn, de Bestuurders als zy den staat der Gevangenissen opneemen, den Oppasser, die hun ten minsten eenmaal daags moet bezoeken, het zuiveren van de Cel bezorgen, en alles, wat der gezondheid kan benadeelen, wegneemen. - De Gevangenen van de tweede Classe zitten in lichte Cellen, even zeer als de voorgemelden van de verkeering afgeslooten. Deeze beide worden aangemerkt als strafplaatzen voor balstuurige Gevangenen, en om de tugt van het Gevangenhuis kragt by te zetten. - De derde Classe bepaalt den Gevangenen tot zyn eigen Cel, zo verre, dat het hem vry staat de buitenlugt te neemen voor zo veel uuren op elken dag, als de verdeelingen van het plein toelaaten; want slegts één Gevangenen van een Classe mag 'er | |
[pagina 381]
| |
zyn op den zelfden tyd. Op Zondag, en andere dagen van Godsdienstoefening, wordt elk Gevangenen afzonderlyk na de Kapél gebragt; en, mits zyn of haar gedrag geregeld en welvoegelyk geweest hebbe, mag hy of zy, op Zondagen, de buitenlugt scheppen op het plein, in gezelschap van die tot zyne of haare Classe behooren. - De Gevangenen van de vierde Classe worden ten allen tyde tot hunne Cellen bepaald, uitgenomen geduurende den tyd der Godsdienstoefening, en den tyd tot het eeten geschikt, wanneer zy mogen verkeeren met anderen van hunne Classe, op de plaats in de open lugt. - Gy zult, myn Vriend! terstond erkennen de nuttigheid van deeze rangschikking en maate van opgeslootenheid naar het gedrag der Gevangenen. De Gouverneur van het Gevangenhuis, gelyk hy genoemd wordt, heeft een Jaarwedde van 200 Ponden St; maar geen vervalletjes, hoe genaamd; uitgenomen de op zekeren prys bepaalde vergunning voor meer dan gewoone bedding, volgens Reglement toegestaan, en zulk een gedeelte van de voordeelen, uit der Gevangenen arbeid herkomstig, als de Bestuurders hem toeleggen. Hy mag geen der Gevangenen slaan, dan alleen in geval van zelfverdediging; men vordert van hem af, dat hy met bedaardheid, doch strikt en zonder eenige partydigheid, handelt. - De Oppassers worden in boete beslaagen over vloeken en zweeren, en het geld komt in de Bos der Gevangenen; Dronkenschap doet hun de post verliezen; zy mogen geen geld ontfangen, of iets, hoe genaamd, vraagen. - De Werkbaas heeft een Jaargeld van 50 Ponden St. Hy komt in als een Hulp van den Gouverneur, en heeft het opzigt over den arbeid der Gevangenen: hy moet vlytbetoon aanwakkeren onder de Schuldenaars en Gevangenen wegens andere misdryven, die genegen zyn om te werken; want wie, in dit Gevangenhuis, lust heeft om te werken, wordt gebruikt, en een gedeelte van de winst bewaard ten hunnen dienste. Hy houdt een lyst van de Werktuigen en Gereedschappen aan de Gevangenen gegeeven, en neemt die van hun af als zy uitscheiden met den arbeid, om ze 's nagts op te sluiten. De post van den Kapellaan is wel ingerigt om de uitwerking deezer afzonderende Gevangenis te onderschraagen. Hy moet alle Woensdagen en Vrydagen, 's morgens, op vastbepaalde uuren, de Gebeden leezen, en el- | |
[pagina 382]
| |
ken Zondag, op Kerstyd en op Goeden Vrydag, preeken. Menigmaal moet hy alle de Gevangenen gaan zien, zonder dat 'er de Gouverneur, of eenig ander der Huisbedienden, by is; onderzoek doen naar hunne omstandigheid, en den staat der Cellen waarneemen. Hy moet zich vervoegen by elk Gevangenen, die zyn raad en bystand in 't geestlyke verzoekt. Godsdienstige en Zedekundige Boeken worden hem gegeeven, en hy deelt ze naar goedvinden uit onder de Gevangenen in eenzaamheid zittende, als hy denkt dat een hunner eene gesteldheid van geest heeft