| |
| |
| |
Zeldzaame waarneeming eens afgebrokenen, voor 't grootste gedeelte in de blaas terug geblevenen, en zonder insnyding uitgehaalden, pis - ontlasters;
door G.J. van Wy, Anat. Chirurg. & Artis Obstetr. Lector, Lid van de Haarlemsche en Utrechtsche Maatschappyen van Weetenschappen, en van het Genootschap ter bevordering der Heelkunde te Amsterdam, en Stads Heel- en Vroedmeester te Arnhem, enz.
Ieder Waarneeming word belangryk geoordeeld, naar gelang van haare mindere of meerdere nuttigheid, welke dezelve aan de Maatschappye kan toebrengen. Wy deelen de volgende mede, met geen ander oogmerk, dan om, geboekt zynde, na waarde beoordeeld te worden, en in 't byzonder, is 't mogelyk, iets leerzaams en nuttigs aan myne Kunstgenooten, vooral heilzaam voor het algemeen, op te leveren.
Philip l..., woonachtig te Deutichem, had het on geluk, in het voorgaande Jaar, den 26 Augustus, en laater, herhaalde reizen, door opstopping van water, alhier bedlegerig te worden. - Ik deed verscheide maalen, met goed gevolg, de Catheterismus; en by den uitslag, en uit de omstandigheden, bleek meer dan waarschynelyk, dat ontsteeking en verzweering der eene of beide Nieren de oorzaak der Pis-opstopping geweest was.
Ik ben niet voorneemens, iets wegens de aftappingen van Pis, behoorlyk gebruik van Catheters van Cajensche Harst, noch wegens de verdere behandeling, die onzen Lyder uit zulke gevaarlyke omstandigheden, (welke den kundigen Heer o. de ruuk, en my, zeer veel moeite en zorgen baarde,) in zo verre volkomen redde, dat hy den 20 October, (schoon onder het bestendig en aanhoudend gebruik der evengemelde Catheters,) huiswaards reizen konde, meer te zeggen; dewyl zulks tot myn tegenwoordig oogmerk niets belangryks toedraagen kan, en behalven dien ook deeze Waarneeming, zonder nut, te uitgebreid zoude doen worden.
| |
| |
Den 2 January, van dit Jaar, was de Pis-ontlaster, gelyk meermaalen te vooren onder myne behandeling, uitgenomen, om de ontbeering van dezelve weder te beproeven; dan, by myne overkomst, bleek die beproeving vrugteloos te zyn geweest; 'er had zig, na de uitneeming, geen druppel Pis ontlast, maar voor dien tyd, door den Pis-ontlaster, aanhoudend, eene aanmerkelyke hoeveelheid Etter.
'Er schoot derhalven niets over te doen, dan zyne levensregeling, en verdere Geneesmiddelen, voor het vervolg weder te bepaalen, en op nieuw den Pis-ontlaster, die zeer wel gesteld, en op geene plaats verzwakt of beschadigd was, in te brengen; terwyl ik hem de noodzaakelyke overkomst naar Arnhem, om onder het dagelyks bestier ter beproeving eener volkomene herstelling te kunnen weezen, (volgens de beste regelen der kunst,) aanprees: dan, verhinderende omstandigheden, en het ongunstig Saisoen, beletten den Lyder, van die aanpryzing tydig genoeg gebruik te maaken.
