| |
| |
| |
Aanmerkingen, geduurende een zesweeks verblyf in Oxfordshire en Gloucestershire, in den jaare MDCCXCII gemaakt. In een reeks van Brieven aan een Vriend.
Oxford, 16 Aug. 1792.
myn heer!
Toen wy van elkander scheidden was uw verzoek om den loop van myn Reisje te verneemen. Gy wenschte dat ik een Dagverhaal zou opstellen, en elk klein avontuur, 't welk wy bejegende, opschryven als het my nog versch in 't geheugen lag; en gy hadt de Nederigheid om te begeeren dat ik dit alles aan uw oordeel zou onderwerpen. Wat zult gy dan denken indien ik verklaar dat ik geen sterke wederstreeving voel om dit alles te doen? Want, indien myne Brieven, ('t welk geen vreemd verschynzel zou weezen in deeze veel uitgeevende Eeuw,) voor een hooger Regtbank, een Regtbank op welke uwe genegenheid en vooringenomenheid mywaards geen invloed altoos heeft, verscheenen, ik kan niet verliezen 't welk ik nooit bezat. Ik wil zeggen, ik kan de verkreegen Letterroem eens Schryvers niet verliezen. Myn Naam is geen waarborg voor de voldoening van Weetgierigheid. Het geheim zal blyven berusten, maar alle de teleurstelling zal gevoeld worden by uzelven.
Londen verliet ik op den 14 deezer Maand, en ik vertrok na Oxford. Van de twee wegen, over Henley en over Uxbridge, verkoos ik den laatsten, niet als die, naar het denkbeeld der Reizigeren, de beste is, maar als waarschynlyk meest geschikt om my door de nieuwigheid te behaagen. Ik had dien weg nooit gereisd. Is dezelve de aangenaamste niet in alle opzigten, men is rasser op het land, men schudt schielyker het stof van een alles over 't hoofd gewassen Hoofdstad af. De Voorsteden zyn hier korter, en binnen een half uur, naa dat men den Draaiboom door is, ademt nien eene zuivere lugt in, nog niet besmet door de dikke dampen van Steenbakkeryen. - Een ander voordeel, en by my geen gering, bestaat hier in, dat het gezigt van den weg niet onder- | |
| |
schept wordt door Nieuwe Huizen. Eene spreekwyze, die, ter oorzaake der nieuwe wyze van bouwen, onlangs aangenomen, betekent, ‘een hoop van gebakken steenen en kalk; aan het oog vertoonende eene schennis van alle regelen van Evenredigheid, en van alle wetten der Bouwkunde.’ Maar ééne vertroosting mogen wy altoos onszelven geeven by al den wansmaak door deeze Nieuwe Huizen veroorzaakt, de gedagte naamlyk, dat de Bouwkunde der tegenwoordige Eeuwe waarschynlyk geen voorwerp van belachen en bespotten der volgende tyden zal opleveren. De Menschen zullen welhaast beter leeren bouwen, als de ondervinding hun onderrigt, dat duurzaamer werk meer met hun belang overeenkomt - de tegenwoordig gebouwde Huizen zyn niet gebouwd voor de Naakomelingschap.
Het Queen's Lying in Hospital voorby gaande, zag ik, 't is waar, eenige Nieuwe Gebouwen; doch van een hegter maakzel dan die men aan de Noord- en Zuidzyde van Londen aantreft. Onder dezelve zyn gewis Schoolen voor jonge Juffrouwen en jonge Heeren. In alle Nieuw aangelegde Straaten, gelyk men ze heet, in de nabuurschap van de Stad, zyn drie Huizen, die zelden missen het middelpunt en de einden uit te maaken; een Herberg, een Commenyswinkel, en een Kostschool. De Opvoeding is een handel geworden, en ongetwyfeld beginnen veelen, die hun kost op deeze wyze zoeken te winnen, met een zeer kleinen voorraad van de noodige vereischten, verzekerd dat onkunde en zedige vrymoedigheid, in de meeste gevallen, bekwaamheid noodloos maaken. Denk niet dat ik te streng oordeel. 'Er doet zich een straal van hoope op. Gy weet dat eenige Koophandelaars, die met een Stalletje en een Kruiwagen begonnen, nu in heerlyke en welvoorziene Winkels zitten; en wie weet of deeze Schoolmeesters en Schoolmatressen, wier begin even onaanzienlyk is, misschien niet, door gewoonte van anderen te onderwyzen, zelve tot eenige kennis zullen geraaken?
