Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBerigt van het leeven en de schriften des hoogleeraars Leonard Euler.Ontleend uit de Eloge de M. Leonard Euler, den 23 Oct. 1783, In de Keizerlyke Academie der Weetenschappen voorgeleezen, door nicolaas fuss, Hoogleeraar in de Wiskunde en Lid dier Academie te Petersburg.
‘Hebben wy, door het mededeelen van twee Brieven, op zyn tyd, verslag gegeeven van den dood des grooten Wiskunstenaars leonard euler, den 7 Sept. O. Styl, 1783 overleedenGa naar voetnoot(*), wy kunnen niet nalaaten een breeder berigt van het Leeven en de Schriften diens verdienstlyken Mans, onzen Leezeren, ter | |
[pagina 534]
| |
hand te doen komen. De Hoogleeraar n. fuss stelt ons hier toe in staat.’
De Academie van Petersburg kon niet nalaaten de dubbelverdiende schatting eener Lofreden te betaalen aan de Naagedagtenisse van den grootsten Wiskunstenaar, dien dezelve ooit gehad heeft; een zyner beste Leerlingen, de Hoogleeraar fuss, sprak dezelve uit; het voornaamste, dien grooten Man en zyne Schriften betreffende, komt hier op neder. Leonard euler zag te Basel, op den 15 April, des Jaars 1707, in 't welk ook de Graaf de Buffon gebooren werd, het eerste Leevenslicht. Zyn Vader gaf hem, in 't eerst zyner opvoedinge, eenige kennis van de gronden der Wiskunde: dan zo ras hy zich op de Wysbegeerte begon toe te leggen, gaf hy zich bykans geheel aan de Wiskunst over, met eene zo bepaalde geneigdheid, en zo groot eene geschiktheid tot die Weetenschap, dat zyne vorderingen zyne Leermeesters versteld deeden staan. Welhaast geraakte hy in kennis met jean bernoulli, de grootste Wiskunstenaar van zyn tyd, die hem ras van alle zyne andere Leerlingen onderscheidde, dan geen ingang kunnende verleenen aan de verzoeken des jongen Wiskunstenaars, om hem byzondere lessen te geeven, boodt hy hem aan, alle zwaarigheden, welke hy in een week tyds mogt ontmoet hebben in het beoefenen van de zwaarste werken der Wiskundige Schryveren, des Saturdags op te lossen. Eene overheerlyke Leerwyze; doch die niet kan gelukken, dan met een vernuft, zo vuurig gepaard met eene zo onvermoeide bevlytiging, als euler bezat, geschikt om eerlang een Leermeester, die een Tydperk gezet heeft in de Geschiedenis der Wiskundige Weetenschappen, voorby te streeven. In den Jaare 1723 beklom hy den trap van Meester der Kunsten. De beide Zoonen van bernoulli, in den Jaare 1725, op de Academie te Petersburg beroepen zynde, zogten 'er voor hem eene plaats; dan om 'er zich toe bekwaam te maaken, lag hy zich op de Geneeskunde toe: dit belette hem niet om eene Verhandeling te schryven over de Natuur en den Voortgang des Geluids, en een antwoord op eene Vraage, over het Masten der Schepen, welke de Academie der Weetenschappen te Parys, den | |
[pagina 535]
| |
tweeden Prys, in den Jaare 1727, waardig oordeelde. Dit geschrift, en een der stellingen door hem verdeedigd om de opgevalle plaats, als Leeraar in de Natuurkunde, te Basel te verwerven, toonen dat de Heer euler reeds vroegtyds het oog geslaagen hadt op de Zeevaardkunde; eene Weetenschap, welke hy naderhand met zo veele nieuwe ontdekkingen verrykte. De eerste Deelen van de Academie te Petersburg leverden verscheide gewigtige Vertoogen op van deezen jongen Wiskundigen, waar in eene wondere gemaklykheid, om de zwaarste voorstellen op te lossen, doorstraalde. 'Er waren geen Werken over de Beweeging, uitgenomen twee of drie, welker onvoldoenendheid euler kende; hy zag met leedweezen dat de beginzels der Wysbegeerte van newton en de Phoronomie (of de Weetenschap van de Beweeging der vaste en vloeibaare Lichaamen) van den Hoogleeraar herman, Schryvers, die het best daar over geschreeven hadden, onder het dekkleed der Synthetische Leerwyze, den weg verborgen, langs welken zy de werktuigkunde met zo veele gewigtige ontdekkingen verrykten; hy bezigde, om die aan te wyzen, de Analytische Leertrant, welke hy zo meesterlyk verstondt, en hem in staat stelde om eene menigte van vraagstukken, welker oplossing niemand voor hun hadt durven onderneemen, op te lossen. Hy voegde zyne Ontdekkingen by die van andere Wiskunstenaaren, en bragt alles tot een Stelzel. De Academie deedt dit Werk in den Jaare 1736 in twee Stukken in 4to drukken. Dit Werk plaatste