Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794

Eenige, tot dus lange, niet recht begreepene byzonderheden, tot de natuurlyke historie van den olyphant behoorende.
Door den Heer Corse.

(Getrokken uit de Asiatic Researches, or Transactions of the Society instituted in Bengal, for inquiring into the History and Antiquities, the Arts, Sciences and Literature, of Asia. Vol. III.)

De Heer corse, te Tipura zich onthoudende, hadt gelegenheid, om te zien, op welke wyzen de Inboorelingen de Wilde Olyphanten vingen; en verscheide Byzonderheden, behoorende tot de Natuurlyke Historie van dit zeer groot Viervoetig Dier, tot hier tot gebrekkig bekend, of niet wel begreepen, vielen onder zyne Waarneeming.

De jonge Olyphanten zuigen altoos met den Bek, nimmer met den Snuit, gelyk de Heer de buffon verkeerdlyk verzekert. De Heer corse zag 'er van één dag, tot van drie jaaren, die aan de Moeder zoogen; doch nimmer dat zy den Snuit gebruikten, dan om de borst te drukken, 't geen zy, door een natuurlyk Instinct, schee-

[p. 336]

nen te weeten dat diende om de melk te gereeder en overvloediger te doen vloeijen.

De wyze van paaren van het Mannetje en Wyfje, waarover men zo veel byzonders verteld heeft, is thans buiten alle mogelykheid van twyfel gesteld. Daar de Heer buller, de Luitenant hawkins, en veele anderen, een Mannetje met een Wyfje zagen paaren, naa dat men ze in veiligheid gebragt hadt in de Keddagh^(*), en vernamen hoe zulks juist op dezelfde wyze toeging als een Hengst eene Merrie bespringt.

Zo veel de Heer corse kon nagaan, duurt de Zwangerheid van een Olyphant omtrent twee jaaren: naardemaal een Olyphant jongde, één en twintig maanden en drie dagen, naa dat dezelve gevangen was. In de maand January 1788, werd deeze Olyphaut gevangen; men ontdekte, in April of May, dat dezelve moest jongen, en het Jong, een Mannetje, kwam, op den veertienden van October 1789, te voorschyn. - By de geboorte was dit Jong vyf en dertig duimen hoog, by de schouders gemeeten, en, in Maart 1790, haalde het negen en dertig duimen; zynde dus vier duimen, in bykans even zo veele maanden, gegroeid.

(*) Zo noemt men de plaats, rondsom afgeschut met boomen en omtuiningen, waarin de Olyphanten gedreeven worden door de Jaagers, als zy 'er eenige gevangen hebben.