Zedelyke bedenkingen.
Hoe dwaas is het zich buitenspoorig aan te stellen. Buitenspoorige vrolykheid word vaak afgewisseld door de bitterste treurigheid. Zo is ook eene uitgelaten droesheid vaak van korten duur. De mensch is een schepzel van die geaartheid, dat hy niet lang kan verkeeren in een en dezelfde omstandigheden, zonder naar verandering te neigen. - Ook is alles wat de tyd en deze wereld opleveren van dien aart, dat het een redelyk wezen naar verandering doet haken, om dat al wat in de wereld is de onbestendigheid tot zyn grondslag heeft, en de begeerten der ziele niet altoos vervullen kan. Er is geen goed in de wereld zo groot, geen geluk zo uitgebreid, of 'er is slegts maar één oogenblik noodig, om het omver te werpen. Ook is ons aardsch geluk nimmer van dien aart, of een langduurig genot doet den mensch naar verandering haken. - Niets is zo verrukkelyk, of de gewoonte aan hetzelve doet by ons al ras deszelfs waarde verminderen. Zo is 't ook gelegen met de droefheid over een geleden kwaad. Nooit is het kwaad zo hevig en fel, of de tyd brengt 'er verandering in; en hoe heviger de droefheid is, des te schielyker word dezelve gematigd. Dat we ons dan nimmer uitgelaten betoonen, of aan ongehoorde uitspoorigheden overgeven!
Is 'er wel een eenig ding op de wereld. 't geen den mensch een bestendig geluk kan bezorgen? - Al het ondermaansche is aan oogenblikkelyke veranderingen onderworpen. Ons geluk is van gisteren, en duurt dikwils niet tot morgen. Onze dagen zyn een wisseling, een mengeling, van geluk en ongeluk. - Dan de neigingen van den mensch, welke een yder in zyn binnenste ontwaart, om naar geluk te streven, om waarlyk gelukkig te worden, moeten een yder overtuigen, en veilig doen besluiten, dat 'er wezentlyk iets zyn moet, 't geen met regt den naam van waar geluk dragen kan. - Onze ziel zelfs, waaruit deze begeerte voortkomt, overtuigt ons ook overvloedig van deze waarheid, om dat deze, geestelyk zynde, zig met geene natuurlyke dingen vergenoegen kan. - Dierhalven kan men veilig dit besluit opmaken. 'Er is een bestendig goed, een waar geluk, dat alle de begeerten onzer ziel vervullen kan.
C. v.d. G.