van deeze Ziekte bekend te maaken; (te meer, daar de Autheur myn Leermeester was; en ik onder zyn bestuur veele Zieken waargenomen heb.)
Ik heb eene menigte Ziekten door dit specificq van den Dauwworm, zo wel in Duitschland, als hier te Lande, geneezen, en welke meestal niet anders merkwaardigs noodig hadden, dan naar het Voorschrift van den Heer Professor strak behandeld te worden, en zal derhalven daarvan geen gewag maaken; doch de twee volgende Gevallen schynen my zonderling, en van gewigt te weezen.
Een Jongman van omtrent achttien Jaaren, zeer schielyk, en zonder eenige voorafgegaane bekende oorzaak, een Zinking op zyn regter oog bekomen hebbende, liet my roepen: zeggende, dat het met hem was, als of hy een Floers voor het oog had, en konde 'er niet wel mede zien: uiterlyk zag men eenige troebeligheden over den Oogbol verspreid, met eene ligte ontsteeking.
Ik deed den Lyder eene Aderlaating, en gaf des morgens en 's avonds Pillen uit de Rheum Gum. Guajac. Sal polych. Tart. Emetic. en Sapo: uiterlyk gaf ik een Collyrium, uit Aq. Veget. M.G. met de Vitriol. alb. en liet agter de beide Ooren de Ecorce de Garou leggen: maar by alle deeze middelen wierd het oog slimmer, en de Lyder konde 'er niet meer mede zien. Het linker oog begon daar by ook erger te worden, het geen my in eenige verlegenheid bragt.
In deeze omstandigheden, vroeg ik verscheide Menschen, die dagelyks om den Jongeling heen waren, en wel byzonder aan eene Meid, die langen tyd in dat huis gediend had, of de Patient niet het een of ander ongemak aan het hoofd of aangezigt gehad had, (ik verbeeldde my dat zomtyds een Uitslag, of Schurft, op het hoofd schielyk door smeeren verdreeven was,) waarop ik tot antwoord kreeg, dat men zig niets daarvan herinneren konde; maar wel, dat hy in zyne kindschheid den Dauwworm gehad had; doch, over het jaar oud zynde, was daar niets meer van vernomen, dan alleen, van tyd tot tyd, een kleinen Uitslag aan het voorhoofd, en wel byzonder in het voor- en najaar, het welk alsdan met een zeker soort van Wasch-water gemakkelyk wegging; hebbende zulks de Lyder twee