By Kensington Gravel-pits, (dat veld van Eere voor de Heeren wier agting bestuurd wordt door de beweeging van een Snaphaan,) staan eenige Huizen, gebouwd in een smaak die voortyds vry algemeen schynt geweest te zyn; de steenen zyn donker rood; de vensters zyn zeer lang en smal; de vertrekken ruim, en zy hebben iets van een lompe grootheid. De Kostschool te Not- | |
| |
tingham aan de slinker en des Prinsen Krygsleerschool aan de rechter hand zyn in geenen deele onaangenaame voorwerpen; de ligging van de eerste en de geschiktheden van de laatste treffen in de daad het oog. Het zyn, 't is waar, slegts kleinigheden; nogthans trekken deeze, als men eerst de Stad verlaat, de aandagt. Hoe menig een Weetniet smaakt het genoegen van de hooge Bergtoppen in Welch, en de schilderagtige grootschheid der Noordsche Meiren tusschen Londen en Hampstead!
Van Shepherds-bush begint het Land zich volkomener op te doen. Acton heeft verscheide welgebouwde en vermaaklyk gelegene huizen. De Bronnen naby deeze Plaats, weleer beroemd van wegen derzelver geneeskragtige hoedanigheden, worden tegenwoordig schaars bezogt. Het uitwerkzel deezer Wateren is geen ander dan dat dezelve ontlasting bezorgen, en, indien zy het niet spoedig doen, zou ik denken dat de hoeveelheid van water, welke men moet inneemen, alle de goede uitwerkzels verhindert. - Men sprak hier van een Boomgaard, 's Duivels Boomgaard geheeten; maar, dewyl ik niet in staat was zyn eigendom naa te gaan, hield ik my niet op om onderzoek te doen op die helsche Vrugt. Men gelooft dat de Duivel veele wonderlyke dingen uitvoert, welke het Ongeloof des tegenwoordigen tyds gaarne in het vergeetboek zou stellen. In eenige afgelegene oorden des Lands heeft hy egter de eer van een magtig werker te zyn; en twyfel ik niet of ik zal 'er op myn Reisje ontmoetingen van aantreffen.
Hanwell, welk ik nu bereikte, verschaft weinig opmerkenswaardigs. Men vindt 'er eenige fraaije huizen, ter verlustiging gebouwd. Sion Hill, ter slinker hand gelegen, vertoont zich voordeeliger. Hayes is een nog vermaaklyker Dorp; veele huizen in 't zelve mogen pragtig heeten; veele indien niet alle de Boerenwooningen zyn onlangs herbouwd. Dit is altoos een gunstig verschynzel. Zou het niet zeer te wenschen weezen, dat wy in staat waren om te bewyzen, dat de sterk toegenomene grootte van Londen moet toegeschreeven worden aan de eigene aanwassende bevolking, en den toevloed van Vreemdelingen, en niet aan de ontvolking van de rondsom liggende Dorpen? Het stuk uit een ander oogpunt beschouwende, mag men misschien zeggen, dat veele der Dorpen naby Londen toegenomen zyn door de overtolligheden van die Hoofdstad. Dit is zeker het geval ten
| |
| |
Zuiden en ten Noorden. Londen is vereenigd aan Camberwell, Kennington en Brentford, en de vereeniging van die Stad met Hampstead is bykans voltrokken.
De Kerk te Hayes is bezienswaardig; het gedeelte waar het Altaar staat, inzonderheid, is heerlyk vercierd. Op het Kerkhof zyn, om de onkosten van Steenen Gedenktekens uit te winnen, veele Houten Paalen met Opschriften. Dit geloof ik treft men niet veel aan.
Op het Kerkhof van Hillingdon, omtrent twee mylen verder, is een opmerkenswaardige Taxis-Boom; men brengt de Kerklyke Registers by, om aan te toonen, dat dezelve twee honderd jaaren oud is. De gewoonte, om die soort van Boomen op de Kerkhoven te planten, is zeker veel ouder.
Van Hillingdon kwam ik te Uxbridge, een net en zindelyk Dorp, omtrent eene myl lang. Schryvers van het begin deezer Eeuwe gewaagen van de Herbergen, uit hoofde van derzelver menigte, en het goed onthaal 't welk men 'er ontvangt; ten opzigte van deeze laatstgemelde byzonderheid mogen zy nog met lof gedagt worden, schoon het getal niet groot is. De Kerk draagt veele merktekens van oudheid. Dezelve werd gebouwd ten tyde van den zwakken en ongelukkigen Koning hendrik den VI; de herstellingen zyn veelvuldig geweest. - Uxbridge wordt bespoeld door de Rivier Coln, welke stroomt door een gedeelte van Hertfordshire en Middlesex, en by Staines zich in de Theems ontlast. De meeste Dorpen meenen te mogen spreeken van eenige gewigtige gebeurtenis, in ouden tyd daar voorgevallen, welke die plaatzen tot eere kunnen strekken. Een Vriend, by wien ik ontbeet, herinnerde my, dat de Gelastigden van Koning carel den I, en die van het Parlement, hier een lange Onderhandeling hielden, in den Jaare 1644; doch hy stondt bedremmeld toen ik hem vroeg, tot wat oogmerk?
