Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794
(1794)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe Oude en Nieuwe Constitutie der Vereenigde Staaten van Amerika uit de beste Schriften in haare gronden ontvouwd, door Mr. Gerhard Dumbar, Lid van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden, van het Provinc. Utrechtsche Genootschap, en van het Genootschap Pro Excolendo jure Patrio, te Groningen. Tweede Deel. Te Amsterdam by J.A. Crajenschot, 1794. In gr. 8vo. 276 bl.Toen wy het Eerste Deel van dit Waarheid- en Vryheidlievend Werk aankondigdenGa naar voetnoot(*), betuigden wy, ten slot, na het Vervolg te verlangen, en beloosden, niet in gebreke te zullen blyven, om dien verdienstlyken arbeid, zo ras dezelve ons in handen kwame, op eene wyze denzelven waardig, bekend te maaken, en zullen ons van de volbrenging deezer belofte kwyten. Doch kunnen wy niet naalaaten, vooraf, uit het geen de Heer dumbar aan den Leezer zegt, met veel genoegen, het volgende over te neemen: ‘Het gewigt der Onderwerpen, in dit Tweede Deel behandeld, doet ons denken, dat zy, die het voorige met genoegen ontvangen hebben, dit met geene mindere belangneeming zullen doorbladeren. Gaarne zouden wy zien, dat het ook in de handen van zulken onzer hedendaagsche Schryvers vallen mogt, welken, om de woorden der Letteroefeningen de onzen te maaken, als zy van Volksregeering spreeken, altoos het oog van de Vereenigde Staaten van America afwendenGa naar voetnoot(†), of, gelyk wy, ten | |
[pagina 633]
| |
hunnen voordeele, zouden verkiezen te onderstellen, nog nooit met voldoende aandagt het oog daar op gewend hebben. Indien de zodanigen de Historie, de Staatsgesteldheid, en den tegenwoordigen toestand, van Noord-America overwogen hadden, zouden zy begrypen, dat het, om het schadelyke van de Politieke Vryheid door voorbeelden te toonen, niet genoeg is, tegen eene Natie te declameeren, die, door buitenlandsche wapenen aangevallen, door verraadery en burgerkryg verscheurd, nog nimmer het bedaarde tydpunt heeft kunnen vinden, welk geschikt was om die Vryheid op eenen vasten grondslag te vestigen. America biedt het eerste voorbeeld aan van een Volk, welk, in 't midden van de diepste rust, dat is in eene omstandigheid, waarin de verschillende begrippen en hartstogten onbelemmerdst kunnen te voorschyn komen, zich zelf eene Constitutie heeft gegeeven, die geheel op Volksvryheid is gebouwd. Men bewyze, dat, daar de Volksvryheid de Burgerlyke verdelgt; dat, daar de Gelykheid tot die dwaaze uitersten wordt gedreeven, welken men derzelver Voorstanders zo ongerymdlyk opdringt; dat de duizenden, die uit alle hoeken van Europa, inzonderheid uit dat Britsche Ryk, welks zogenaamde Constitutie eertyds zo algemeen werd bewonderd, hunne door verjaaringe geheiligde Regeeringen derwaards ontvlieden, en meer en meer anderen aanlokken, niet anders zyn dan eene schaare van misleiden, die, hunne Burgerlyke Vryheid door de Politieke uitgeroeid en vermoord vindende, blootlyk medegenooten zoeken, om in hun onheil te deelen, en daar door hunne smert te verligten. Men bewyze dit of - men zwyge. Hic Rhodus, hic Salta!’ Dit Tweede Deel is op denzelfden voet als het voorgaande ingerigt. De twee eerst voorkomende Afdeelingen, de X en XI. by voortgang, bevatten Historische Berigten van dumbar's eigen opstel, en draagt de X ons voor: De verdeeldheid der Gemoederen in America over het Ontwerp der Nieuwe Constitutie - Aanneeming van dezelve in de onderscheidene Staaten, Pensylvanie, Delaware, Nieuw Jersey, Georgie, Connecticut, Massachusetts, Maryland, Zuid-Carolina, Nieuw Hampshire, Virginie, Nieuw York. - Noord Carolina verschuift die aanneeming. | |
[pagina 634]
| |
