Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794
(1794)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 61]
| |
Het eiland Diego Ramirez door Capitein John Hunter, Esq. niet gevonden, volgens zyn Historical Journal of the Transactions of Port Jackson and Nordfolk Island; met eenige aanmerkingen daar over.(Uit het Engelsch.)
Capitein hunter werd, in October MDCCLXXXVIII, met de Sirius, gezonden na de Kaap de Goede Hoop, om voorraad voor de Volkplanting in Port Jackson te koopen. Hy zeilde ten Zuiden van Nieuw Zeeland om Kaap Horn, en tragtte, in het oversteeken van den grooten Stillen Oceaan, zo veel mogelyk een koers te houden te midden van de koersen van de Resolution en de Adventure, in de Jaaren MDCCLXXIII en MDCCLXXIV, om een koers meer te voegen by het groot aantal van koersen, die thans gedaan zyn door dien onmeetelyken Oceaan. Kaap Horn naderende, nam Capitein hunter waar, dat, in alle de Kaarten, welke hy gezien hadt, van Terra del Fuego, een Eiland ligt, omtrent 10 of 12 mylen Zuid Zuid-West van Kaap Horn, genaamd Diego Ramirez; het bestaan van welk Eiland nooit wedersprooken is door iemand die dat Voorgebergte rondzeilde. Hy bepaalde daarom zich zo naauw mogelyk op die parallel te houden, en, op den middag van den zes en twintigsten November, hadden zy eene goede Middaghoogte genomen, en bevonden zich juist op die parallel. Ten acht uuren voormiddag hadden de Luitenant bradley en de Capitein Waarneemingen gedaan op de Maans-afstand van de Zon; de uitslag van welke maar weinig mylen verschilde, en de gemiddelde was 290o 38′ Oost; zo dat zy, huns oordeels, zeer naby moesten weezen aan de plaats, waarop dit Eiland gesteld is: maar, dewyl zich niets opdeedt, zetten zy het landwaards aan, de vertooning waarvan zy menigmaal zagen, schoon de zwaare donkere wolken, die gestadig zamenpakten, hun verhinderden om een byzonder punt te onderscheiden. In den avond klaarde het een weinig op aan den Gezigtëinder, en zy lieten het uiterste van Terra del Fuego Noord ten Westen en West Noord-West op omtrent tien mylen afstands. Hierop zetten zy den koers Noord- | |
[pagina 62]
| |
Oost voort, en dagten veilig te mogen te stellen, dat 'er geen Eiland gelegen is op dien afstand van Kaap Horn, als men wil, dat Diego Ramirez gezegd word te zyn. Ondanks dit berigt van Capitein hunter, gaat het zeer zeker, dat Capitein cook, geduurende een geheelen naamiddag, in de Endeavour, 't zelve gezien heeft; gelyk blykt uit twee geschreevene Dagverhaalen, het een van Capitein cook's eigen hand, en het ander gehouden door een Onder-Officier, wilkinson geheeten, en het was herhaalde keeren aangeweezen op dien tyd. Het blykt verder, uit de Waarneemingen, gedaan door Mr. charles green, op die Reis, en in 't licht gegeeven op last van de Heeren tot de Lengte op Zee benoemd, dat de Breedte van Diego Ramirez in 56o 35′ Zuid, en de Lengte 68o 1½′ West. Het is, daarenboven, zeker, dat dit Eiland gezien wierd uit de Pandora, uitgezonden om de Muitelingen van Capitein bligh op te zoeken, en 'er zeer digt by heen zeilde, schoon zommige Officiers van dat Schip, vreemd genoeg zeker, het namen voor de Eilanden van St. Ildefonso, welke op de Zuider-Breedte liggen van 55o 51′ en Wester-Lengte van 69o 28′ ten Noorden van Kaap Horn, en gevolglyk ver genoeg uit hun gezigt ten dien tyde. Wy vermeeten ons niet de oorzaak te bepaalen waarom Capitein hunter het Eiland miszeilde. Hy zegt, dat zy op den zes en twintigsten, op den middag, zich juist op die parallel bevonden; maar hy vermeldt de uitkomst hunner Waarneemingen niet. Wanneer wy, egter, de Tafel van de Hoogte, elken dag Middags, op deeze Reis inzien, vinden wy, dat de Breedte op den zes en twintigsten van November MDCCLXXXVIII was 55o 44′ Zuid, 't welk meer is dan drie vierde van een Graad ten Noorden van Diego Ramirez. De Breedte en Lengte, ook op den vyf en twintigsten, waren vry naby, welke men aan dit Eiland toeschryft, en het komt ons hoogwaarschynlyk voor, dat Capitein hunter al te schielyk Noordwaards opzeildeGa naar voetnoot(*). |
|