Het land omstreeks Uxbridge heeft veele schoone aftuiningen; doch men mist 'er allen vergezigt. Iemand die smaak vindt om hier te ryden is een belangloos Man, zou onze Vriend W*** zeggen; want hy kan 'er niets zien. Alles komt digt aan 't ooge; van het land ontwaart men niets. De nabuurschap van Uxbridge is misvormd door veele oude en jammerlyke Hutten, niet gelyk die ten voorbeelde van de Grieksche Bouworde strekten; maar gelyk die ten verwyt van de hedendaagsche
| |
| |
Landheeren strekken. Het is te bejammeren, dat, wanneer de geest opgeruimd is door het bezien van een ryken en welbebouwden grond, wy niet mogen vergeeten den onbeloonden arbeid van den Landman, tot welken met veel waarheids, en zeer eigenaartig, mag gezegd worden: Sic vos non vobis, &c.
Een heuvel opgaande, naderden wy Bulstrode, het vermaaklyk Landgoed des Hertogs van portland; myne beschryving daar van zou en kort en overtollig weezen: wat kan men van eene zo welbekende plaats zeggen? Van de Geschiedenis herinner ik my alleen, als iets treffend afsteekende by het Character van den tegenwoordigen Eigenaar, dat het, ten eenigen tyde, bewoond wierd door den Regter jefferies; een Man, wiens naam een gepasten Scheldnaam werd, om elk snood Regter, die naa hem kwam, aan te duiden.
Op deezen weg hebben wy meer dan op eenigen weg van Londen de naalaatigheid ontdekt der Gelastigden, om te verzorgen dat 'er leesbaare Mylsteenen zyn. Deeze en de Wegwyzers zyn even onbruikbaar, dan voor den Oudheidkundigen, die verkiezen mogt zich te verlustigen in het ontvouwen van derzelver geneimzinnige betekenis. De kosten van nieuwe Mylsteenen en Wegwyzers zou een beuzeling bedraagen; en wie reist ondervindt dat de voordeelen daar van groot zyn. Van alle verzuimen moeten die, welke uit domme verwaarloozing spruiten, voor de onverdraaglykste gehouden worden. De grootheid van zwaare hindernissen moge zomtyds onoverkomelyk weezen, en, ten allen tyde, eene verschooning opleveren; doch waarom zal men dat gemak en die voeglykheid over 't hoofd zien, welke bezorgd kunnen worden door weinig arbeids, en voor eene kleine geldsomme? Mylsteenen zyn kleinigheden; maar kleine dingen zyn groot, gelyk iemand wel zegt, voor kleine Mannen!
Het gezigt des Lands is, naa dat men Bulstrode voorby is, meer open en ruimer, en strekt om de schoonheden van het Park op het voordeeligst te vertoonen. - Beaconsfield heeft niets merkwaardigs in het voorkomen. Men kan, egter, niet naalaaten te denken, dat daar omstreeks de verblyfplaats is van een Heer, wiens vernuft altoos hoogagting inboezemde; maar wiens Character vol is van onbestaanbaarheden, op welke zyne Vyanden vat hebben, als zy in redenkaveling te kort
| |
| |
schieten, en die zyne Vrienden, zonder vrugt, tragten te regtvaardigen. Ik weet niet hoe ik de waarde van dien zonderlingen Man recht zal schatten. Gy en ik hebben hem honderdmaalen gepreezen en gelaakt, zonder het ooit eens te worden. Als een Heer op zichzelven aangemerkt, is hy geregtigd tot algemeene hoogagting. Zo sterk heeft hy de verknogtheid zyner Vrienden aan hem gemaakt, dat van hem gezegd mag worden, 't geen men van zeer weinige menschen zeggen kan, dat geen zyner Vriendschapsverbintenissen verbrooken zyn dan door hemzelven. Maar in een Beampt Leeven heeft hy te dikmaals zich laaten vervoeren door de warmte zyner aandoeningen, en, zich schikkende naar de omstandigheden der tyden, heeft hy vergeeten, dat zyne bekwaamheden en welspreekenheid hem gegeeven waren om die tyden beter te maaken. Het gebeurt te meermaalen, dat, wanneer de Verbeeldingskragt door het Vernuft in beweeging gebragt is, en dezelve niet bestuurd wordt door Oordeel, Mannen van de grootste bekwaamheden de zaak, welke zy meenden te onderschraagen, verzwakten. Onzer beider Vriend, Dr.***, verzekert, dat B*** zonder vast Stelzel begon. Dit moge waar zyn; maar ik denk veeleer dat hy begon met Party te trekken, dat beginzel van verstandelyk Despotismus. - Zodanig waren de bedenkingen, welke my invielen, Gregories voorby rydende. Indien ze u niet aanstaan, gy moogt ze op uw gemak verbeteren.
