Systema van Moord en Verwoesting in te voeren.’ - Wy twyfelen geen oogenblik, of de Heer paulus heeft deezen Duisterling op 't ooge, als hy, in de Aanspraak aan den Leezer, voor den Vierden Druk geplaatst, schryft, te veel agting en eerbied voor het Publiek te hebben, dan dat hy denken kan, dat het zelve van hem vergen zou, om eenigen agt te slaan op de niets beduidende aanmerkingen, of liever aantygingen en opstookingen, tegen zyne Verhandeling, in zeker Naamloos Geschrift gemaakt of gedaan; en dat hy het niet aan den tyd alleen zou kunnen overlaaten, om dezelve op haare regte plaatze te stellen. - Wy vertrouwen dat hy het gerustlyk kan doen, en hebben ook geen lust om ons langer op te houden met een Schryver, die het odieuse van zyn eigen Werk erkent.