Den 22 February, verzogt men my eens weder over te komen, om te zien den gevorderden staat van gezondheid des Lyders, en een nieuwen Pis-ontlaster, in plaats van den in de Urethra aanweezigen, in te brengen. Ik was verhinderd (door hooge noodzaakelykheid) myne overkomst eerder te kunnen bepaalen dan tegen den 25 daar aan volgenden; en hier van wierd bericht aan den Lyder toegezonden. Maar, hoe toevallig allerongelukkigst! tot nu toe had men aan den Pis - ontlaster geene breuk, of beschadigde plaats, ontdekt; herhaalde reizen was dezelve aanmerkelyk ver voorwaards uitgedrongen geweest, en, op de minste zagte drukking, ook weder binnenwaards in de Blaas terug gekeerd, zelfs nog den 23 's avonds; waarna onze Lyder, zig gerust ter slaap begeevende, zeer ontrust wierd, en in doodelyke benaauwdheid geraakte, toen hy den 24, 's morgens circa 2 uuren, ontwaakende, bespeurde, dat de Pis-ontlaster, voor een groot gedeelte afgebroken, by hem uitgevallen nederlag; terwyl het overige en grootste terug gebleeven ge leelte buiten bereik, en terug getrokken, was.
Ik bekwam hier van denzelfden ochtend, vroegtydig, bericht; dan myne veelvuldige bezigheden veroorloofden my niet eerder ter zyner hulpe toe te schieten, dan tegen den namiddag circa 3 uuren, en dus kwam ik niet voor denzelfden avond 7 uuren te Deutichem; vindende den Lyder zeer beangst, pynelyk, en het te rug gebleeven
| |
| |
gedeelte des Pis-ontlasters, in dien tusschentyd, ver terug getrokken, achter het Scrotum, tusschen de Bulbus Urethroe en de Prostata, door zamentrekking van den hals der Blaas, zeer vast omsloten.
Het kortste afgebroken voorëind, 't welk op de plaats van de afbreeking zig vezelachtig vertoonde, was 3½ duimen Rynl. maat lang.
Ik liet myn Lyder, overëind, met de kniën gebogen, en 't lichaam voorover, eenige uitpersende poogingen doen, om te zien of daar door het terug gebleeven gedeelte des Pis-ontlasters voorwaards schieten wilde; dan deeze poogingen waren vrugteloos, en hierom vond ik my in de noodzaakelykheid, eene andere beproeving in 't werk te stellen, eer ik tot Insnyding, die na genoeg de Operatie der Steen zoude hebben moeten evenaaren, overging; en hierin slaagde ik tegen verwagting; en het is hierom, dat ik de mededeeling van dit geval niet onwaardig, maar ter navolging aanprysbaar, geoordeeld heb.
De Lyder agter over, en overdwersch, zeer gemaklyk zig te bed gelegd hebbende, zo, dat het geheele onderlyf buiten het bed geplaatst was, en met de voeten weerzyds op een stoel, plaatste ik weerzyds een helper, terwyl ik my zelven tusschen de beenen, gebukt, voor den Lyder stelde.
Ik bragt, vervolgens, een met oly vet besmeerden vinger van de linkerhand diep in den Anus, en gedrukt agter tegen de Blaas, op den Pis-ontlaster binnen dezelve, terwyl ik door een der helpers, met een platte hand, boven het schaambeen liet aandrukken, om daar door in myn voorneemen, ter voorwaardsstuwing der Catheter in de Urethra, door de beweegbaarheid in het hol der Blaas, niet verhinderd te worden. Vervolgens maakte ik, met mynen ingebragten vinger, tegen de Blaas, en op den Pis-ontlaster, schuivende, of naar my toe trekkende, drukkingen, zo veel, en zo sterk, als ik tot myne bedoeling noodig oordeelde, en, zonder te eel benadeelend geweld te oeffenen, durfde vertrouwen; terwyl ik, met myne vingers van de regterhand, het voorste afgebroken en terug gebleeven einde, achter het Scrotum, zo goed mogelyk, met de bekleedzels van buiten, wel omsloten aanvatte; doende myne beide handen overeenstemmend zodanige werking doen, dat, zo veel de vingers van de eene voorwaardsschui- | |
| |
vende poogingen deeden, de andere, door naar zig toetrekking, (even zo als men eene in de Blaas gebragte Pis - ontlaster voorzigtig, en schuivenderwyze, terugen uitbrengt, met de Penis naar den buik over te voeren,) daar aan beantwoordde; en hier door bragt ik het zo verre, dat de Pis-ontlaster voorwaards geschoven, en eenigzins getrokken wierd tot voor het Scrotum in de Urethra; verder, dan tot hier aan toe, konde ik het op die wyze niet brengen.