den Schryver in den rang der eerste Wiskundigen van Europa; hier toe wrogt ook mede zyne Oplossing van het Vraagstuk, over de Isoperimetrische Figuuren, (dat zyn de zodanige die eenen gelyken omtrek hebben: maar desniettegenstaande naar haare vlakte ongelyk zyn.) Een vraagstuk zo beroemd door het geschil tusschen de twee Broeders jacques en jean bernoulli, daar ieder hunner de Oplossing meende gevonden te hebben, terwyl geen van hun beiden het stuk in al deszelfs uitgestrektheid begreep. Het aantal en de verdienste van alle de Verhandelingen, welke euler verschafte, in de Deelen der Academie, verbaasde, en men kon niet begrypen hoe één Mensch tot zo veel arbeids was opgewassen. De Muzyk was een zyner uitspanningen; en hy gaf, in 't jaar 1739, eene Verhandeling in 't licht over de Theorie en de Berekening der Accorden, waar in men nieuwe | |
[pagina 536]
| |
denkbeelden aantreft, die waarschynlyk groote Muzykanten van dienst zouden weezen, indien het hun mogelyk ware de berekeningen des Wiskunstenaars te volgen. Euler stelde ten grondbginzel, waar op by afging, dat het vermaak der Muzyk bestaat in de gewaarwording der betrekkingen, welke de klanken tot elkander hebben, zo ten aanziene van den duur in derzelver opvolging, als ten opzigte van de veelvuldigheid der schommelingen in de lugt verwekt. 't Is op dit bovennatuurkundig beginzel op alle de deelen der Muzyk toegepast, dat het Stelzel van euler rust. De Heer euler deelde, in den Jaare 1740 den Prys van de Academie der Weetenschappen, met daniel bernoulli en maclaurin, twee der beroemdste Wiskundigen ooit bekend. Dit was het beginzel zyns arbeids over de Aantrekking en het Wereldstelzel, de gewigtigste toepassing, welke van de Wiskunde kan gemaakt worden, en waarin niemand zich dermaate met voordeel onderscheiden heeft als euler. De Koning van Pruissen, de Academie te Berlyn herstellende, riep hem derwaards. Die Vorst schreef onzen Geleerden uit de Legerplaats by Richenbach, te midden van zyne Oorlogsverrigtingen, welke in diens boezem de liefde tot de Letteren nooit deeden verflaauwen. Zints dien tyd heeft euler niet afgelaaten de Memorien dier Academie met veele en diepuitgewerkte Stukken te vervullen; hy hieldt de hand ook aan die der Academie van Petersburg, welke hem een Jaargeld liet behouden. De Zeevaard en het Scheepbouwen behooren tot die Voorwerpen, welke op het zeerst verdienden de naspeuringen van onzen Grooten Wiskundigen gaande te houden. In den Jaare 1749 gaf hy eene breeduitgewerkte Verhandeling over die stoffe in 't licht. Daar de Heer bouguer in 't Jaar 1746 zyn heerlyk werk uitgegeeven hadt, waarin hy eene verlichte daadlyke oefening met de diepste bespiegeling paarde, verschafte euler in 't Jaar 1773 eene volkomene Bespiegeling over het Bouwen der Schepen, hoe zich van dezelve te bedienen, geschikt naar de bevatting van allen, die zich op de Zeevaart toeleggen. Nimmer heeft een Wiskundig Werk een schitterender opgang gemaakt: te Parys werd 'er terstond eene nieuwe uitgaave van vervaardigd. Men voerde 't zelve in op de Schoolen tot onderwys der Zeelieden. De Koning beschonk euler met eene belooning van 6000 Livres, ‘voor het nut 't geen zyne | |
[pagina 537]
| |
veelvuldige ontdekkingen Frankryk en alle verlichte Volken gedaan hadden;’ dit zyn de uitdrukkingen der Uitgeeveren van den Paryschen Druk. De Heer turgot, toen ten tyde Controleur Generaal, haalde, op aanzoek van den Marquis de condorcet, den Koning over, tot dit betoon van Edelmoedigheid, en de Keizerin van Rusland voegde 'er eene belooning van 8000 Livres by. Een der diepzinnigste Werken van den Heer euler is de Integral Rekening; hy heeft de perken van die verheevene Rekening veel wyder uitgezet, dan de Uitvinders hadden durven verhoopen. Het Derde Deel behelst de nieuwe soort van Rekening, met welk hy de Analysis Infinitemale verrykt heeft, te weeten die der veranderingen. Het vraagstuk, wegens de Isoperimetrische Figuuren, hadt 'er hem het eerste denkbeeld toe verschaft. Dit denkbeeld werd gevat door den Heer de la grange, waardigen Opvolger van den Heer euler op de Berlynsche Academie. Hy ontdeedt dezelve van al het Geometrische, en maakte 'er een Analytisch Vraagstuk van, en bragt het zo verre, dat hy het ontbondt door