Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVaderlandsche Letteroefeningen. A. van der Kroe en J. Yntema, Amsterdam 1785
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Vaderlandsche Letteroefeningen uit 1785.
Deze jaargang bestaat uit twee delen die in twee banden zijn verschenen. In deze digitale versie is er één bestand van gemaakt.
redactionele ingrepen
Deel 1, p. 56: war n → waren, ‘'t zij dat 'er tweeërleie zoorten van dwaalgeesten onder hun waren opgestaan’
Deel 1, p. 73: m taalen → metaalen, ‘naarmaate de begeerde metaalen gemeener zyn’
Deel 1: de paginanummers 109-112 ontbreken in het origineel, de tekst lijkt echter door te lopen van pagina 108 naar 113.
Deel 1, p. 124, noot *: het nootverwijzingsteken in de noot komt niet overeen met het teken in de lopende tekst. De redactie heeft ook in de tekst ‘*’ geplaatst.
Deel 1, p. 125, noot †: het nootverwijzingsteken in de noot komt niet overeen met het teken in de lopende tekst. De redactie heeft ook in de tekst ‘†’ geplaatst.
Deel 1, p. 127, noot †: het nootverwijzingsteken in de noot komt niet overeen met het teken in de lopende tekst. De redactie heeft ook in de tekst ‘†’ geplaatst.
Deel 1, p. 237: het nootteken bij noot * ontbrak aan de voet van de pagina, de redactie heeft dit alsnog geplaatst.
Deel 1, p. 369, noot †: het nootverwijzingsteken in de noot komt niet overeen met het teken in de lopende tekst. De redactie heeft ook in de tekst ‘†’ geplaatst.
Deel 1, p. 619, noot *: het nootverwijzingsteken in de noot komt niet overeen met het teken in de lopende tekst. De redactie heeft ook in de tekst ‘*’ geplaatst.
Deel 2, p. 184: tussen vierkante haken is de kop ‘Luchtsgesteldheid te Amsterdam, maart, 1785.’ toegevoegd.
Deel 2: de paginanummers 441-450 ontbreken in het origineel, de tekst lijkt echter door te lopen van pagina 440 naar 451.
Deel 2: de paginanummering in het origineel maakt een fout tussen pagina 492 en 495: de pagina's 493 en 494 komen dubbel voor; de volgorde is 492-493-494-493-494-495 e.v. Deze paginanummering is in de elektronische versie gehandhaafd.
Deel 2: de paginanummers 522-523 ontbreken in het origineel, de tekst lijkt echter door te lopen van pagina 521 naar 524.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1 p. II, IV, deel 2 p. II, IV) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[deel 1, pagina I]
LETTEROEFENINGEN.
[deel 1, pagina III]
ALGEMEENE
VADERLANDSCHE
LETTER-OEFENINGEN,
WAAR IN DE
BOEKEN en SCHRIFTEN,
DIE DAGELYKS IN ONS VADERLAND EN ELDERS UITKOMEN, OORDEELKUNDIG TEVENS EN VRYMOEDIG VERHANDELD WORDEN.
BENEVENS
MENGELWERK,
tot Fraaije Letteren, Konsten en Weetenschappen betrekkelyk.
Zevende Deels, Eerste Stuk.
Met Plaaten.
Te AMSTERDAM, By A. van der KROE,
en
By J. YNTEMA.
MDCCLXXXV.
[deel 1, pagina 621]
REGISTER
van
BOEKEN en SCHRIFTEN.
Die in het Zevende Deels Eerste Stuk, van dit Werk, oordeelkundig tevens en vrymoedig verhandeld worden.
Met derzelver Pryzen.
A. | |
Adeline, of aangetekende byzonderheden eener jonge Juffer, op haare driejaarige Reis door Frankryk. IIIde Deel. 's Hage, by H.v. Dregt, in 8vo. ƒ 0 - 18 - 0 | 92 |
Aeneae, (H.) Verhandeling over de Molenwieken in 't algemeen, en over die, welke een schroevswyze gedaante hebben, volgens de uitvinding van Jan van Deyl en Zoon, te Amsterdam, in 't byzonder. Met Plaaten. Amst. by W. Holtrop, in gr. 8vo. ƒ 1 - 10 - 0 | 593 |
B. | |
Barneveld, (W.v.) Geneeskundige Electriciteit. Amst. by J.B. Elwe en D.M. Langeveld, in gr. 8vo. ƒ 3 - 0 - 0 | 377 |
Beattie (J.) Wysgeerige en Zedekundige Verhandelingen. Vertaald door Petrus Loosjes Adriaansz. Iste Deel. Haarl. by A. Loosjes, Pz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 16 - 0 | 563 |
Bedenkingen over het oorspronglyk berusten der Oppermagt by het Volk. ----- over de onvervreemdbaarheid der natuurlyke Regten des Volks, enz. Leyd. by L. Herdingh, in gr. 8vo. ƒ 0 - 12 - 0 | 553 |
Beekman, (D.) Onderwyzingen in de voornaamste Waarheden van onzen Redelyken Godsdienst. Iste Deel. Zaand. by H.J. de Roode, in 8vo. ƒ 0 - 10 - 0 | 60 |
Bellamy, (J.) Gezangen. Amst. by A. Mens, Jansz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 8 - 0 | 405 |
Benhadad van Syrien in de Nederlanden, of de handelwys van Keizer Josephus omtrent de Nederlanders. Door een Vaderlander. Alom, in gr. 8vo. ƒ 0 - 6 - 0 | 133 |
[deel 1, pagina 622]
Berouw (Het) der Dwaalingen, of de Gevallen van Emilia. Leyd. by P. Pluygers, in 8vo. ƒ 0 - 14 - 0 | 275 |
Beschryving (Nauwkeurige) der Overstroomingen, benevens derzelver treurige Gevolgen, zo buiten als binnen deeze Republiek voorgevallen in den Jaare 1784. Met Kunstplaaten. Leyd. en Amst. by F. de Does en J. de Jong, in gr. 8vo. ƒ 4 - 10 - 0 | 438 |
Bespiegelingen. (Vaderlandsche) Utr. by J.M.v. Vlooten, in 8vo. ƒ 0 - 18 - 0 | 134 |
Björnstähl's Reize door Europa en het Oosten. VIde Deel. Utr. by G.v.d. Brink, Jansz. enz. in gr. 8vo. ƒ 2 - 16 - 0 | 172 |
Blanc, (L. le) Beschryving van alle Heelkundige Operatien, naar de beste en nieuwste wyzen. Uit het Hoogduitsch van C.F. Ludwig vertaald. Utr. by G.v.d. Brink, in gr. 8vo. ƒ 1 - 5 - 0 | 61 |
Blau, (Th. Brunsveld de) Een Patriotsch Regent geschest in eene Landdags-Predicatie, volgens Ps. CXX. 4-9. Gron. by J. Bolt, in gr. 8vo. ƒ 0 - 10 - 0 | 417 |
Bleulandi, (J.) Experimentum Anatomicum quo Arteriolarum Lymphaticarum existentia probabiliter adstruitur. Lugd. Bat. apud A. et J. Honkoop, in 4to. f. m. ƒ 1 - 2 - 0 | 16 |