om voordeel van zodanig onderwys te trekken. Het is aan hem gelaaten het Avondmaal toe te dienen, op zulke tyden, en aan zulke Persoonen, als hy 'er toe geschikt keurt. - Naardemaal deeze Gevangenis gebouwd werd door menschen van een onbekrompen hart, en tot de beste oogmerken, kan men niet denken, dat zy daar mede strydig handelden in het stuk van den Godsdienst. Diensvolgens is het hier een regel, dat, schoon de Kapellaan, tot het bezoeken der Gevangenen aangesteld, tot de Kerk van Engeland behoort, nogthans een Gevangene, die verklaart van eene andere Geloofsgezindheid te weezen, het bezoek mag ontvangen van een Leeraar dier Gezindheid. - Ik ben te breedvoeriger geweest in de opgave van de pligten des Kapellaans, dewyl ik weet dat ze over 't hoofd gezien, of op de slofste wyze waargenomen, worden in de meeste Gevangenhuizen; en dewyl het, in eene Gevangenis op deezen voet ingerigt, van het uiterste aanbelang is, dat dezelve met alle stiptheid en yver volvoerd worden. Men heeft daarom in de aanstelling eens Kapellaans zeer veel zorgvuldigheid gebruikt, in gevolge van een Aanspraak van Sir g.o. paul, over dit onderwerp, aan zyne Mederegters. Door lieden, die geen belang hadden om my te misleiden, ben ik onderrigt, dat men, in geen geval, het minst van het oorspronglyk Plan is afgeweeken. De Heeren, die dit Gevangenhuis onder hun opzigt hebben, allen Lieden van ruime middelen zynde, en zelven verheven boven alle omkooping, hebben dit verderf ook uit alle gedeelten van deeze Instelling geweerd, en de goede uitwerkzels hiervan vertoonen zich allezins op het duidlykste. In de Gevangenhuizen in de Hoofdstad, en in veele andere, heeft eene zeer slegte gewoonte plaats, welke | |
[pagina 383]
| |
tot schande strekt van een Land, 't geen op Menschlievenheid en goede Tugt roem draagt. Ik bedoel, dat men den Gevangenen toestaat Drinkgeld, of andere Gelden, te vorderen van anderen, als zy in de Gevangenis komen. Zulks is hier volstrekt verboden, en kan het ook, uit de Gesteltenis der Gevangenisse zelve, geen plaats grypen. Een Reglement is gedrukt ten dienste der Gevangenen, ten einde zy naauwkeurig mogen weeten, wat van hun geëischt wordt, en wat zy in hunnen staat moeten volbrengen. Dit Reglement is aangeplakt in de Cel van elken Gevangenen, en wordt daarenboven ééns in elke maand in de Kapél voorgeleezen. Allen Spel is te eenemaal verboden. De Gevangenen moeten zich zindelyk houden, en men let zeer zorgvuldig op de reinheid hunner Cellen en Persoonen. By het inbrengen komt de Gevangene eerst in het Lazaret, waar de Chirurgyn hem onderzoekt. Wordt hy ziek bevonden, het Ziekenhuis is zyn verblyf; doch, gezond zynde, na die Afdeeling gepast, welke voor hem geschikt is, en voorzien met de Gevangenhuis-kleeding; zyne eigene kleederen worden, naa gereinigd en genommerd te zyn, in de Kleederkamer gebragt, en bewaard tot den tyd dat zyne Gevangenis ten einde loopt. De voordeelen van der Gevangenen arbeid zyn verdeeld in vier deelen; twee deezer worden aan den Gevangenen betaald, een aan den Gouverneur en Opzigter der Werken, en het ander komt in de algemeene beurs. Hieromtrent hebben eenige schikkingen ter keuze der Gevangenen plaats. Weeklyks wordt een gedeelte van hunne winst betaald; zy mogen daar voor noodwendigheden, bestaanbaar met de voorgeschreevene Regelen, koopen, die alle onmaatigheid in drank, enz. weeren. - Dit is het hoofdzaaklyke van 't geen zulke Gevangenen betreft, die eigenlyk gezegde Misdaadigers zyn. Ik heb alleen de zodanige vermeld die tot dit Gevangenhuis byzonder behooren. Zy zyn daarenboven onderworpen aan de algemeener Regelen, bekragtigd door eenige onlangs uitgegeevene Parlements Acten. De eenzaame of afgezonderde Gevangenis, schoon, naar het gevoelen van de meerderheid der zodanigen die dit onderwerp doordagt hebben, de best mogelyke wyze om jonge Misdaadigers (en door die behandeling | |