De XI geeft ons op, het Besluit van het Congres tot het in werking brengen van de Nieuwe Constitutie - Opening van het Nieuwe Congres - Verkiezing van President en Vice President - Eerbewyzingen aan den President - Het Nieuwe Congres regelt de Departementen der Uitvoerende Magt, de Geregtshoven, de Telling des Volks en het stuk der Naturalizatie - Aanneeming van de Nieuwe Constitutie door Noord Carolina en Rhode Eiland. Geschiedkundige Berigten, die ons den moeilyken weg aantoonen, langs welken men, met veel behoedzaamheids en overlegs, het gewenschte einde bereikt heeft. - Geschiedkundige Berigten, hier en daar doormengd met treffende gevallen. - Wy kunnen ons niet wederhouden van de verkorte opgave der Verkiezinge van den grooten washington tot President met eenpaarige Stemmen van alle de Kiezers. ‘Nooit hadt men op deeze Planeet eene algemeener en zuiverder nationaale vreugde aanschouwd, dan die, welke op washington's verkiezing in aller harten huisvestede, in aller oogen was te leezen. Men zag de zegepraal der Deugd; eene zegepraal, welke zelf den overwonnenen geene vernedering kostte; dewyl, wie ook zichzelven op den tweeden trap van verdienste jegens het Vaderland plaatzen mogte, niemand weigeren kon aan washington den eersten toe te kennen. Genootschappen van de strydigste beginzelen beyverden zich om in dit stuk hunne eensgezindheid openbaar te maaken, door brieven van plegtige gelukwensching aan den nieuwen President te doen overhandigen. Verscheide Steden deeden hetzelfde. Iets daar uit mede te deelen zou overtollig zyn. Men voege, in zyne verbeelding, alle de uitdrukkingen zamen, welken ongeveinsde hoogagting en versche dankbaarheid kunnen doen gebooren worden, en derzelver inhoud is gevonden. Een deezer stukken zonderen wy maar uit, dat naamlyk van de Burgers van Alexandria, een Steedje in de nabuurschap van Mount Vernon, de verblyfplaats van den Generaal, waar uit wy dat gedeelte zullen trekken, welk tevens strekken kan, om den Leezer een denkbeeld te geeven van de wyze op welke deeze groote Man, zedert dat hy, in den Jaare 1783, het hoogste Krygsampt, niet alleen vrywillig, maar met vreugd, voor | |
[pagina 635]
| |
den stand van een byzonder Burger verwisseld, en zyn zwaard tot eene sikkel versmeed hadt, tot nu, dat zyn Vaderland andermaal oordeelde deszelfs dienst niet te kunnen derven, zyne dagen hadt gesleeten. “De eerste en de beste der Burgeren, (dus luidt het) moet ons wederom verlaaten, onze Ouden verliezen hun cieraad, onze Jongelingen hun voorbeeld, onze Akkerbouw hunnen verbeteraar, onze Koophandel hunnen vriend, onze opkomende Akademie haaren beschermer, onze Armen hunnen weldoener, en de binnenlandsche Scheepvaart van de Potowmack, welke nuttige zaak door uwe onophoudelyke poogingen reeds ten deele tot stand gebragt isGa naar voetnoot(*), haaren insteller en bevorderaar.” Dan, welke betuigingen zulke geschriften ook mogten bevatten, zy konden niet dan flaauw zyn, vergeleeken by de uitwendige tekenen van algemeene vreugd, welke den President vervolgens overal op zyne reis na Nieuw-York vergezelden. De plegtige optogten van gewapende Burgeryen, de begroetingen met grof en klein geschut, het luiden der klokken, het afsteeken van vuurwerken, deeze en diergelyke dingen verdienen hier naauwlyks genoemd te worden. Eene meer harttreffende vertooning zweefde by elken stap voor de oogen van deezen Man des Volks. Duizenden, tienduizenden, waren geschaard langs de wegen, niemand scheen zichzelven te kunnen voldoen, in het genoegen, welk hy gevoelde, aan anderen te doen blyken; maar elk keerde voldaan na zyne wooning; dewyl het hem ten minsten nog eenmaal in zyn leeven hadt mogen gebeuren, zynen besten Vriend, hem, | |
[pagina 636]
| |