Bleulandi, (J.) Observationes Anatomico Medicae de sana & morbosa Oesophagi Structura Cum Figuris. Lugd. Bat. apud A et J. Honcoop, in 4to. m. ƒ ƒ 3 - 0 0 | 462 |
Blussé, (A.) Iets Dichtmaatigs. Dordr. by P. Blussé, in gr. 8vo. ƒ 3 - 0 - 0 | 446 |
Bodaert, (P.) Elenchus Animalium, Vol. I. Sistens Quadrupedia huc usque nota, eorumque varietates. Rott. apud C.R. Hake, in 8vo m. ƒ ƒ 1 5 0 | 289 |
Bonnet, (G.) Eerste Antwoord aan P. van Hemert. Utr. by A. van Paddenburg, in gr. 8vo. ƒ 1 8 - 0 | 458 |
Brender à Brandis, (G.) Taal-, Dicht en Letterkundig Magazyn. Iste Deel, No. 1. en 2. Amst. by C. Groenewoud, in gr. 8vo. ƒ 1 4 - 0 | 476 |
Briefwisseling tusschen de Familie en Bekenden van den Vriend der Kinderen. Iste Deel. Haarl. by C.H. Bohn en Zoon, in 8vo. ƒ 0 18 0 | 396 |
Brink, (R.A. ten) Een Christen tot den Stryd gemoedigd, enz. Iste Deel. Utr. by A.v. Paddenburg, in gr. 8vo. ƒ 1 - 10 - 0 | 51 |
Broes, (B.) Redenvoering, strekkende om aan te toonen, |
[deel 1, pagina 623]
dat de beoefening der Heilige Schrift de Hoofdzaak is van eenen Godgeleerden. Leid. by S. en J. Luchtmans, in gr. 8vo. ƒ 0 6 0 | 12 |
Burgheim (Karel van) en Emilia van Rosenau, of de Edelmoedige Minnaar. Tooneelspel. Amst. by W. v. Vliet, in 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 488 |
Bybel der Natuur. Uit het Hoogduitsch overgezet, en met aanvullende toegiften en uitbreidingen vermeerderd, door L. Meyer. Iste Deels 2de Stuk. Amst. by M. de Bruyn, in gr. 8vo. ƒ 3 - 4 - 0 | 93 |
Bydraagen (Staatkundige) van Adolus den Opmerker. IIde Deel. Utr. by J.M. van Vlooten, in gr. 8vo ƒ 1 - 4 - 0 | 34 |
C. | |
Catechismus der Weetenschappen, Schoone Kunsten en Fraaije Letteren. Met Plaaten. 1ste en 2de Stuk. Amst. by A. Fokke, Simonsz. in gr. 8vo. ƒ 3 12 0 | 66 |
Chalmot, (J.A. de) Vervolg op M. Noel Chomel, Algemeen-, Huishoudelyk, Natuur-, Zedekundig en Konst-Woordenboek. Iste Deel, 1ste Stuk, of VIIIste Deel van het Woordenboek. Met Kunstplaaten. Camp. by J.A. de Chalmot, in gr. 4to. ƒ 3 16 - 0 | 608 |
Christen. (De Denkende) 4de Stukje. Amst. by J.v.d. Burg en Zoon, in gr. 8vo. ƒ 0 - 12 - 0 | 419 |
Claessen, (J.) Eenvoudig Huismiddel voor de Christenen tegen het Ongeloof. Amst. by M. de Bruyn, in gr. 8vo. ƒ 1 - 8 0 | 58 |
Claessen, (J.) De Wapening Gods aangepreezen. Amst. by M. de Bruyn, in gr. 8vo. ƒ 0 12 0 | 418 |
Claessen, (J.) De gevaarlyke in en uitwendige gesteldheid van het Vaderland. Amst. by M. de Bruyn, in gr. 8vo. ƒ 0 - 12 - 0 | 418 |
Claessen, (J.) De Zedelyke omstandigheden van Neerlands Inwoonderen beschouwd. Amst. by J. Roos en Zoon, in gr. 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 418 |
Clarisse, (Th.Ad.) Naagelaaten Leerredenen. Iste Deel. Utr., Gron. en Amst. by H.v. Otterloo, A. Groenewolt en J. Wessing, Wz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 14 - 0 | 55 |
Clarisse, (Th.Ad.) IIde Deel, ƒ 2 10 - 0 | 489 |
Conradi, (P.) Het noodzaaklyke doch welgeregeld gebruik der Rede in het stuk van den Geopenbaarden Godsdienst. Rott. by H. Maronier, in 4to ƒ 0 - 9 - 0 | 375 |
Cothenius. Scheikundig onderzoek van de roode Bast van Kina, enz. Amst. by P. Hayman, in gr. 8vo. ƒ 0 - 11 - 0 | 247 |
[deel 1, pagina 624]
Cronyk, (Vaderlandsche) of Jaarboeken van Holland, Zeeland en Friesland; van de vroegste tyden af tot op den dood van Hertog Albrecht van Beyeren. Leyd. by P. van den Eyk en D. Vygh, en te Amst. by J. van den Burg en Zoon, in gr. 8vo. ƒ 6 0 - 0 | 388 |
Cruyskerken, (C. van) Samenspraaken over het Menschlyk vermogen in zaaken van den Godsdienst. Utr. by A.v. Paddenburg, enz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 4 0 | 195 |
Cruyskerken, (C. van) Welmeenende raad aan de Belyders der Gereformeerde Kerk. Utr. by A. van Paddenburg, enz. in gr. 8vo. ƒ 0 - 5 - 8 | 544 |
D. | |
Dagboek myner goede werken, in rekening gebragt by God, tegen den Dag der algemeene vergelding. Amst. by J. Allart, in gr. 8vo. ƒ 1 16 0 | 582 |
Deductie van het Regt van de Stad Amersfoort. Amst. by D.M. Langeveld, in folio, ƒ 1 - 14 - 0 | 555 |
Doorne, (J.J. van) De Eigenschappen van eenen Volksbestuurder, en de pligtmaatige onderdaanigheid der Burgeren. Camp. by de Erven A. Valkenier, in gr. 8vo. ƒ 0 - 12 - 0 | 417 |
E. | |
Edelwald, (Willem) of Geschiedenis van een verlooren Zoon. Iste Deel. Haarl. by J.v. Walré, in gr. 8vo. ƒ 2 - 6 - 0 | 487 |
Eichhorn, (J.G.) Inleiding in het Oude Testament. IIde Deel. Amst. by J. Weppelman, in gr. 8vo. ƒ 3 - 6 0 | 1 |
Emma Corbet, of de rampzaligheden van den Burgerlyken Oorlog. II. Deelen. Amst. by de Wed. J. Dóll, in 8vo. ƒ 2 - 8 - 0 | 92 |
Engelberts, (E.M.) De aloude Staat en Geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden Iste Deel. Amst. by J. Allart, in gr. 8vo. ƒ 3 12 0 | 26 |
Esdré, (J.) Inleiding tot de kennis der Natuurlyke Wysbegeerte. Met Plaaten. IIIde Deel. Leyd. by F. de Does, Pz. in gr. 8vo. ƒ 3 - 0 - 0 | 158 |
Euler, (L.) Brieven over de voornaamste onderwerpen der Natuurkunde en Wysbegeerte. Iste Deel. Leyd. by Murray en Pluygers, in gr. 8vo. ƒ 2 - 10 - 0 | 248 |
Evanson, (E.) Brief over de Antichristische Grondbeginzelen in de meeste Kerklyke Genootschappen, in gr. 8vo. ƒ 1 - 2 - 0 | 423 |
Evelina. Eene Engelsche Geschiedenis. IIIde Deel. Amst. hy de Wed. J. Dóll, in 8vo. ƒ 1 2 - 0 | 620 |
Eyk, (J. van) Neerlands Volk ten algemeene Wapening |
[deel 1, pagina 625]
aangemoedigd. Amst. by M. de Bruyn, in gr. 8vo. ƒ 0 - 5 - 8 | 102 |
Eyk, (J. van) Het zich wapenend Nederland den zekersten weg voorgesteld. Amst. by M. de Bruyn, in gr. 8vo. ƒ 0 - 5 - 8 | 103 |