Ik nam een vlugtig gezigt van High Wycombe, terwyl ik vroeg myn middagmaal liet gereed maaken. Deeze Plaats is zeer gezond, gelegen tusschen twee hoog opgaande gronden, bedekt met houtgewas; en is, zo ik geloof, van eene vry groote oudheid. Dezelve mag voor de tweede, zo niet voor de eerste, Stad in rang in Buckinghamshire gerekend worden. De laagste Classe van Inwoonders, die Classe welke men in alle Steden Armen noemt, en het in de meeste slegt hebben, wordt hier met nut gebezigd in de Manufactuur van geweeven Kanten, welke men 'er tot een hoogen trap van volkomenheid gebragt heeft. Eenige van de duurste soorten zyn zeer fraai; en deeze Manufactuur, over 't geheel, is een Artykel 't welk het land groot voordeel geeft. Behalven de eerste Manufacturiers, en de lieden door hun te werk gesteld, wint een groot getal van vlytige Armen, die de kost winnen door in de nabuurige Landstreeken
| |
| |
deeze Waar te koop te veilen, welke zy Koopmansprys inkoopen, en dus met voordeel kunnen vertieren. Aan zulke kleine beginzelen, verhaalde men my, waren verscheide aanzienlyke Winkeliers in Aylesbury hun tegenwoordigen bloeienden stand verschuldigd, waarop zy roemden.
High Wycombe is volkryk, en wel gebouwd; men telt 'er tusschen de drie en vier honderd Huizen. Geen Stad in Buckinghamshire bevatte vier honderd Huizen die de Belasting op Huizen en Vensters, in 't Jaar 1781 gelegd, moesten betaalen, wanneer de waardeering voor het Huis der Gemeente kwam. Het zelfde mag gezegd worden van de Landschappen Cornwall, Huntingdon, Rutland en Westmoreland. De Rivieren Loddon en Wick verschaffen overvloed van water voor de Koorn- en Papier-Moolens. Te deezer plaatze, zo wel als in de nabuurschap, is een vertoon van werkzaamheid, en een heen en weder gaande beweeging, die zich met genoegen laat aanschouwen.
De Armen die buiten staat zyn te werken worden voorzien in wel ingerigte Armenhuizen; een of twee zyn 'er van een hedendaagschen bouwtrant. De Koornmarkt wordt voor de grootste gehouden in dit gedeelte des Koningryks, en geeft, door een verbaazend aantal Koopers en Verkoopers te Iokken, eene groote woeligheid aan deeze Plaats.
Van dit alles levert West Wycombe, omtrent eene myl verder gelegen, een droevig tegenbeeld op. De Huizen zyn klein, en bewoond door de geringste soort van Kantweevers. - Het Huis en de Plaats van wylen Lord le despenser liggen aan den slinker hand. De Tuin is met veel smaaks aangelegd; maar schynt, in den laatsten tyd, verwaarloosd. Een gedeelte bragt ons voor den geest het Schriftuurlyk, maar ongevallig, denkbeeld van den Tuin des Luiaards, door salomo zo treffend beschreeven.
De Kerk van West Wycombe werd gebouwd en vercierd alleen op kosten van Lord le despenser. Dezelve is van Steen, staat op een zeer verheevene hoogte, waar de oude Kerk stondt. De Vloer is Mosaïc, het Verwelfzel gestucadoord, vercierd met zinnebeelden. Daar zyn geen afgeslooten Banken; maar Zittingen, bedekt met groen laaken, en kussens met stroo, om op te knielen. De opschik is ryk, byzonder de Doopfont, de Kom met het dekzel is van loutor Goud.
| |
| |
De rydweg van hier na Staken-church, Oxfordshire, is vol aangenaame verscheidenheid van weiland en houtgewas. Omtrent eene myl verder dan Stoken-church, doet zich een heerlyk vergezigt op; een groote en uitgestrekte Valei, ryklyk overdekt met de uitgeleezenste gaaven der Natuure; de voorwerpen bieden eene aangenaame verscheidenheid aan, en, den voorgrond, welke al te geregeld is, uitgenomen, is het geheel een allerschilderagtigst Landschap. Maar dit is omtrent het éénige van deeze soort op deezen weg. Aan de rechter zyde van de Valei doet zich een schoon Huis op, toebehoorende aan den Generaal calliot. De weg wordt daarop naauw; maar de rykheid van de omtuiningen verbaast.
