Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794
(1794)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerslag van bergen in de planeet Venus waargenomen, en van den tyd der omwenteling dier planeet.(Ontleend uit j.j. schröter's Cythereiographische Fragmente.)
De Heer schröter geeft, in zyn Cythereiographisch Fragment, of Waarneemingen over zeer opmerkenswaardige Bergen in de Planeet Venus, en de Omwenteling dier Planeet, veele ontdekkingen en aanmerkingen aan de hand over Venus, belangryk voor den Starrekundigen en den Wysgeer. Cassini hadt, in een lange reeks van jaaren waarneemens om vlekken in Venus te ontwaaren, dezelve alleen gezien in twee jaaren, te weeten, MDCLXVI en MDCLXVII. Bianchini nam dezelve alleen waar in de opeenvolgende Jaaren MDCCXXVI, MDCCXXVII, en MDCCXXVIII. De Heer schröter hadt, in den loop van veelvuldige en naauwkeurige Waarneemingen, in den tyd van dertien jaaren, in 't Jaar MDCCLXXXVIII alleen vlekken gezien, en deeze waren niet zeer bepaald, meest gelykende op ligte wolken. Het mangel van klaarheid in de vlekken schryft hy toe aan de nabyheid dier Planeet aan de Zon, en het licht van den Zodiak, waar door Venus in den Telescoop geen zo bestendig licht geeft als de meeste andere Planeeten. Uit zyne Waarneemingen op deeze vlekken leide hy af, dat Venus in drie of vier en twintig uuren om haaren as omwentelde; doch op deeze alleen dagt hy het niet vellig te vertrouwen. Naa herhaalde Waarneemingen op die Planeet, wanneer dezelve niet vol was, byzonder in den Jaare MDCCXC, scheen hem haar Zuidlyke Hoorn langer en smaller dan de Noordlyke, zo dat de laatste tot een breeder schyf scheen te behooren. Op eenen anderen tyd scheen 'er geen verschil tusschen die beide Hoornen | |
[pagina 11]
| |
merkbaar; en dan wederom vertoonde zich de Noordlyke Hoorn de smalste. Dikmaals was 'er een opmerkenswaardig verschil in de gedaante dier Hoornen, naa 't verloop van weinig uuren, te ontdekken. Deeze verschynzels denkt de Heer schröter te moeten toeschryven aan een groote Keten Bergen in het Zuider Halfrond van Venus, die, door derzelver hoogte, door de Zon, in het duister gedeelte van die Planeet, verlicht worden; even gelyk, in onze Maan, de hoogste Bergen in het Zuider Halfrond gevonden worden. Die gelykvormigheid bewoog den Starrekundigen schröter, om de Hoorns van de Maan waar te neemen, en bevondt dat dezelve in grootte veranderden, juist als die van Venus. Uit het geen hy in de laatstgemelde Planeet waarnam, besloot hy, dat op de Oppervlakte van Venus verscheide Ketens van Bergen zyn, van ongelyke hoogte; zommige de rechtstandige hoogte van 5 of 8 Geographische Mylen, of 22252 Roeden, haalende. De Omwentelingstyd van Venus, uit veelvuldige Waarneemingen opgemaakt, stelt hy op 23 uuren en 21 minuuten; en komt dus ten naastenby met cassini overeenGa naar voetnoot(*). Hy leidt 'er ook uit af, dat de Equator van Venus zeer na de Ecliptica moet hellen; als mede dat haare Poolen op eenigen afstand van de punten der Hoornen moeten geplaatst weezen. |
|