F. | |
Fanny Belton, of de Geschiedenis eener ongelukkige Juffer. Iste Deel Amst. by J. Weppelman, in 8vo. ƒ 0 - 18 - 0 | 407 |
Faujas de Saint Fond. Vervolg der Proefneemingen met kunstige Lugtbollen. Amst. by J.v.d. Burg en Zoon, in gr. 8vo. ƒ 2 - 0 - 0 | 21 |
Feestzang op de Vierde Verjaaring van den Doggerbank schen Zeeslag. Amst. by J.W. Smit, in gr. 8vo. ƒ 0 - 11 - 0 | 531 |
Feith, (R.) Thirsa of de zegen van den Godsdienst. Treurspel. Amst. by J. Allart, in gr. 8vo. ƒ 1 - 16 - 0 | 234 |
Feith, (R.) Brieven over verscheiden Onderwerpen. Iste Deel. Amst. by J. Allart, in gr. 8vo. ƒ 1 - 10 - 0 | 266 |
Feith, (R.) Ferdinand en Constantia. II. Deelen. Amst. by J. Allart. Met Plaaten. In gr. 8vo. ƒ 1 - 12 - 0 | 531 |
G. | |
Gabry, (B.) Bundel van Heilige Keurstoffen. Gouda, by W. Verblauw, enz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 12 - 0 | 580 |
Gaillard, Geschiedenis van Carel den Grooten. II. Deelen. 's Hage, by J. van Cleef, in gr. 8vo. ƒ 3 12 - 0 | 595 |
Gedenkschriften van den Marquis de Pombal. IIIde Deel. Amst. by D. Schuurman, in gr. 8vo. ƒ 1 10 - 0 | 516 |
Gedichten van het Genootschap, ten Spreuke voerende: Hierna Volmaakter. Amst. by J. Wessing, Wz. en D. en J. Tol, in gr. 8vo. ƒ 1 2 - 0 | 527 |
Gedrag (Het) van A.P. van der Capellen, aan het Publiek door hem zelven opengelegd. 's Hage, by C. Plaat, in gr. 8vo. ƒ 0 - 15 - 0 | 36 |
Geschenk voor de Jeugd. IIIde Deels 1ste Stukje. Amst. by J. Allart, in 8vo. ƒ 0 - 16 - 0 | 91 |
Geschenk voor de Jeugd. IIIde Deels 2de Stukje, ƒ 0 - 18 - 0 | 447 |
Geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden voor de Vaderlandsche Jeugd. IVde Deel. Met Plaaten en Portraiten. Amst. by J. Allart, in 12mo. ƒ 1 - 16 - 0 | 443 |
Geuzen, (De) Vaderlandsch Dichtstuk. II. Deelen. Amst. by Elwe en Langeveld, in gr. 8vo. ƒ 3 - 12 - 0 | 271 |
Groeneweg, (J. Lansb.) De noodzaaklykheid eener algemeene Wapenoefening, voorgesteld in eene Leerreden |
[deel 1, pagina 626]
over 2 Sam. X. 12. Amst. by H. Botter, in gr. 8vo. ƒ 0 - 5 - 8 | 327 |
H. | |
Haller, (A. van) Fabius en Cato, of de Republikeinsche Regeering. Utr. by B. Wild, in 12mo. ƒ 0 - 18 - 0 | 3 |
Hamelsveld, (Y. van) De gronden van hoop op verhooring van onze plegtige Gebeden. Amst. by J. Weppelman, in gr. 8vo. ƒ 0 6 - 0 | 197 |
Hamelsveld, (Y. van) De Bybel verdeedigd. IVde Deel. Amst. by J. Allart, in gr. 8vo. ƒ 2 - 8 - 0 | 365 |
Hansen, (G.R.) Verhandeling over het openen en sluiten der Schelde, enz. Utr. by A. van Paddenburg, in gr. 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 476 |
Hedendaagsche Historie, of Tegenwoordige Staat van alle Volken. XXIIIste Deel. Behelzende de Beschryving van Friesland. Met Kaarten en Plaaten. Amst. by P. Schouten, enz. enz. in gr. 8vo. ƒ 4 - 0 - 0 | 392 |
Hellenbroek, (A.) Voorbeeld der Godlyke Waarheden voor Eenvoudigen, met vermeerdering en verbetering opgegeeven, door M. Pannebakker. Delft, by J. de Groot, Pz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 10 - 0 | 414 |
Hemert, (P. van) de Rede en haar Gezag, briefswyze voorgesteld aan den Hoogleeraar G. Bonnet. Utr. by J.C. ten Bosch, in gr. 8vo. ƒ 1 - 0 - 0 | 8 |
Henricus en Laura. Leyd. by P. Pluygers, in gr. 8vo. ƒ 0 - 16 - 0 | 408 |
Herder, (J.G.) Samenspraaken over de Hebreeuwsche Poëzy. 2 Stukken. Leyd. by J.v. Tiffelen en B. Onnekink, in gr. 8vo. ƒ 2 - 13 - 0 | 98 |
Herder, (J.G.) Brieven over de beoefening der Godgeleerdheid. Iste en IIde Deel. Amst. by J. Weppelman, in gr. 8vo. ƒ 2 - 0 0 | 409 |
Herder, (J.G.) IIIde en IVde Deel, ƒ 2 - 0 - 0 | 533 |
Herstelling (Grondwettige) van Neêrlands Staatsweezen, zo voor het algemeen Bondgenootschap, als voor het bestuur van elke byzondere Provintie. Iste Deel. Amst. by J. Allart, in gr. 8vo. ƒ 3 - 0 - 0 Tweede Druk, ƒ 1 - 10 - 0 | 209 |
Hewsoni, (G.) Disquisitio Experimentalis de Sanguinis natura, varüsque ejus per morbos mutationibus. Cura Jac. Thiensü van de Wynpersse. Lugd. Bat. apud A. et J. Honkoop, in 8vo. m. ƒ ƒ 1 - 5 - 0 | 425 |
Hewsoni, (G.) Opus posthumum, sive Rubrarum Sanguinis particularum & fabricae ususque Glandularum Lymphati- |
[deel 1, pagina 627]
carum Thymi & Lienis descriptio. Cura ejusdem. Lugd. Bat. apud A. et J. Honkoop, in 8vo. m. f. ƒ 2 - 0 - 0 | 425 |
Historie, (Natuurlyke) of uitvoerige beschryving der Dieren, Planten en Mineraalen, volgens het Zamenstel van den Heer Linnaeus. Met nauwkeurige Afbeeldingen. IIIde Deels 5de Stuk. Amst. by J.v.d. Burg en Zoon, in gr. 8vo. ƒ 4 - 16 - 0 | 105 |
Historie, Vervolg van het IIIde Deels 5de Stuk, ƒ 2 - 10 - 0 | 466 |
Hoffham, (O.C.F.) Proeve van Slaapdichten. Amst. by P.J. Uylenbroek, in gr. 8vo. ƒ 0 - 11 - 0 | 404 |
Hofstede, (P.) Apologie tegen de lasterende Nieuwspapieren en andere Schriften van deezen tyd, enz. Rott. by P. van Dyk en J. Hofhout, in gr. 8vo. ƒ 1 - 16 - 0 | 485 |
Home, (F.) Geneeskundige Proeven en Waarneemingen, met Aantekeningen van J.v. Breda. IIde Deel. Amst. by A.J. van Toll, in gr. 8vo. ƒ 2 - 4 - 0 | 203 |
Horst, (K.v.d.) Leerreden ter aanpryzinge van Eensgezindheid en Liefde in de Gemeente, over Hand. IV. 32. Haarl. by A. Loosjes, Pz. in gr. 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 14 |
Houtkamp, (M.) Onze verpligting tot en de voordeelen van eene tydige Wapening. Hoorn, by L. Vermande, in gr. 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 327 |
Hugenholtz, (P.A.C.) Leerreden over 2 Sam. XX. 19. Utr. by de Wed. J. van Schoonhoven, in gr. 8vo. ƒ 0 - 6 - 0 | 418 |