Tetsworth, waar door ik vervolgens trok, is een klein Dorp; eenige van de Hutten zyn nieuw, een beloovend teken van opwakkerend vlytbetoon. Omtrent twee mylen verder, zag ik, op eene Meente, een voorwerp, dat geen groote eer doet aan het Strafwetboek van een beschaafde Eeuw, en, zo ik hoop, eene Eeuw van Gezond Verstand; een Dief, hangende in ketenen, en half opgeëeten. Van welk nut deeze Straffe kan weezen, ben ik verlegen te berekenen. Bedoelt men 'er mede de Doodstraf te verzwaaren, door den gestraften de verschriklykheden van een voortduurende schande in te boezemen, dan zal het oogmerk alleen beantwoord worden naar maate van de gevoeligheid zyns harten voor schande. Bedoelt men 'er mede anderen af te schrikken, als door iets ergers dan de dood, dan kan het zelden eenige uitwerking baaren; want die Doodstraf wordt te onbepaald aangedaan; zomtyds aan Moordenaars, zomtyds aan Hoogewegroovers van een byzonderen aart; en 'er is geene zekerheid, dat dezelve wordt uitgevoerd in eenig bepaald geval. Bedoelt men 'er mede eene waarschuwing aan anderen te geeven, waar zal men deeze Toonbeelden ophangen? Deeze weg is eenzaam, en wordt zelden bereisd door de zodanigen, die voordeel kunnen doen met dit gezigt; het voorwerp zelve is te aanstootelyk, en men kan 'er geen oogenblik op staaroogen. Daarenboven, indien wy op onze Beschaafdheid stoffen, indien wy op onze Zagtaartigheid roemen, en de Gemaatigdheid onzer Strafwetten verheffen, dat wy dan geene denkbeelden herroepen geschikt voor barbaarscher Eeuwen. - In één opzigt, nogthans, moet ik bekennen, dat het Voorwerp, 't welk
| |
| |
ik hier ontmoette, op een zeer verkieslyke plaats, misschien by toeval, gehangen is. Het hangt, naamlyk, recht tegen over een gemeene Kroeg, en kan de bezoekers van dezelve het nuttig denkbeeld inboezemen van het verband tusschen een slegt leeven en een schandlyken dood. Maar deeze eigenste Leer kan, met dit alles, in eene min schriklyke gedaante gepredikt worden. Om de Menschen van Misdryven af te houden, wilde ik elken weg niet op een Galg doen uitloopen, noch, uit hoofde van de straf, den boosdoender opgelegd, hindernis baaren aan de geenen die weldoen.
By Whately, of Wkeatly-bridge, trokken wy de Rivier over. Dit Dorp is arm; de Huizen zyn zeer gering. Een Park en eenige Lustplaatzen ter rechter en slinker zyde verschaffen eene groote verscheidenheid van Landschapschildery vol smaak. De rydweg van hier tot Shotoverhill is verveelend, en men heeft geen vergezigt op Oxford. Die Stad komt eensklaps voor het gezigt; doch doet zich, van hier te zien, niet gunstig op. Van Shotover-heath is het beste gezigt; dan heeft men de geheele Stad in 't ooge, en de schoonheid heeft geen wedergade. Men heeft het egter noodig gevonden, den weg langs den kant van Shotoverhill te laaten loopen; deeze bragt my tot den oudsten en eerbiedenswaardigsten Zetel der Geleerdheid in de geheele Wereld.
Ik wilde myn intrek genomen hebben in Cross Inn; doch werd hier in voorgekomen door de gastvryheid van onzen waardigen Vriend van All Souls, die 'er op stondt dat ik by hem zou huisvesten zo lang ik verkoos in Oxford te blyven. Wanneer gy U herinnert het oogmerk myner Reize na die Stad, zal het U niet verwonderen, dat ik deeze uitnoodiging onwederstandelyk vondt, Ik blyf, &c.
(De Tweede Brief by eene volgende gelegenheid.) |
|