Onderwys in den Godsdienst, door J. van Nuys Klinkenberg, A.L.M.S.S. Theol. & Phil. Doctor, Hoogleeraar in de H. Godgeleerdheid en Kerkelyke Geschiedenis, aan het Illustre Athenoeum, en Predikant in de Gemeente, te Amsterdam; mitsgaders Lid van het Zeeuwsch Genootschap der Weetenschappen te Vlissingen. Te Amsterdam by J. Allart, 1793. IX en Xde Deel, in gr. 8vo., van 675 en 686 bl.
Van het omslagtig Werk des Amsterdamschen Hoogleeraars en Predikants van nuys klinkenberg hebben wy, van tyd tot tyd, berigt gegeeven, en hetzelve, naar onze manier van bevattinge, op zynen regten prys geschat. Thans voegen wy de twee genoemde Deelen byeen, omdat zy het zelfde onderwerp behandelen, te weeten, de Zedeleer der Openbaaringe; met eene uitvoerigheid, welke het getal der opgetekende bladzyden uitwyst.
Naa eenige algemeene aanmerkingen over de Christelyke Zedeleer, de hoedanigheden der Goede Werken, de inwendige Verbetering van het hart, en de uitwendige Verbetering van den wandel, handelt het Negende Deel over de Pligten, welke de Christenen aan God verschuldigd zyn, zo met hunne gedagten en woorden, als met hunne daaden. In een afzonderlyk Hoofdstuk spreekt de Hoogleeraar van de Zonden tegen God, en besluit dit Deel met eene beschouwing der Plichten, welke de Christenen, meer byzonderlyk, aan elk der Drie Goddelyke Persoonen verschuldigd zyn. Het Tiende Deel ontvouwt de Pligten, welke de Christenen aan zich zelven verschuldigd zyn, nevens de Zonden, welke daar tegen over staan; als mede de Pligten, welke de Christenen jegens den Naasten moeten oefenen. Alle deeze onderwerpen worden hier behandeld met eene uitvoerigheid, doorgaans nederdaalende tot kleinigheden, welke veelligt, aan zommige Leezers, lastig en verveelende zal voorkoomen. Dit algemeen berigt zy genoeg omtrent dit Werk, in 't welk ook zulke Leezers, die aangaande verscheiden, dus genaamde, Geweetensgevallen, opheldering verlangen, hunne begeerte zullen voldaan vinden.