wiens weldaaden zich mede over zyne laate Naakomelingschap konden uitstrekken, te aanschouwen. Ondertusschen was in dit alles niets dat den Heer washington vreemd konde voorkomen. Toen hy zynen gewigtigen post, naa 't sluiten van den Vrede, hadt nedergelegd en na zyne haartstede te rug keerde, ontving de amptlooze Burger overal dezelfde tekenen van eerbied als thans de Hoofdpersoonadie in de Regeering des Lands. Deezen volgden hem ook naderhand, toen hy, naa het eindigen der eerste Zitting van het Congres, eenen togt deedt om de Oostlyke Staaten van het Bondgenootschap te bezoeken. - Mogten de Beheerschers der aarde eenmaal getuigen zyn van zulk een tooneel! Zy zouden dan zien, dat waare grootheid, de grootheid van den Mensch, niet noodig heeft, eene reeks van Voorvaderen op te tellen, voor welken de Volken gewoon waren in 't stof te buigen. Ook voor hun buldert het geschut, ook voor hun ontsteekt men zogenaamde Vreugdevuuren en Illuminatien; doch de stoet die hen omringt zal hen vergeefsch zoeken diets te maaken, dat haare toejuiching de toejuiching der Natie is, en dat de op hoog bevel brandende lampen iets meer aanduiden dan de onderwerping van een door vrees beteugeld Volk. - Maar neen! Blyft op eenen afstand, Veroveraars der aarde, die tienduizenden vernielt, om u van duizenden, met welken gy den kring uwer heerschappye hebt uitgebreid, te doen aanbidden en te doen vloeken. Blyft opgeslooten in den kring van uwe vleijers, op dat de waarheid u nimmer genaake, en u een spiegel voorhoude, waar in gy voor de eerstemaal uzelven zoudt bezigtigen, en uwe weezenlyke betrekkingen tot alles wat u omringt leeren kennen. Vernederde hoogmoed is te ondraaglyke straf voor de troetelkinderen der weelde; egter zoude het onhoflyke spiegel u doen zien, dat de Wysgeer, de Menschenvriend, op eenen alexander durft nederzien, terwyl hy de Godheid looft, dat eens een washington was gebooren!’ De volgende Afdeelingen zyn wederom genoegzaam uit the Federalist getrokken; met die invlegtingen en uitlaatingen, welke deeze Onderwerpen belangryk voor allen kunnen maaken. De XIIde Afdeeling heeft deezen Inhoud: Inleiding tot de beschouwing van den aart en de waarschynlyke uitwerkzelen der Nieuwe Constitutie, ten einde daar uit | |
[pagina 637]
| |
den graad van derzelver volmaaktheid te beoordeelen - Voor- en nadeelen der onderscheide Regeeringsvormen - De grondslag der Constitutie Republikeinsch - Europische Staaten oneigenlyk Republieken geheeten - Nadeelen der oude Volksregeeringen door de Vorderingen in de Staatkunde ontweeken. Deeze geheele Afdeeling, schoon kort, is voor ons ter overueeminge te lang, hoe gaarne wy ook ons Werk daar mede zouden opcieren; men trest 'er eene bondige ontwikkeling aan van veele denkbeelden, die veelal lang uitgesponnen en daar door verdonkerd zyn. Het zal den Leezer niet verdrieten, een en ander, hier uit ontleend, aan te treffen. Uit voorheen beredeneerde stellingen, zegt hy, ‘is ten overvloede op te maaken, dat, wanneer wy van eene Republikeinsche Regeering spreeken, men onze uitdrukking niet behoort te verwarren met die van zommige Staatkundige Schryvers, die, niet zo zeer op den waaren aart der dingen als op de in gebruik zynde benaamingen het oog vestigende, het woord Republiek dikwerf op zodanige Staaten toepassen, in welken geen kenmerk van eene Volksregeering is te bespeuren. Het is eene doorgaande gewoonte, de Vereenigde Nederlanden met den naam van Republiek te bestempelen, hoewel niet het geringste gedeelte der Oppermagt van het Volk afkomstig is. Dezelfde titel wordt aan Venetie gegeeven, schoon daar het groote lichaam des Volks door een handvol erflyke Edelen op de volstrektste wyze wordt overheerd; als mede aan Poolen, hoewel daar niets te vinden is dan een mengzel van Aristocratie en Monarchie, en wel zulk een slegt mengzel als men met mogelykheid uit beide zou kunnen maaken. Niet gepaster heeft men Groot Brittanje, welks Regeeringsvorm alleenlyk een Republikeinschen tak heeft, die met eene erflyke Aristocratie, en een eenhoosdig bestier, verbonden is, op de lyst der Gemeenebesten geplaatst. Deeze voorbeelden van Staaten, wier Regeeringswyzen hyna zo zeer van elkander als van eene weezenlyke Volksregeering verschillen, toonen de groote onnaauwkeurigheid, met welke men het woord Republiek in het behandelen van staatkundige onderwerpen heeft gebezigd.’ Naa aangetoond te hebben dat de Regeeringsvorm in de Vereenigde Staaten van America, met vollen regt, den naam | |
[pagina 638]
| |
van Republikeinsch verdient, vaart de Heer dumbar voort: ‘Dan juist deeze omstandigheid, dat de Regeeringsvorm van Noord-America volstrekt Republikeinsch is, zal by zommigen eene genoegzaame reden opleveren, om daar tegen uit te vaaren, en dezelve als een broeinest van verwarring, kabaalen en beroerten, af te schilderen. Ook behoeft het den geenen, die met de geschiedenissen der kleine Gemeenebesten van Griekenland en Italie bekend zyn, aan geene stoffe tot declameeren te ontbreeken. Het is oumogelyk dezelve te leezen zonder den sterksten afkeer te gevoelen van de onrust, welke die Republiekjes in onophoudelyke beweeging hieldt, en van de schielyke opvolging van omwentelingen, welken dezelven steeds tusschen de beide uitersten van onderdrukking en regeeringloosheid deedt slingeren. Vindt men 'er somtyds dagen van kalmte, zy schynen alleenlyk te dienen om stoffe te vergaderen tot nieuwe onweerswolken. De tusschenpoozen van gelukkiger tyden, welken 'er zich nu en dan vertoonen, beschouwen wy zelfs met een mengzel van leedweezen, ontstaan uit de bedenking, dat die behaagelyke tooneelen weldra door de woedende baaren van verdeeldheid en oproer zullen overstelpt worden. Indien 'er eenige straalen van kortstondige glorie uit de duisternisse voortschieten, wier vlugtig schynzel onze oogen voor een oogenblik kan doen schemeren, zullen dezelve ons te gelyk herinneren, hoe beklaagenswaardig het is, dat de gebreken in de Regeeringsvormen steeds moesten in den weg staan, om de yverigste poogingen van Mannen van de uitmuntendste talenten en verheevenste gevoelens, welke van tyd tot tyd in die Republieken ontstonden, van allen goeden uitslag ten nutte van de gemeene zaak te berooven. De wanorden, die de jaarboeken van die Republieken ontcieren, hebben aan de Predikers van het Despotismus redeneeringen aan de hand gegeeven, om niet alleen op den vorm van een Republikeinsch Bestier, maar tevens ook op de gronden van alle. Burgerlyke Vryheid, aan te vallen. Men heeft den Voorstanders van eene vrye Regeeringswyze, met een kwaadaartig genoegen, en als in zegepraal, alle de rampen, aan die voormaalige Republieken overgekomen, voor de voeten geworpen, en het besluit opgemaakt, dat Vryheid nimmer met de behoorelyke Ondergeschiktheid in eene Maatschappy konde gepaard gaan. Gelukkig zyn 'er ette- | |
[pagina 639]
| |
lyke weinige roemrugtige voorbeelden van Staaten, die eeuwen lang onder het genot van Vryheid gebloeid hebben, met welken men de troostlooze drogredenen van zulke Predikers kan wederieggen; en nog meer bemoedigend is het, dat men eene gegronde en welgevestigde hoop mag voeden, van in America een gebouw te hebben zien opregten, welk tot een duurzaam gedenkteken van derzelver dwaalingen zal kunnen strekken. Ondertusschen kan men niet ontkennen, dat de afbeeldsels, welken de zodanigen van Republikeinsche Regeeringen hebben opgegeeven, dikwyls niet dan te veel gelykenis hadden met het oorspronglyke, waar van zy werden ontleend: en, indien men in laater tyd geen volmaakter ontwerpen hadt weeten uit te denken, zouden de verlichte Vryheidsvrienden zich tot de noodzaakelykheid