Huidecoper, (B.) Proeve van Taal- en Dichtkunde. Tweede Uitgave, door F. van Lelyveld. IIde Deel. Leyd. by A. en J. Honkoop, in gr. 8vo. ƒ 3 - 15 - 0 | 127 |
I. en J. | |
Jager, (J. de) Redenvoering op het overlyden van den Eerw. Jan Ris. Hamb. by G.F. Schniebes, ƒ 0 - 14 - 0 | 543 |
Ingenhousz., (J.) Verzameling van Verhandelingen over verschillende Natuurkundige Onderwerpen. Iste Deel. 's Hage, by J.v. Cleef, in gr. 8vo. ƒ 5 - 10 - 0 | 546 |
Josephus, (Fl.) Alle Werken. Met Aanmerkingen van J.F. Martinet. IIde Deel. Met Plaaten. Amst. by Allart en Holtrop, in gr. 8vo. ƒ 3 0 0 | 141 |
Julia Grunthal. Eene Kostschool Geschiedenis. Rott. by D. Vis, in 8vo. ƒ 1 - 5 - 0 | 363 |
K. | |
Kasteleyn, (P.J.) Codrus. Treurspel. Amst. by P. Uytenbroek, in gr. 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 45 |
[deel 1, pagina 628]
Kasteleyn, (P.J.) Chemische Oefeningen. Iste Stukje Amst. by A.J.v. Tol, in gr 8vo. ƒ 0 - 12 - 0 | 155 |
Kasteleyn, (P.J.) Tweede en derde Stukje ƒ 1 - 4 - 0 | 463 |
Kemp, (F. Ad. van der) Historie der Admissie in de Ridderschap van Overyssel, van Jr. Johan Derk van der Capellen. Leyd. by J. Herdingh, in gr. 8vo. ƒ 1 - 12 - 0 | 169 |
Kemp, (F. Ad. van der) Vyfde Vervolg en Slot op Jr. J.D. van der Capellen, Regent. Leyd. by L. Herdingh, in gr. 8vo. ƒ 0 - 18 - 0 | 508 |
Klinkenberg, (J.v. Nuys) De Bybel, door beknopte uitbreidingen en ophelderende aanmerkingen verklaard. VIIIste en IXde Deel. Amst. by J. Allart, in gr. 8vo. ƒ 5 6 - 0 | 49 |
Kok, (J.) Vaderlandsch., Geschied-, Aardryks-, Geslachten Staatkundig Woordenboek. XIIde Deel. Amst. by J. Kok en Zoon, in gr. 8vo. ƒ 1 16 - 0 | 165 |
Krieger, Gedagten by het verneemen van den dood van den Wel-Eerw. R. Schutte. Amst. by J. Wessing, Wz. in gr. 8vo. ƒ 0 6 - 0 | 287 |
Krumpelman, (E.) Verhandeling over de Galkoortzen, en derzelver schynbaare zwakheden, enz. Amst. by H. Gariman, in gr. 8vo. ƒ 0 - 11 - 0 | 158 |
Kuipers, (G.) Neêrlands Staats-orkaan, beschouwd in eene Leerreden over Marc. IV. 35-41. enz. Gron. by P. Doekema, in gr. 8vo. ƒ 0 - 10 - 0 | 241 |
L. | |
Leeven (Het) van Hugo de Groot, getrokken uit de voornaamste Historieschryvers en Dichters. Amst. by J.B. Elwe en D.M. Langeveld, in gr. 8vo. ƒ 1 - 2 - 0 | 184 |
Leevensbeschryving (Gedenkwaardige) van J.Chr. Ludeman, doorvlogten met de voornaamste Avontuuren van Britta Beyer, in 4to. Alom. ƒ 1 - 6 - 0 | 274 |
Lilienthal, (TH.CH.) Oordeelkundige Bybelverklaaring. Amst. by J. Allart. XVIIIde Deel, in gr. 8vo. ƒ 3 - 8 - 0 | 317 |
Lis, (P.H. van) Leerredenen. Utr. by A. van Paddenburg, in gr. 8vo. ƒ 2 0 0 | 494 |
Loo, (J. van) Leerredenen. Utr. by A. van Paddenburg, in gr. 8vo. ƒ 2 - 0 - 0 | 371 |
Loosjes, Pz. (A.) M.A. de Ruyter, in X. Boeken. Haarl. by A. Loosjes, Pz. en te Amst. by W. Holtrop, in 4to. ƒ 3 - 12 - 0 | 216 |
[deel 1, pagina 629]
Lotgevallen der Familie van Manstein. II. Deelen. Leyd. by L. Herdingh, in 8vo. ƒ 1 - 8 - 0 | 408 |
Lussingh, Mz. (H.) Proeve eener Gedagte over het voorstel van Paulus, Heb. VI. 4-6. Amst. by J. Wessing, Wz. en D. en J. Tol, in gr. 8vo. ƒ 0 - 11 - 0 | 189 |
Lutkeman, (J.) Poëzy. Amst. by P. Uylenbroek, in 4to. ƒ 3 - 0 - 0 | 617 |
M. | |
Mandt, (Ad.) Vaderlandsche Cathechismus. Zutph. by A.J.v. Hoorn en te Amst. by J. Wessing, Wz. in 8vo. ƒ 0 - 14 - 0 | 572 |
Martinius, (B.) Tractatus Philosopho-Theologicus, de Religione. Harderov. apud E. Tyhoff, in 8vo. f.m. | 499 |
Mengelwerk. VIIde Stukje. Tendimus ad Caelestem Patriam. Utr. by de Wed. J.v. Schoonhoven, in 8vo. ƒ 0 - 18 - 0 | 262 |
Mensch (De) van zyne zwakke zyde beschouwd. IIde Deel. Amst. by J. Weppelman, in gr. 8vo. ƒ 1 - 10 - 0 | 312 |
Mercier. Myn Slaapmuts. Haarl. by C.H. Bohn en Zoon, in gr. 8vo. ƒ 1 0 - 0 | 137 |
Michaelis, (J.D.) Oostersche Uitlegkundige Bibliotheek. XXste Deel. Utr. by J.C. ten Bosch, in gr. 8vo. ƒ 1 - 0 - 0 | 177 |
Michaelis, (J.D.) Overeenstemming der Heilige Schrift met de gezonde Rede, aangaande de Zonde en de Genoegdoening. Utr. by G.T.v. Paddenburg en Zoon, in gr. 8vo. ƒ 2 - 10 - 0 | 283 |
Michaelis, (J.D.) Nieuwe Overzetting des Ouden Testaments met aanmerkingen voor Ongeleerden. IVde Deel. Utr. by de Wed. J.v. Schoonhoven, in gr. 8vo. ƒ 1 - 8 0 | 449 |
Mieris, (F.v.) Beschryving der Stad Leyden, vermeerderd en uitgegeeven door D. van Alphen. Vercierd met de Afbeeldzels der voornaamste Gebouwen. IIIde Deel. Leid. by C. Heiligert en A. en J. Honkoop, in folio, ƒ 6 - 10 - 0 | 114 |
Miller, (J.M.) De geschiedenis der tederheid van het Menschlyk Hart. IIde Deel. Amst. by M. Schalekamp, in 8vo. ƒ 2 - 4 - 0 | 444 |
Minnezangen en Jeugdige Gedichten. 2de Stukje. Haarl. by A. Loosjes, Pz. in 8vo. ƒ 0 - 14 - 0 | 91 |
Mirabeau, (De) Bedenkingen over de vryheid der Schel- |
[deel 1, pagina 630]
de, door den Keizer gevorderd, enz. Leyd. by F. de Does, in gr. 8vo. ƒ 1 - 10 - 0 | 469 |
Muller, Adams eerste ontwaaking en zalige Nachten. Amst. by J.F. Rosart en Comp. in 8vo. ƒ 0 - 11 - 0 | 41 |
N. | |
Nahuis, (G.J.) Leerredenen over Jesaia LIII. LIV. en LV. Iste en IIde Deel. Amst. by J. Allart, in gr. 8vo. ƒ 4 16 - 0 | 237 |
Newton, (J.) Gods Genade en vrymagtig Albestuur. Amst. by M. de Bruyn, in gr. 8vo. ƒ 0 - 18 - 0 | 60 |
O. | |
Oefenschool (Algemeen) der Vrouwen, ten gebruike der Nederlandsche Jufferschap geschikt, door Mev. M.G.v.d. Werken, Wed. de Cambon. Iste en IIde Deel. Amst. by J. de Jongh, in 12mo. ƒ 1 - 8 - 0 | 89 |
