hoope, van met elkander, hun leeven lang, gelukkig te zullen weezen; toen aranthes, na huis keerende om zyns Vaders toestemming te verwerven, genomen werd door een Zeeroover, verkogt in de binnenste deelen van Africa, en daar verweezen tot den hardsten slaaven arbeid.
Aspasia voelde intusschen alles wat liefde en onverduldig verlangen konden inboezemen. Een geheel jaar liep voorby, zonder dat zy eenige tyding hoorde van haaren Minnaat: een ander ving den kring aan; maar nog dezelfde ontrustende stilte! Eindelyk kwam er berigt, dat aranthes niet meer was. Aspasia's Liefde veranderde in Wanhoop.
Tyd, de verzagter van allen leed, verzagtte allengskens de smert, die aspasia uitstondt. Zy liet zich, ten lesten, overhaalen, om het oor te leenen aan nieuwe aanzoeken, die, door de aanmaaningen haarer Ouderen, zo veel op haar vermogten, dat zy haare toestemming gaf om na Frankryk te gaan, met een oud Koopman, die haar voor zyn Zoon schikte, toen in Africa; handel dryvende met de Inwoonderen diens Lands. Haare reis was voorspoedig. En hadden haare fraaije Zeden den ouden Heer bekoord, zyn Zoon, die korten tyd daar naa l'huis kwam, werd niet minder verrukt en ingenomen door haare Persoon, Begaafdheden en Deugden.
De Dag ter Trouwplegtigheid werd bepaald. En, dewyl 's Bruidegoms Vader de rykste Man te dier plaatze was, kwamen alle de Inwoonders om hunne Gelukwenschingen af te leggen. Om meerder luisters aan de Plegtigheid by te zetten, deedt de Bruidegom aan de Bruid een geschenk van vystig Slaaven, toen juist aan land gekomen, en gereed, om, naa een halven dag reizens, haar op te passen.
Naardemaal de tegenwoordigheid van zulk een aantal Slaaven geoordeeld werd de Trouwstaaisie te zullen vergrooten, werden zy gebragt na het Huis des Koopmans, belaaden met Koopmanschappen, naar de gewoonte dier Eeuwe, en gebukt gaande onder dien last, en vermoeid.
Aspasia gevoelde alles wat menschlykheid kan inboezemen op het gezigt van zo veel leeds, terwyl zy een voor een voorby haar toogen. Maar, wie kan haare gemoedsäandoeningen beschryven, toen zy, onder de agtersten dier ongelukkigen, haar eigen aranthes zag, vermagerd door arbeid en kommer, en met de oogen styf op den grond geslaagen. - Zy gaf een luide gil, en viel geheel bezwymende in de armen der Omstanderen. Naardemaal haar gil en bezwyming de oogen van allen haarwaards trok, sloeg ook aranthes de zyne op, en zag nog éénmaal het Voorwerp zyner Liefde. - Hy vloog te haarer hulpe.
De geschiedenis van aspasia's voorige Liefde, en van de ongelukken haars Minnaars, werd welhaast algemeen bekend. En de jonge Koopman stondt op de edelmoedigste