eene nieuwe wyze van rekenen, welke de Heer euler naderhand volmaakte onder den naam van Calcul des Variations; dewyl de betrekking, tusschen de veranderlyke hoeveelheden, daarin zelve als veranderlyk beschouwd wordt. Eulers Verhandelingen over de Gezigtkunde hebben de eerste aanleiding gegeeven tot de schoone ontdekking der Acromatische Verrekykeren, door dollond vervaardigd, welker aangelegenheid voor de Starrekunde de geheele wereld kent. In den Jaare 1766 deedt de Keizerin van Rusland, die den Heer euler wilde wederschenken aan de Academie tot welke hy in zyne jeugd behoord hadt, hem zo groote aanbiedingen voor zyn Persoon en Familie, dat de Koning van Pruissen hem het verlof, om dezelve te aanvaarden, niet kon weigeren. Korten tyd naa zyne aankomst te Petersburg, stortte hy in eene zeer gevaarlyke ziekte, die hem bykans geheel van 't gebruik zyns gezigts beroofde: dan dit ongeluk belette hem niet zyne Wiskundige Werken voort te zetten. De aankomst van den Heer krafft stelde hem in staat om een Ontwerp uit te voeren reeds voor lang door hem gesmeed: om naamlyk in één Lichaam te vereenigen alles wat hy, in een tydverloop van dertig Jaaren, gedaan hadt, tot volmaaking der Werktuigen van de Gezigtkunde. Hy | |
[pagina 538]
| |
sloeg de hand aan dat Werk met zyne gewoone leevendigheid, en liet, in de Jaaren 1769, 1770 en 1771, drie Deelen in 4to over de Doorzigtkunde drukken. Zyne Waarneemingen over de Maan hebben hem een groot gedeelte zyns leevens bezig gehouden. Reeds, in den Jaare 1746, deelde hy aan 't Gemeen zyne Maantafels mede, en in 't Jaar 1753, eene Theorie over de Beweegingen der Maane, van welke naderhand tobias mayer gebruik gemaakt heeft, om de Tafels, van welken zich de Starrekundigen thans bedienen, te berekenen. Die in Engeland zitten, over de lengte op Zee, beslooten aan de Weduwe van den Heer mayer een Prys te schenken; doch lieten, ten zelfden tyde, aan den Heer euler een Gift toekomen van 300 Louïsen, tot eene belooning dat hy aan mayer de Theoremes of Formulen bezorgd hadt, die deezen in staat stelden om zo veel toe te brengen tot het gewigtig Vraagstuk, wegens de lengte op Zee. De groote Verhandeling van euler met zyne Maantafelen verscheen in 't Jaar 1772; dit uitgebreid Werk vervaardigde hy in zyne blindheid, geholpen door zyn Zoon jean albert euler, den Heer krafft en den Heer lexel, die niet aflieten hem hunnen bystand te leenen. Door dit middel vervaardigde hy een groot aantal Memoriën. Nimmer heeft een Wiskundige zo veel gearbeid als hy, zo veel onderwerpen behandeld, en met zo groote schreden vorderingen gemaakt, in de Wiskundige Weetenschappen. Hy overleedt den 7 September O. Styl, aan eene Beroerte. Hy was zints eenige dagen bezig geweest aan berekeningen over de Lugtbollen van montgolfier; de Academie der Weetenschappen heeft ze doen drukken in het Deel zyner Gedenkschriften, voor 't Jaar 1781, 't welk in dit Jaar 1785 uitkomt. Van dertien Kinderen, in zyn eerste Huwelyk verwekt, zyn 'er acht in derzelver Kindschheid gestorven; drie Zoons en twee Dogters volgden hem na Petersburg; doch geene dan de Zoons hebben hem overleefd. De oudste, die zints lang de voetstappen zyns Vaders drukt, is met rede beroemd, zo door zyne eigene Werken als door het aandeel, 't welk hy gehad heeft aan den laatsten arbeid zyns Vaders, en verscheide Pryzen behaalde op de Academien van Petersburg, van Parys, van Munchen en Gottingen. ----- De tweede Zoon, Arts van haare Keizerlyke Majesteit en Raad, deelt in eene agting, verdiend door zyne kunde, en door den yver, welke hy betoont in het waarneemen zyns | |
[pagina 539]
| |
Beroeps. De Jongste Luitenant Colonel der Artillery, en Bestuurder van de Wapenmaakery te Sisterbeek, is by de Geleerden bekend door zyne Starrekundige Waarneemingen; hy was een der gezondenen om den overgang van Venus waar te neemen. De oudste Dogter van den Heer euler, in den Jaare 1781 overleden, was getrouwd aan den Heer de bel, Majoor der Algemeene Staaten, en de jongste was gehuwd aan den Baron van dehlen: zy stierf op haar Landgoed in het Hertogdom van Gulik, in 't Jaar 1780. Deeze vyf Kinderen hebben den Heer euler Grootvader doen worden van acht- en dertig Kleinkinderen, van welken 'er nog zes- en twintig leeven. |
|