Ontwerp, om de Republiek door eene heilzaame vereeniging van de belangen van Regent en Burger, van binnen gelukkig en van buiten gedugt te maaken, enz. Leyd. by L. Herdingh, in gr. 8vo. ƒ 0 - 4 0 | 601 |
Oosterdyk en Wantenaar. Het groot Stadsregt van Utrecht, Utr. by J.M.v. Vlooten, in gr. 8vo. ƒ 0 - 18 - 0 | 32 |
P. | |
Paape, (G.) De Aristocraat en de Burger. Rott. by J. Krap, Az. in gr. 8vo. ƒ 0 - 10 - 0 | 507 |
Pagés, (De) Zee- en Landreizen rondsom de Wereld en na derzelver beide Poolen. Rott. by R. Arrenberg en Zoon, in 4to. ƒ 1 14 - 0 | 226 |
Palm, (J.H. van der) Ecclesiates Philologice & Critice illustratus. Lugd. Bat. apud P.v.d. Eyk & D. Vygh, in 8. m.f. ƒ 1 - 2 - 0 | 146 |
Pannebakker, (M.) Verscheide gewigtige Bedenkingen, voorgesteld aan den Heere P. van Hemert, enz. Delft, by J. de Groot, Pz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 0 0 | 153 |
Perponcher, (W.E. de) Nieuwe Aardryksbeschryving voor de Nederlandsche Jeugd, tot gebruik zyner Kinderen opgesteld. IIde Deel. Utr. by de Wed. J.v. Schoonhoven, in 8vo. ƒ 1 - 8 - 0 | 298 |
Ploos van Amstel, (C.) Redenvoeringen, gedaan in de Teken-Academie te Amsterdam. Amst. by J. Yntema, in gr. 8vo. ƒ 4 15 - 0 | 329 |
Price, (R.) Aanmerkingen over de gewigtigheid der Staatsomwentelinge in Noord America, enz. Amst. by J. Weppelman, in gr. 8vo. ƒ 0 - 18 0 | 561 |
Pringle, (J.) Verhandeling van de Legerziekten, vermeer- |
[deel 1, pagina 631]
derd met eene geneeskundige beschryving der Hospitaalen, door D. Monro; met aanmerkingen van den Vertaaler L. Bikker. Iste Deel, in gr. 8vo. ƒ 1 - 16 - 0 | 545 |
Proeve van Gewyde Poëzy. Haarl. by A. Loosjes, Pz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 16 - 0 | 44 |
Proeve van Poëtische Mengelstoffen, door het Dichtlievend Kunstgenootschap, onder de Zinspreuk: Kunstliefde spaart geen vlyt. Xde Deels 2de Stuk. Leyd. by C.v. Hoogeveen, Junior en P.v.d. Eyk en D. Vygh, in gr. 8vo. ƒ 1 - 0 - 0 | 485 |
Proeve van Tooneeloefening. Amst. by A. Fokke, Simonsz. Iste Deel, in 4to. ƒ 2 - 0 - 0 | 406 |
Proeve voor het Verstand, den Smaak en het Hart. Iste en 2de Stukje. Utr. by J.M. van Vloten, in gr. 8vo. ƒ 1 - 12 - 0 | 232 |
Putman (H.) Londens tweemaalige Nederduitsche Psalmverwisseling, beschouwd en beredeneerd, in eene Leerreden over Coll. III. 16. Leyd. by S. en J. Luchtmans en te Amst. by J. Wessingh, Wz. in gr. 8vo. ƒ 0 - 18 - 0 | 539 |
R. | |
Rahuzen, (R.) Lykreden, ter gedagtenisse van den Eerw. Marcus Aritz. Aurik by J.H.L. Borgeest, in 8vo. ƒ 0 6 0 | 543 |
Rede, (Het gebrekkige der) vooral in den Godsdienst, wysgeerig voorgesteld door Philoxenus, onder geene Gezindheid behoorende, aan den Eerw. Heere P. van Hemert. Amst. by M. de Bruyn, in gr. 8vo. ƒ 0 - 5 - 0 | 377 |
Reglement voor de Latynsche Schoolen in het Pruissisch Gelderland. Gelder, by N. Schaffrath, in 8vo. | 341 |
Reize langs den Neder Rhyn, over 't Loo, Elten, Emmerik, enz. in vier- en twintig Brieven. Camp. by J.A. de Chalmot, in gr. 8vo. ƒ 1 - 2 - 0 | 521 |
Reizen (Nederlandsche) tot bevordering van den Koophandel na de meest afgelegene Gewesten des Aardkloots. Met Plaaten. IVde Deel. Amst. by P. Conradi en te Harl. by V.v. der Plaats, in gr. 8vo. ƒ 1 - 10 - 0 | 179 |
Reizen (Nederlandsche) Vde Deel, ƒ 1 - 16 - 0 | 303 |
Reizen (Nederlandsche) VIde Deel, ƒ 1 - 16 0 | 613 |
Richardson, (W.) Anecdoten wegens Rusland. In gemeenzaame Brieven, geschreven uit Petersburg. Iste Deel. Amst. by J. Yntema, in gr. 8vo. ƒ 0 - 18 - 0 | 83 |
Richardson, (W.) IIde Deel, ƒ 1 - 2 - 0 | 349 |
Richter, (A.G.) Beginzelen der Heelkunde. Met Plaaten. Amst. by A.J. van Toll, in gr. 8vo. ƒ 3 - 0 - 0 | 104 |
[deel 1, pagina 632]
Rollin en Tailhie. De Geschiedenis der Waereld. XI. en XIIde Deel. Amst. by P. Meyer, in gr. 8vo. ƒ 5-0 0 | 71 |
Roos, (P.F.) Redenvoering over de oorzaaken van het verval en middelen tot herstelling der Volkplantinge van Suriname. Amst. by H. Gartman, in gr. 8vo. ƒ 0 - 11 - 0 | 135 |
S. | |
Saltzman, (C.G.) Grondbeginzels der Zedekunde in aangenaame Verhaalen. Amst. by de Wed. J. Dóll, in 8vo. ƒ 2 - 0 - 0 | 316 |
Saltzman, (C.G.) Karel van Karelsberg of Tafereel der Menschlyke Elenden. II. Deelen. Amst. by de Wed. J. Dóll, in 8vo. ƒ 3 - 0 - 0 | 574 |
Schmidt, (N) Zestal van zeer stigtelyke Leerredenen. Dordr. by P. van Braam, in gr. 8vo. ƒ 0 - 14 - 0 | 584 |
Schimmelpenninck, (R.J.) Verhandeling over eene welingerigte Volksregeering. Leyd. by F. de Does, in gr. 8vo. ƒ 0 - 12 - 0 | 336 |
Schonk, (E.J.B.) Fabelen en Mengel-Poëzy. IIIde Deel. Nym. by A.v. Goor, in gr. 8vo. ƒ 1 - 6 - 0 | 619 |
Schouwburg. (De Spectatoriaale) XIIIde Deel. Amst. by P. Meyer, in 8vo. ƒ 1 - 16 - 0 | 360 |
Schouwburg. (Nieuwe Spectatoriaale) behelzende oorspronglyke Stukken, ter verbetering der Nederlandsche Zeden. Met Plaaten. IIde Deel. Amst. by I. de Jongh, in 8vo ƒ 1 - 2 - 0 | 274 |
Schutte, (R.) Tweetal Verhandelingen over Gods Verbonden. Amst. by M. de Bruyn en A. van Tol, in gr. 8vo. ƒ 1 - 0 - 0 | 454 |
Sepp, (C.) Nederlandsche Insecten beschreeven en afgebeeld. Iste Stuk, Tab. VIII. in 4to. ƒ 0 - 18 - 0 | 20 |
Sepp, (C.) Iste Deel compleet. | 467 |
Slingeland, (S. van) Staatkundige Schriften. IIde, IIIde en IVde Deel. Amst. by P. Schouten, in gr. 8vo. ƒ 4 - 5 - 0 | 557 |
Smetius, (J.) Chronyk van de Stad der Batavieren. Nym. by A. van Goor, in gr. 8vo. ƒ 1 - 12 - 0 | 76 |
Sprengel, (M.Chr.) Geschiedenis der Europeers in Noord-America. Iste Deel. Leyd. by A. en J. Honkoop, in gr. 8vo. ƒ 1 - 4 - 0 | 222 |
T. | |