[pagina 384]
| |
is het te hoopen, dat zy allen vervolgens tot die soort zullen behooren,) te regt te brengen, heeft nogthans haare bestryders. Zeker Schryver heeft onlangs dezelve als streng en dwinglandisch uitgekreeten, en breed uitgeweid over de Gezellige Aandoeningen. Maar, indien hy zich de moeite gegeeven hadt om te leezen (doch dit slag van lieden is niet zelden te wys om te leezen,) dan zou hy zyne Tegenwerpingen geheel voorgekomen of beantwoord gevonden hebben. Het wordt toegestaan, dat zy, die Eenzaamheid in 't algemeen met eene onverzagte strengheid wilden opleggen, wel zouden doen met de verhardende uitwerkzels daarvan te overweegen op eene ziel met misdryf overlaaden, en afgesneeden van die hebbelyke bedwelming, welke by den snoodaart alle opmerking verbandt; zy zouden dan gewaar worden dat dit iets meer is, dan de enkele wyze van gevangen houden, willekeurig opgelegd. ‘Eenzaamheid,’ schryft de meermaals aangehaalde Baron g.o. paul, ‘met behoorelyke in agtneeming op de uitwerking daar van, zal, twyfel ik geenzins, den verhardsten Misdaadiger verbeteren, en zonder die in agtneeming behoort dezelve nimmer opgelegd te worden.’ Zo zeer is hy overtuigd van de noodzaaklykheid dier optettenheid, dat hy 'er byvoegt. ‘Indien het immer gebeurde, dat de Overheden verwaarloosden te letten op het nagaan der gevolgen van hunne Gevangenzetting, of vervielen tot onkunde van, of ongevoeligheid voor, den staat, tot welken zy de Overtreeders verwyzen, dan zou het de pligt weezen van het Hof, of de Kwartierszittingen, onmiddelyk alle straffen van eenzaame opsluiting op te schorten, in zulke verwaarloosde Gevangenhuizen. In geen geval vermoedt de Wet den Regter onkundig van den staat der Gevangenisse, tot welken de veroordeelde verweezen wordt. En wat de eenzaame of afgezonderde Gevangenis aanbelangt, deeze moet niet langer stand grypen, dan dat men op de Gevangenen let. Het Plan, volgens 't welk ons Gevangenhuis is ingerigt, zal men bevinden, dat veele groote voordeelen, ónafhangelyk van het denkbeeld van Eenzaamheid, bezit. Op Eenzaamheid moet strikt aangedrongen worden, tot dat dezelve Opmerking te wege brengt; doch dan iets der Opmerkinge als een onderwerp aangeboden worden. Volstrekte, algeheele en | |
[pagina 385]
| |
onafgebrooke, Eenzaamheid zou den geest of verwilderen of verstompen; en, zo ik my verbeelde, zelden te regt brengen.’ De Voorstanders, derhalven, van Afzondering in de Gevangenhuizen, zyn geenzins onkundig, dat dezelve, om behoorlyke uitwerking hervoort te brengen, naar gelange der omstandigheden, moet geregeld en gewyzigd worden. 't Zy men de Eenzaamheid als eene straffe beschouwe, of aanmerke als een middel om de Slegten te verbeteren, nimmer hebbe men dezelve zonder onderscheid op te leggen. Niet onderscheidende Strafoefeningen strekken alleen om alle Misdaaden te verwarren. Om deeze tegenwerping kragtloos te maaken, zyn 'er, gelyk ik u vermeld heb, onderscheide Graaden van Afgezonderde Gevangenis, geschikt voor een soort van Menschen, die eene daar aan beantwoordende maate van schuld, weerbarstigheid, of hardheid van harte, hebben. Geen Plan, in de daad, beloofde immer een beteren uitslag; doch geen Plan kan men verwagten