Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794
(1794)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 153]
| |
Vierde Bedestond, volgens Ps. II:11b.; Vyfde Bedestond, volgens Spreuk. XXI:31; Zesde en laatste Bedestond, volgens Ps. XXXVI:6, 7a.; gehouden 3 July, 4 September, en 6 November 1793, door J. van Loo, Predikant te Ootmarsum. Te Utrecht by W. van Yzerworst, 1793. 74 bladz. in gr. 8vo.Wy kunnen God niet dienen, gelyk het behoort, zonder ons over Hem, zyne werken, en handelingen te verheugen; maar deze vreugde moet gepaard gaan met wyzen ernst en stil ontzag. - God voert het opperbewind in den oorlog; men maakt te vergeefs de beste, de sterkste, toerustingen ter verdediging en aanval, zonder Hem; en Hy is het, die alle uitkomsten van den stryd bestiert en regelt, die de overwinning geeft, aan wien hy wil. - Het bestier, 't welk God over de waereld in 't algemeen, over de menschen in het byzonder, houdt, is verwonderlyk. Gelyk de grootsche toneelen der Natuur, predikt het de Majesteit, de Grootheid, de Oneindige Heerlykheid van den Almagtigen. - Deze zyn de stellingen, welke de Heer van loo, in deze drie Stukjes, in korte aanspraaken ontwikkelt, zoo veel nodig betoogt, en op de omstandigheden, waarin hy spreekt, toepast: wordende iedere aanspraak met een gebed beslooten. - Over de uitvoering hebben wy niets te voegen by het geen wy van de drie eerste Bedestonden gezegd hebbenGa naar voetnoot(*). |
|