Tafereel der Algemeene Geschiedenissen van de Vereenigde Nederlanden, gevolgd naar het Fransch van den |
[deel 1, pagina 633]
Heer A.M. Cerisier. VIIde Deels 1ste Stuk. Utr. by B. Wild, in gr. 8vo. ƒ 1 - 10 - 0 | 122 |
Tafereel der Algemeene Geschiedenissen van de Vereenigde Nederlanden, VIIde Deel, 2de Stuk, ƒ 1 - 5 - 0 | 256 |
Tafereel der Algemeene Geschiedenissen van de Vereenigde Nederlanden, VIIIste Deel, 1ste Stuk, ƒ 1 - 8 - 0 | 432 |
Tafereel der Algemeene Geschiedenissen van de Vereenigde Nederlanden, VIIIste Deel, 2de Stuk, ƒ 1 - 4 - 0 | 510 |
V. | |
Vaerzen van Ultrajectinus. Pro Patria & Libertate. Utr. by S. de Waal, in gr. 8vo. ƒ 1 - 10 - 0 | 573 |
Verhaal van den gepleegden moord aan boord van het Schip Java. Middelb. by P. Gillissen en Zoon, in groot 8vo. ƒ 0 - 6 - 0 | 140 |
Verhaal (Waaragtig) van de Muitery binnen de Stad Rotterdam, die tegen de Regeering ontstaan is van Juny 1672 tot 27 September. Gedrukt in 1785. in gr. 8vo. ƒ 1 - 5 - 0 | 484 |
Verhandeling van den Heidelbergschen Catechismus, door twee Godgeleerden. IIde Deel. Utr. by S. de Waal en G.v.d. Brink, Jansz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 16 - 0 | 243 |
Verhandelingen, raakende den Natuurlyken en Geopenpaarden Godsdienst, uitgegeeven door teyler's Godgeleerd Genootschap. IVde Deel. Haarl. by J. Enschede en Zoonen en J. van Walrée, in gr. 4to. ƒ 5 - 5 - 0 | 277 |
Verhandelingen, uitgegeeven door teyler's Tweede Genootschap. Derde Stuk. Haarl. by J. Enschede en Zoonen en J. van Walrée, in 't Fransch en Nederduitsch, in gr. 4to. ƒ 4 - 0 - 0 | 588 |
Verhandelingen, van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelyke Wysbegeerte te Rotterdam. VIIde Deel. Rott. by R. Arrenberg en Zoon, in gr. 4to. ƒ 3 - 12 - 0 | 17 |
Verhandelingen, uitgegeeven door het Zeeuwsche Genootschap der Weetenschappen te Vlissingen. Xde Deel. Middelb. by P. Gillissen, in gr. 8vo. ƒ 4 - 4 - 0 | 63 |
Verhandelingen, ter beantwoording van een Voorstel, opgegeeven door de Heeren Bezorgers van het Stolpiaansch Legaat. Leyd. by S. en J. Luchtmans, in gr. 4to. ƒ 2 - 10 - 0 | 199 |
Verhandelingen, van het Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Weetenschappen. IIIde Deel, 1ste Stuk. Utr. by S. de Waal, in gr. 8vo. ƒ 4 - 15 0 | 204 |
Verhandelingen, IIIde Deels 2de Stuk, ƒ 3 - 16 - 0 | 586 |
Verhandelingen, van het Bataviaasch Genootschap der Konsten en Weetenschappen. IIde Deel. Rott. by R. Arrenberg en te Amst. by J. Allard, in gr. 8vo. ƒ 3 - 12 - 0 | 384 |
[deel 1, pagina 634]
Verhandelingen, uitgegeeven door de Hollandsche Maatschappy der Weetenschappen te Haarlem. XXIste Deel. Haarl. by J. van Walrée, in gr. 8vo. ƒ 3 - 6 - 0 | 427 |
Vermogen (Het) van den Souverain in de bepaaling van de vrye Godsdienstoefening onderzogt. Amst. by D. Schuurman, in gr. 8vo. ƒ 1 - 2 - 0 | 509 |
Verzameling van Stukken, betrekkelyk tot het zenden van eene Commissie van Hun Ed. Gr. Mog. de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland na Rotterdam. Iste Deel. Dordr. by A. Blussé en Zoon, enz. in gr. 8vo. ƒ 2 - 4 - 0 | 33 |
Verzameling van Stukken, IIde Deel, ƒ 2 - 4 - 0 | 484 |
Vlugt van Huig de Groot. Burgerspel. Haarl. by A. Loosjes, in 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 306 |
Vryheid (De) in Nederland verdeedigd, in eene Dichtkundige Redenvoering, gehouden voor de Burgerye der Stad Amersfoort op den 5 Oct. 1784. Amst. by J. Verlem, in 8vo. ƒ 0 - 12 - 0 | 403 |
W. | |
Wachter, (H.) De oorzaaken en gevolgen van het verval in de Godsvrugt. Dordr. by A. Blussé en Zoon, enz. in gr. 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 585 |
Walvischvangst (De) met veele byzonderheden daartoe betrekkelyk. Met Plaaten. IIde Deel. Amst. by P. Conradi en te Harl. by V.v.d. Piaats, in gr. 4to. ƒ 2-0-0 | 136 |
Water, (J. te) De Vaderlandsche Historie van den Heere Jan Wagenaar verkort. Iste Deel. Amst. by P. Schouten, in gr. 8vo. ƒ 2 - 10 - 0 | 292 |
Weiz, (F.A.) Katechismus der Heelkundige Ontleedkunde. 1ste Stuk. Haarl. by A. Loosjes, Pz. in gr. 8vo. ƒ 1 - 0 - 0 | 383 |
Wieland, De Bevalligheden, in zes Boeken Amst. by de Erven F. de Kruyff en W. Brave, in gr. 8vo. ƒ 0 - 14 - 0 | 309 |
Windisch, (C.G. van) Brieven over den Schaakspeeler des Heeren W. van Kempelen. Amst. by J. Yntema, in gr. 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 480 |
Winkelman, (O.R.F.W.) Schets der Nederduitsche Spraakkunst. Utr. by G.v.d. Brink, Jansz. in 8vo. ƒ0 - 12 - 0 | 316 |
Wy, (G.J. van) Heelkundige Mengelstoffen. Amst. by J. van Selm, in gr. 8vo. ƒ 2 - 6 - 0 | 62 |
Wynands, (A.) Afscheids-Leerreden. Haarl. by A. Loosjes, Pz. in gr. 8vo. ƒ 0 - 8 - 0 | 288 |
Wysgeer (De) aan het Hof. Oostersche Geschiedenis. Amst. by W. Holtrop, in 8vo ƒ 1 - 0 - 0 | 356 |
[deel 1, pagina 635]
Y. | |
Ypey, (A.) Elementa Physiologiae Humani Corporis. Franeq. apud D. Romar, in 8vo. f.m. ƒ 1 - 2 - 0 | 502 |
Z. | |
Zang, (Vaderlandsche) toegewyd aan Nederlandsch Inwoonderen. Amst. by J. Sluytman van der Meer, in gr. 8vo. ƒ 0 - 11 - 0 | 364 |
Zelandus. Vervolg der Vaderlandsche Gezangen, in gr. 8vo. ƒ 0 - 4 - 0 | 187 |
Zimmerman, (H.) Reize rondsom de Wereld met Capitein Cook. Leyd. by J. en H. Honkoop, in gr. 8vo. ƒ 0 - 11 - 0 | 37 |
Zollikofer, (G.J.) Leerredenen. 6de Stuk Amst. by de Erven P. Meyer en G. Warnars, in gr. 8vo. ƒ 1 - 5 - 0 | 322 |
Zollikofer, (G.J.) 7de Stuk, ƒ 1 - 5 - 0 | 577 |
[deel 1, pagina 636]
BLADWYZER
DER
VOORNAAMSTE BYZONDERHEDEN,
In het Eerste Stuk des Zevenden Deels.