Ik stond nu in beraad, wat te doen! de Urethra door eene Insnyding te openen, of myne voorbedagte Kunstgreep verder te beproeven; het laatste oordeelde ik verkieslyk vooraf te laaten gaan, eer ik tot eene mishaagende, en in de gevolgen misschien nadeelige, Insnyding besloot; het welk hier in bestond; Ik bragt eene zo veel mogelyke hoeveelheid oly in de Urethra, hervatte daarop de voorgemelde voorwaardsstuwende en trekkende pooging, en vorderde daar door, op nieuw, een weinig, zo, dat ik besloot te beproeven, of ik, met een dunne, langwerpige, tot myn oogmerk geschikte, Koorntang, den Pis-ontlaster zoude kunnen vatten en uithaalen: immers tot het een of ander moest besloten worden; dewyl dezelve met de vingeren nu niet verder gebragt konde worden.
Ik liet door een helper den gemeiden Pis-ontlaster de terugwyking, (door, met zyne vingers, behoedzaam op denzelven aan te sluiten, tusschen het Scrotum en den Anus,) beletten, en bragt evengemelde Koorntang, wel in oly genat, voorzigtig in de Urethra, en deed langzaame en behoedzaame poogingen ter indringing en verwyding der Pisbuis, terwyl ik my genoodzaakt vond met de linkerhand tegenstrydig te moeten werken als men anders doet by de inbrenging van Catheters of Snystaven; dewyl ik, op die wyze, niet tot aanraaking des beslooten Pis-ontlasters, zo ver naar binnen, vorderen konde; integendeel, hoe meer ik de Penis met de linkerhand terug drukte, en daar door verkortte, hoe gemakkelyker de Tang ingevoerd konde worden; en op deeze wyze bereikte ik eindelyk het vreemde lichaam; zettende de Tang, welke 3 duimen in de Urethra ingevoerd was, tegen hetzelve aan, opende dezelve met zo veel voorzigtigheid als my mogelyk was, om de Urethra niet te kwetzen, of te veel te beledigen, en te verhinderen, dat de wanden der Pisbuis niet
| |
| |
te gelyk met den Pis-ontlaster zouden gevat worden; en hier in slaagde ik zeer wel: immers ik had het geluk, denzelven op die wyze te vatten, en langzaam uit te haalen, hebbende de lengte van 7 duimen Rynl. maat, zonder aanmerkelyke belediging; althans de pynen, (natuurlyk eigen aan zulk eene bewerking,) hielden terstond na de uithaaling op; 'er volgden niet dan eenige weinige druppelen bloed, en vervolgens heldere Urin; en ik vond geen de minste pynelyke tegenstand biedende beletzelen in de weder binnenbrenging van een nieuwen Pis-ontlaster van Cajensche Harst.
De Lyder stond zeer vervrolykt op, en klaagde over geene pynen meer, sliep den volgenden nagt zeer wel, en betuigde, 's morgens voor myn vertrek, geen den minsten hinder van de Kunstbewerking overbehouden te hebben.
Heden, den 1 Maart, ontvange ik bericht, dat hy, (buiten het onvermogen, om de Urin vryelyk, zonder Pisontlaster, te kunnen kwyt rakken,) zeer welvaarende is.
Arnhem,
1 Maart 1794.
P.S. Wy bespaaren, tot nadere gelegenheid, door nieuwe Waarneemingen, de Geneesbaarheid van sommige waare Kankers weder te bevestigen; en laaten de tegenbedenkingen van den Heer w. leurs over ter beoordeeling van Vaderlandsche en Buitenlandsche meer bevoegde Kunstregters dan wy; dewyl het zeker een Stuk is, 't welk als hunner opmerkinge niet onwaardig kan beschouwd worden.
g.j. van wy. |
|