Fragmenten voor Wandelaren. Uit het Hoogduitsch. Te Rotterdam, by A. Danserweg, Wz., 1793. In gr. 8vo. 114 bl.
By het ontluiken der bevallige Lente, of wanneer de weldaadige Zomer zyne schatten den stervelingen aanbiedt, mogt elk gevoelig hart, ieder opmerkend verstand, dit klein Boekje met voordeel gebruiken. De onderwerpen, door den Schryver, met een lofwaardig oogmerk, aangevoerd, zyn daar toe volmaakt berekend. Deeze onderwerpen zyn de volgende: ‘De Natuur; het Bestaan van God; de Goedheid Gods; over de Voorzienigheid; de Verheerlyking van God in de Natuur; Menschlievendheid; de Tyd; Eenzaamheid.’ Fragmenten is eene gepaste benaaming, welke de Schryver aan zyne Opstellen heeft gegeeven. Het zyn, in der daad, slegts invallende gedagten, of zo veele hints, om den verstandigen Leezer aanleiding tot verder naadenken te geeven. De styl is, doorgaans, zuiver, hoewel, hier en daar, een weinig zwellende, en te sentimenteelagtig; iets, 't welk wy, evenwel, den Schryver ligtelyk vergeeven, wanneer wy hem aan ons voorstellen, als weggevoerd in eene soort van opgetogenheid, door de eigen natuur der aangekondigde belangryke onderwerpen. Hoor, ter proeve, in het eerste Fragment, den Schryver den Lof der Lente, onder andere, in deezer voege vermelden. ‘De jonge Lente spreidt een kleed van zacht groen over de velden, en bestikt dit oogbetooverend tapyt met de vroegste bloempjes, om welken de kleenste insekten vrolyk henen