A. | |
Aaksters. (Natuurlyke Historie der) | 610. |
Aardbeevingen, (Berigt van de) hier te lande, zedert het Jaar 1580. | 609. |
Adams gevoelens by den eersten Avond en Nagt geschetst. | 41. |
Adautiken, een oud Volk deezer Landen, waar woonagtig. | 31. |
Admiraal, deeze benaaming wordt afgeleid van Emir. | 177. |
Albrecht van beyeren, diens Zedelyk Character geschetst. | 389. |
Ambassadeur, deeze benaaming voor oorspronglyk Duitsch ge houden. | 477. |
Ambivariten, waar oudtyds in deeze Landen woonagtig. | 32. |
Amboina, hoe de Hollanders de Portugeesen daar uit verdreeven hebben. | 179. |
Amersfoort's regt tot het deelgenootschap aan de Oppermagt, staat met dat van Utrecht gelyk. | 556. |
Aristocratie van Venetie. | 298. |
301. | |
Armoede (Grootsche) gekenschetst. | 313. |
Arresleden, Beschryving van dat Voertuig, en wat tot dezelve behoort. | 611. |
Avaux, (D') zyne beschryving van de drie Partyen, welke ten zynen tyde de vereenigde Gewesten verdeelden. | 435. |
Avennes (J. van) dringt in 't bewind deezer Landen in. | 297. |
B. | |
Babels-toornbouw, opheldering dier gebeurtenisse. | 99. |
Baggeren Klooster te Nuys, zeldzaame ontmoeting in 't zelve. | 525. |
Batavieren, welk een plek gronds zy in ons Vaderland besloegen. | 31. |
Beattie, lof deezes Schryvers. | 564. |
Belydenis (Staatkundige) van den Hoogleeraar g. kuipers. | 243. |
Bevalligheden derzelver invloed op de Kunsten, Weetenschappen en Zeden. | 309. |
Bissaijesen, Inwoonders der Philippynsche Eilanden, hoe gelukkig zy leeven. | 231. |
Boeren in Rusland, hun slaafsche staat. | 86, enz. |
Boogen, (Taalkundige aanmerkingen over het woord) 129. 't zelve gewettigd. | 133. |
Borssele, (Wolferd) veroorzaakt een groot verwarring in Zeeland, 294. Wordt Bedryfal by Graaf jan de I. 295 Zyne inhaaligheid en deerlyk uiteinde. | 296. |
Bructeren hun oude woonplaats in deeze Landen. | 32. |
[deel 1, pagina 637]
Buat, Beri t van zyne Ontwerpen, en het lot hem wedervaaren. | 123 |
Bybel, moet menschlyk geleezen worden, 410. Wat dit al in hebbe. | 411, enz. |
C. | |
Capellen, (A.p. van der) wat hem beweegt om zyn gehouden gedrag, ten opzigte van den Prins van Oranje, openlyk te verdeedigen. | 36 |
Capellen, tot den pol, niet door gunst een Overysselsch Ridder geworden: zyn eer gehandhaafd. | 170 |
Carel de groote, Schets van het Tydperk zyner Regeeringe. | 595 |
Carmen dicere secum in vicem, door plinius den Christenen toegeschreeven, wat dit betekene. | 541 |
Catharina de II, Keizerinne van Rusland, haare gewoone Leevenswyze, 84. Haare heerschende Charactertrekken. | 85 |
Cauchen, derzelver woonplaats in deeze Gewesten. | 31 |
Celten, oude bewoonders onzer Gewesten. | 30 |
Character, (Manlyk en Vrouwlyk) waarin van elkander onderscheiden, hoe zeer de verwisseling misstaat. | 232 |
Chronyken (Boeken der) hebben Esra tot Schryver; en welk eene betrekking die Boeken hebben tot het Boek, 't welk diens Schryvers naam draagt. | 5 |
1 Chron. XXII. 14. opgehelderd. | 385 |
Cimberen, een oud Volk dat onze Landen bewoonde. | 30 |
Collegium Medico Practicum, door wien te Leyden, en wanneer ingesteld, 117. Hoe waargenomen, 118. Hoe verwaarloosd, 119. Hoe wenschlyk dat het weder in stand mogt komen. | 120 |
Congo, het Koningryk en de Stad van dien naam beschreeven, 614. Voortbrengzels, Inwoonders en Regeering. | 615-617. |
Cook, Characterbeschryving diens Zeehelds, door den Matroos zimmerman, 38. Wat hy tot Gezondheid zyns Scheepsvolks deedt. | 40 |
1 Corinth. II. 14. verklaard. | 9 |
D. | |
Dathenus, (P.) heeft in Engeland gepredikt, 541 Was met de uitgave zyner Psalmberyming uitenhove voor, schoon deeze ze eerder voltooid hadt. | Ald. |
David, begrooting van den Schat, hem 1 chron. XXII. 14. toegeschreeven. | 385 |
Democratie eeniger Zwitzersche Cantons. | 302 |
Deugd, waar in dezelve bestaat, 577. Zet den mensch de grootste waarde by, | 578 |
Deuteronomium IV. 19, opgehelderd. | 449 |
Deuteronomium X. 6. 7. toegelicht. | 451 |
Dorpen, (Aanmerkingen over het getal der) in 1421 in de Zuidhollandsche Waard verdronken. | 165 |
E. | |
Eed, wenschlyke verandering daar in voorgeslaagen. | 562 |
Eensgezindheid, (Regels om de Christlyke) in de Gemeente te bewaaren. | 15 |
Electriciteit, geneest eene verouderde Verlamming. | 379 |
Electrizeer - Machine, (Berigt van de) in Teyler's Museum. 589. |
[deel 1, pagina 638]
Proeven die het vermogen van dezelve ten sterkste toonen. | 590, enz. |
Endor, (Toveresse van) haar geval met saul, volgens josephus, en aanmerkingen daar over. | 141 |
Ephezen V. 14-17, toegelicht. | 52 |
Esra, (Aanmerkingen over) als Schryver van het Boek dat zyn Naam voert. | 2 |
Esra, welke betrekking zyn Boek op de Boeken der Chronyken heeft. | 5 |
Esra, (De bedenkingen der Ongeloovigen over het gedrag van) in de Israêliten van hunne Heidensche Wyven (Esra IX. en X.) af te scheiden, beantwoord. | 49, 50 |
Ether, wat dezelve is, en haare eigenschappen, 250. De schudding daar van brengt licht op de straalen voort, 252. Op welk eene wyze zy het Licht voortteelt. | 253 |
Europa, (Het Evenwigt van) geen harssenschim. | 433 |
F. | |
Friezen, ('t Character en de leevenswyze der oude) 393. Dat der Hedendaagsche. | 395 |
Friezen, en Frisiabonen, waar zy zich oudtyds in deeze Gewesten onthielden. | 31 |
G. | |
Galileërs. Zie Sabeërs.