dat eene volkomene uitwerking zal voortbrengen. Het tegenwoordige is nu in zyne kindschheid. Het verloop van eenige weinige jaaren zal toonen, of, en in welk eene maate, hetzelve volvoerbaar is; in het eerste voorkomen verdient het ongetwyfeld de voorkeuze boven de gewoone handelwyze in de Gevangenissen: dewyl niets zo verkeerd of slegt kan zyn: en het hangt van de Overheden, en het Volk zelve, af, of de beloofde voordeelen met de daad zullen stand grypen. Maar ik heb alle de openbaare voordeelen, ontstaande uit de Inrigting van 't Gevangenhuis te Gloucester, u niet vermeld, daar ik nog geen woord gesprooken heb van de wyze, op welke een ander slag van Gevangenen behandeld wordt. De wyze van behandeling der om Schulden gezetten was altoos een deel des onderzoeks by den Heer howard, en gy, die zyn Werk geleezen hebt, zult u zeker wel herinneren, dat hy zich naauwlyks ooit voldaan vondt over 't geen hy zag en hoorde. Ik behoef u de tooneelen niet voor den geest te schilderen, welke de Gevangenissen van King's Bench en Fleet opleveren. Of het Plan, hier gevolgd, de voorkeuze verdient, laat ik aan uw eigen oordeel. Elk Schuldenaar, hier gezet, heeft, zo verre het gebouw der Gevangenisse toelaat, een onderscheiden Slaapvertrek, met den noodigen toestel, op 's Landschaps kos- | |
[pagina 386]
| |
ten: verkiest hy iets meerder, tot meerder geryf en gemak, hy mag het zich aanschaffen, zonder voor die vergunning iets buitengewoons te betaalen. Heeft hy lust om te werken, hem wordt werk gegeeven, en een derde gedeelte van zyne winst komt aan den Gouverneur, en den Opziender der Werklieden: heeft hy gelegenheid dat hy werk kryge, buiten het geen in het Gevangenhuis te werken gegeeven wordt, hy mag dit volvoeren, zonder tusschenkomst van de Oppassers der Gevangenisse, of 'er iets voor te betaalen. - Eene uitzondering is hier op, naamlyk, wanneer de Stoffe of de Werktuigen van zulk een aart of zo omslagtig zyn, dat het niet voeglyk is dezelve in de Gevangenis toe te laaten - eene uitzondering allerredelykst. Veele Schuldenaars zag ik werken, en men verhaalde my, dat eenigen, wegens vry groote sommen gezet, zich door werken 'er uit gered hadden. Niet verre van de Gevangenis is een huis, waarin men het gewerkte, door de Gevangenen, verkoopt. Het bestaat meest uit Handwerken van de gemeenste soort. Ik kogt eenige kleinigheden van gedraaid werk, en eenige weinige Tekeningen met pen en inkt gemaakt, zeer net uitgevoerd, door iemand onlangs om schuld gezet; doch die, door dit middel, zich uit ongelegenheid redde, en nu bezig is aan kunstwerken van eene hoogere soort. Maar, dewyl het zomtyds gebeurt, dat een Schuldenaar zo verre van zyne Vrienden verwyderd, of des geheel ontbloot is, dat hy allen bykomenden onderstand derft, en het vermogen niet heeft om de vier stuivers van zyne Schuldeischers te krygen, of dat hy niet kan werken, of geen genoegzaamen arbeid ten zynen onderstand verrigten; in zulke gevallen kunnen, op het inleveren van een Getuigschrift van het Geregt, of van eenige andere agtenswaardige Persoonen uit de woonplaats des Schuldenaars, inhoudende, dat hy geen Vrienden heeft, en een waardig voorwerp is van weldaadigheid, de Regters, die deeze Gevangenis bezoeken, of twee hunner, zulk een Gevangenen ontheffen van het betaalen zyns aandeels in de algemeene beurs, of mogen hem bystand verleenen in het verkrygen van vier stuivers der Schuldeischeren. - Ik heb hier alleen nog by te voegen, dat de Schuldenaars in elk gedeelte huns gedrags bestuurd worden volgens regelen van een vry strenge, schoon in geenen deele drukkende, tugt. Zy worden belet | |
