verpligt zyn met de voldoening van haare Crediteuren en dagelyksche betaaling op te houden, maar ook genoodzaakt haare Werven te sluiten, en de gewoone arbeidslieden af te danken. - Deeze twee Poincten zyn:
1. Dat, geduurende het voorn: tydvak, geene geldspecien, en op welker verzending de Compagnie, van het voorige jaar, nog twee millioenen guldens ten agteren is, met de uitgaande Schepen naar Indiën zouden worden verzonden. En
2. Dat de betaaling van de verscheenen, en nog tot in de maand van July te verschynen, interessen, welke de Maatschappy aan de H.H. Staaten van Holland, en aan die van Zeeland, verschuldigd is, mitsgaders van het Montant der 100 en 200 penning op de Actien, bedraagende te samen tusschen de 15 en 16 tonnen Gouds, provisioneel zouden moeten worden uitgesteld, en tot eene bekwaame gelegenheid gesurcheerd.
Na aangemerkt te hebben, dat het niet zenden van Contanten naar Indiën, (volgens het eerste poinct,) in de daad en in de uitwerking, het zelfde is, als, van nu af aan, aanstalte te maaken tot de dissolutie van de Maatschappy; terwyl het toestaan van het 2de Poinct, van de jegenswoordige omstandigheden van tyden en zaaken, en de gesteldheid der Provintiale Finantiën, het meest zal afhangen: zo besluiten gemelde Heeren, dat, met al dien onderstand voor het tegenwoordige, de zaaken van de Maatschappy, na het einde van July, dan evenwel niet gered zyn. Nadien het ten eenemaal onzeker blyft, of de verwagt wordende Retouren, zo dezelve al behouden mogten binnen komen, toereikend zullen zyn, om uit derzelver provenu de verdere noodige onkosten voor de Maatschappy te kunnen vinden, welken tot de Voorjaarsverkooping van 1795 betaald moeten worden; en waar voor zy, zoo uit hoofde van de voortduurende sterfte in Indiën, en het daar door veroorzaakte gebrek aan Zeevaarende persoonen, als om dat de Hooge Regeering misschien zwaarigheid zal maaken, de belaadene Schepen, by gebrek aan Convooijen, herwaards te zenden, ten uitersten bedugt zyn.