gebragt gezien hebben, om de zaak van die soort van Regeeringswys als onverdeedigbaar te laaten glyden. - Maar de Staatkunde heeft, zo wel als de meeste andere weetenschappen, groote vorderingen gemaakt, zo dat men thans de uitwerking van verscheide inrigtingen, die by de Ouden of geheel niet of zeer gebrekkig bekend waren, zeer wel verstaat. Hier toe behooren: de regelmaatige verdeeling van gezag tusschen onderscheiden Departementen, welken onderling in evenwigt staan, en elkander in bedwang houden; het instellen van Regtbanken, wier Leden niet kunnen afgezet worden, ten zy men hun geregtlyk van wanbedryf overtuige; de Vertegenwoordiging van het gansche Volk in de Wetgeevende Vergadering, door middel van Gedeputeerden, door het Volk verkooren: alle deeze dingen zyn of geheel nieuwe uitvindingen, of hebben ten minsten haare grootste volmaaking in de hedendaagsche tyden ontvangen. Zy zyn middelen, en wel kragtdaadige middelen, om de voordeelen van eene Republikeinsche Regeeringswyze te behouden, en tevens de onvolmaaktheden, waar aan dezelve zoude kunnen onderhevig zyn, te verzagten of te vermyden.’ Aangemerkt hebbende, dat de Uitgebreidheid des Lands in America veel zal toebrengen om het Americaansche Gemeenebest in stand te houden, gaat hy over om die Stelling, welke zommigen vreemd zal voorkomen, en door de Antifederalisten in America, als een tegenwerping tegen de Nieuwe Constitutie, werd aangedrongen, te verdeedigen. Dit is zyne taak in de XIII Afdeeling, behelzende: Ge- | |
[pagina 640]
| |
dagten van den Heer de montesquieu over geconfedereerde Republieken - Geschiktheid van een grooten geconfedereeraen Staat tot het stuiten van Factien - Onderscheiding tusschen eene zuivere Volksregeering of Demokratie in eene Republiek - De uitgebreidheid der Vereenigde Staaten niet te groot voor eene Republikeinsche Regeeringswyze. De XIV Afdeeling behelst: Oogmerken eener Bondgenootschaplyke Regeering - Magt van 't Congres ter verzekering van 's Lands veiligheid van buiten - Die magt behoort onbepaald te zyn - Staande Krygsmagt in Vredestyd - Waarom 's Lands verdediging niet aan de byzondere Staaten is overgelaaten - Wetten tegen eene staande Krygsmagt onuitvoerelyk - Het Congres kan geen Geld tot onderhoud des Legers voor langer dan twee jaaren toewyzen - Voordeelen van eenen Bondgenootschaplyken Staat boven een enkelvoudigen in het bewaaren van de Vryheid - Onwaarschynlykheid dat het Congres ooit een ontwerp van Overheersching zal kunnen uitvoeren, of zelfs beraamen. In de XV Afdeeling komt ons voor: Magt van 't Congres tot bewaaring van inwendige rust - Door welke middelen het Congres zich van de uitvoering zyner eigene verordeningen kan verzekeren. Het Congres handhaaft den Republikeinschen Regeeringsvorm, en waakt tegen oproer in de Staaten - Militie - Andere punten van Gezag aan het Congres gegeeven. - Heffing van Schattingen - De behoeften der Unie en der byzondere Staaten vergeleeken - Regtsgebied van het Congres over de Plaats van zyn verblyf, over Sterkten, Magazynen, enz. Ten laatsten wordt, in de XVI Afdeeling, De Stelregel, dat de Wetgeevende, Uitvoerende en Regterlyke, Magten van elkander gescheiden, en aan verschillende handen behooren toevertrouwd te worden, in het waare licht geplaatst - en De middelen, om ieder Departement van Gezag binnen zyne paalen te heuden, en daar in te handhaaven, overwoogen. Geen onzer Leezeren twyfelt, of wy waren dikwyls in bekooring om ook uit deeze Afdeelingen iets te ontleenen. Dan wy moeten, onzes ondanks, ons te vrede houden met de bloote Opgave van den Inhoud. Welhaast hoopen wy het Derde en laatste Deel te zullen ontvangen, ‘waar in de byzondere Inrigting van den Americaanschen Regeeringsvorm stukswyze zal overwogen worden.’ |
|