[pagina 387]
| |
te speelen, overdaadig te drinken, en alles, wat hun ten nadeele kan strekken, wordt hun onthouden. Dit zyn eenige der Inrigtingen en Wetten, welke men volgt in het bestuur van een Gevangenhuis, opgerigt, niet zo zeer om te straffen, maar veeleer om te verbeteren. Heb ik in de opgave hier van de perken van myne voorgaande Brieven, één enkel onderwerp betreffende, overtreeden, ik heb alleen, te myner verschooninge, in te brengen, dat dusdanig een onderwerp belangryk moest zyn voor u, en voor een ieder, die den tegenwoordigen deerlyken en deerniswaardigen staat der Misdaadigeren in ernstige overweeging neemt. Waarschynlyk zullen wy, door zodanige middelen, de Misdaaden niet verbannen; doch zy zullen, vlei ik my, vergezeld gaan van omstandigheden, die in het pleegen minder schriklykheids hebben, en gevolgd worden van een heilzaamer berouw, naa dat ze gepleegd zyn. Andere Straffen mogen nog noodig blyven; maar deeze zullen meer uitwerkings doen, en op den Misdaadiger en op het Gemeen. Zints de oprigting van dit Gevangenhuis, heeft men hier slegts twee voorbeelden van doodstraffe gehad. De plaats der Strafoefening is een plat, zich verre boven het dak der Gevangenisse verheffende; het ziet over de geheele Stad heenen; en deeze kan getuigenis draagen van die ontzettende verrigting. Waar vertooningen van dien aart niet veelvuldig zyn, laaten zy gewoonlyk eenen diepen indruk agter. In de Hoofdstad zyn ze zo algemeen, dat, indien ik het zo mag uitdrukken, niemand het der moeite waardig oordeelt ze te gaan zien. Indien ik geene verkeerde begrippen, dit stuk betreffende, heb ingezoogen, is het uiterste, 't geen de Wetgeevende Magt kan doen, de gewelddaadigste snoodheden maatigen of verminderen. Dezelve geheel te verbannen, is boven menschlyk bereik: en zy, die na volmaaktheid in deezen staan, zullen waarschynlyk meer te kort schieten in eenig goed te doen, dan zy, die zich met een min hoogvliegende hoope streelen. Waren de Gevangenhuizen in 't algemeen geregeld naar het Plan, van 't welk ik u thans eenig, schoon onvolkomen, berigt gegeeven heb, de voordeelen daarvan zouden desgelyks algemeen weezen: voor tegenwoordig zyn ze tot nog bepaald aan twee of drie Landschappen. Waarom de Hoofdstad in deeze gewigtige Hervorming | |
[pagina 388]
| |
niet voorgegaan is, kan ik niet begrypen, daar dezelve zints lang voorgegaan is in alle de misbruiken, welke om Hervorming schreeuwen. Ik weet, 't is waar, in Middlesex wordt thans een Gevangenhuis op dit Plan gestigt, wat het Gebouw aanbelangt; en ik hoop, dat de inwendige Inrigting even zeer ten algemeenen beste zal strekken; doch ik weet 'er niets meer van; en ik vrees eenigermaate, dat één Gevangenhuis, alleen tot afzonderlyke opsluiting geschikt, naauwlyks toereikend zal weazen om een tiende gedeelte te bevatten van de Voorwerpen, die deeze wyze van Hervorming zouden behoeven. Een afgelegen Landschap heeft een veel beter kans om de voordeelen van het Plan, op het gunstigste, te vertoonen; want de Volkszeden, een honderd mylen van de Hoofdstad, verschillen zo veel van de Zeden der Bewoonderen zelve, als de eenvoudigheid van een Kind onderscheiden is van de listigheid eens volwassen Mans. Maar ik vrees, dat myn geschryf u zal verveelen. In myn' volgenden hoop ik u op vrolyker tooneelen te brengen; want myn rydtuig staat gereed om my te voeren na Cheltenham, die Zetel van Vermaak en Geluk. Ik ben, enz.
(De volgende Brief ter naastkomende gelegenheid.) |
|