Nieuwe Proeven voor het Verstand, den Smaak en het Hart, door eenige Nederlanders. Eerste Stukje. Te Utrecht by G.T.v. Paddenburg en Zoon, 1794. In 8vo. 156 bl.
Tien jaaren geleden, werden door eenige Academie-Vrienden te Utrecht, onder welken zich de onsterflyke Dichter jacobus bellamy bevondt, twee Stukjes van een Werkje, by j.m. van vlooten, te Utrecht, uitgegeeven, onder den tytel: Proeven voor het Verstand, den Smaak en het Hart. Een herdruk daar van verscheen, in den Jaare 1790, by de leeuw en krap, te Dordrecht, vermeerderd met eenige nieuwe Stukjes, welke laatstgemelde Uitgeevers, in de Voorrede, berichtten voor een derde Stukje ontvangen te hebben. Over deeze laatste Uitgave, of liever over de wyze waarop dezelve geschied is, verwonderen zich, in het Voorbericht van deeze Nieuwe Proeven, drie der nog overig zynde Academie - Vrienden van bellamy, eensdeels, om dat nu alle de Stukjes - en dus ook de hunne, in dien herdruk, als werk van bellamy voorkomen, welke 'er den Samensteller van genoemd wordt. Anderdeels, om dat ook de bygevoegde Stukjes niet alle van bellamy zyn, zo min als het verzamelde voor een derde Stukje der Proeven; en eindelyk, om dat zy in 't geheel over die nieuwe Uitgave niet gekend zyn; in welk laatste geval zy zich zeker niet zouden onttrokken hebben. Bepaalende zich eindelyk, in gevolge deeze redenen, nu tot de uitgave van een Vervolg op die eerstgemelde Proeve, onder den hier boven geplaatsten tytel; komende dit Stukje zo in formaat als letter en geheele inrichting zo naby mogelyk overeen met de twee Stukjes by van vlooten voorheen uitgegeeven.
De inhoud van hetzelve is: Kwank en Kwink, eene Vertelling. Fragment. Brief. De Schoenen. De Historie van onze Poes. Burgerlied. Denkbeelden uit het Vrouwelyk Character. Vrouwendeugd. Aan god, toen myne elise beviel. Julia. Toen ik niet zeer te vreeden 't huis kwam. Toen ik reden tot klagten had. Elegie in de ballingschap. Het Jongetje. De stomme Schoone naar 't Hoogduitsch van weisze, en drie waare en origineele Anecdotes.