Gebed, (Het volmaaktste) het Onze Vader voorgesteld als van een Prophetischen inhoud. |
581 |
Geld maakt ons eigenlyk niet ryk, 73. Dit door 't voorbeeld van Spanje opgehelderd. | 74, enz. |
Gemeensmannen der Wyken, Plan om dezelve te kiezen en te regelen. | 554 |
Genade, (Natuur en) in geen tweestryd met elkander. | 534 |
Gen. XIX. 26. opgehelderd. | 93 |
Genoegdoening, (De Leer der) met de Rede overeengebragt. | 284 |
Geveinsden. (Characterschetzen van) | 314 |
Gierigheid, tot een ongehoord uiterste gebragt. | 234 |
Gods Werkingen, in den Oosterschen Styl sterk beschreeven. | 449, 450 |
Godsvrugt, (Oorzaaken van het verval der) aangeweezen. | 585 |
Graaven (Het Regt der) in ons Land, niet oorspronglyk, maar aangemaatigd en verworven. | 265 |
Groeninx, (AE. en V.) schandelyke verbintenissen, welke zy aangaan, om eene Vroedschapsplaats te Rotterdam te bekomen. | 34 |
Groot (Bedenkingen over de twyfelagtigheid der kist, voor de kist van de) uitgegeeven. | 184 |
H. | |
Hebreën VI. 4-6 opgehelderd. | 189 |
Helle, (Jesus Nederdaaling ter) wat die uitdrukking in de Algemeene Geloofsbelydenis betekent. | 243 |
Herstelling (Grondwettige) van Neêrlands Staatsweezen. Ontwerp daar toe. | 601 |
Hitte (Met welk eene verschillende snelheid de) door onderscheidene Metaalen heen gaat. | 547 |
Hospitaal, (Algemeen) hoe wenschlyk dat het aan 's Lands Hoogeschool te Leyden mogt worden opgerigt. | 120 |
[deel 1, pagina 639]
I en J. | |
Jan de I, Graaf van Holland, staat onder den invloed van eduard, Koning van Engeland, 293. Voorts onder dien van wolfert van borssele, 294. En eindelyk onder dien van jan van avennes. | 297 |
Jesaia LIII, Verband van dit Hoofdst. met het LI, en volgende. | 150 |
Jesaia LIV. toegelicht. | 237 |
Jesus Intrede te Jerusalem op een Ezel, tegen het Ongeloof verdeedigd. | 366 |
Jesus Zyn uitdryven der Kooplieden en Wisselaaren uit den Tempel, van laster ontheeven. | 367 |
Jesus (De innerlyke goedheid der Leere van) te erkennen, niet voldoende om hem voor een Godsgezant te houden. | 420 |
Jeugd, de beste tyd ter Deugds-betragting. Dichtstukje. | 44 |
Joannes II. 13, 14, 15. opgehelderd. | 368 |
Johanniter Christenen; verslag van hunne gevoelens, 173. Zie verder Sabeêrs. | |
Juno-Vogel beschreeven. | 386 |
Izaäk, ten tyde zyner opofferinge, veel eer als een Kind dan als een volwassen Jongeling, aan te merken. | 65 |
K. | |
Kamferboom van Sumatra; aanmerkingen daar over. | 431 |
Kaninefaaten, waar zy zomtyds in deeze Gewesten woonden. | 31 |
Kleef. (Verslag van de uitneemende gezigten te) | 522 |
Kolossensen. (Algemeene aanmerkingen over den Brief aan de) | 55 |
1 Kolossen. I. 24. opgehelderd. | 490 |
Koper, hoe 't zelve uit zyne Erts gehaald wordt. | 106 |
Kragten, (Doode en Leevende) wat dezelve in de Beweegkunde betekenen, en hoe ze werken. | 159 |
Krygsman, (Een hedendaagsch) by eenen van den ouden tyd vergeleeken. | 598 |
Kwaad (Hoe het) in de Wereld bestaanbaar is met de volmaaktheid der Godlyke Natuur. | 200 |
L. | |
Leeraars (Christen) kunnen, wat het opzeggen hunner Leerredenen aanbelangt, niet vergeleeken worden by de Grieksche of Romeinsche Redenaars, 569. Noch met de Tooneelspeelders, noch met de Regtsgeleerden in de Pleitzaal. | 570 |
Leerredenen. (Onderzoek over het van buiten leeren of leezen der) 567. Of de van buiten geleezene de meesten en besten indruk maaken. | 568 |
Licht. (Euler's denkbeeld over de Natuur en Voortteeling van het) 250. Snelheid van 't zelve. | 253 |
Liefde (Regels om de Christlyke) in de Gemeente te bewaaren. | 15 |
Lodewyk de XIV, zyne inzigten omtrent de Vereenigde Nederlanden, 432, 434. Hoe gedwarsboomd door willem de III, 433. Hoe zeer hy zich in deeze Gewesten gehaat maakt. | 437 |
Lood, van alle Metaalen de slegtste Geleider der Hitte. | 552 |
Loth's Huisvrouw, ophelderingen wegens haare verandering in een Zoutzuil. | 93 |
[deel 1, pagina 640]
Lugtbollen. (Opgave der Regelen van den Graaf de milly, over het bestuur der) | 21 |
Lukas XXIII. 39-43 tegen misduiding beveiligd. | 371 |
M. | |
Maatschappy. Oorsprong der) 357. Welk eene Regeering dezelve aan de hand geeft. | 358 |
Malagrida, Berigt wegens de Strafoefening, dien Pater aangedaan. | 517 |
Marsen of Marsaten, waar zy oudtyds in deeze Gewesten hun verblyf hadden. | 31 |
Matth. XXI. 1-11. tegen 't Ongeloof verdeedigd. | 366 |
Matth. XXI. 12-14. Van op spraak des Ongeloofs vrygepleit. | 367 |
Menapiërs, oude bewoonders deezer Landen, waar zy zich onthielden. | 31 |
Metaalen (De Hitte gaat met verschillende snelheid door onderscheidene) heen, 547. Toestel tot de Proefneemingen in deezen, 551. Uitslag. | Ald. |
Monomotapa, beschryving van dat Gewest, 303. Van deszelfs Inwoonderen, 304. Van hunnen Godsdienst. | 305 |
Moordenaar (De) aan 't Kruis bekeerd, geeft geen grond tot hoop op eene gelukkige Doodbedsbekeering. | 371 |
Morinen, een oud Volk in deeze Gewesten, waar woon agtig. | 31 |
N. | |
Narresleden, voorheen Yssleden genoemd; rede van die naamsverandering, 612. Onderscheide soorten en toestel beschreeven. | Ald. |
Natuur en Genade, in geen tweestryd met elkander. | 533 |
Nazareër, verscheidenerlei Persoonen door dit woord aangeduid. | 178 |
Nederlanden, (Oostenryksche) aangemaand om zich, ten deezen tyde, onafhangelyk te maaken, 473. Hoe deezen met de belangen van Pruissen, Engeland, de Nederlanden en Frankryk strookt. | 474 |
Nieuveldt, (J.v. zuilen van) doet Groeninx een schandelyk verdrag aangaan, 35. Zie ook. | 511 |
Nieuw-York, beschryving van dat Landschap, 223. Gelegenheid der Stad van dien naam, 224. 'Er worden nog veele Afstammelingen der Hollanderen gevonden, 225. Koophandel. | Ald. |
Nimrod, in welken zin een geweldiger voor den Heere. | 99 |
Nuys, zeldzaame ontmoeting in het Baggeren-Klooster aldaar. | 525 |
Nymegen, hoe de Stadhouderlyke magt, in de aanstelling der Regeeringsleden, daar éénmaal ingevoerd, stand gehouden hebbe, uit de Geschiedenis ogengelegd. | 78 |
O. | |
Onderwys (Het School-) moet den loop van het Verstand evenaaren. | 344 |
Onsterslykheid. Zie Ziel. | |
Onweetenden. (Charactertrekken van) | 312 |
Oorlog. (Verschil van beschaafde en onbeschaafde Volken, ten opzigte van den) | 597 |
P. | |
Peper. (Verslag wegens de onderscheide soorten van) | 64 |
[deel 1, pagina 641]
Prediker, inhoud en bedoeling van dit Bybelboek. | 147 |
Prediker, IX. 10. De les, daar gegeeven, ontvouwd. | 495 |
Psalmberyming van uitenhové, te Londen en elders in Kerklyk gebruik geweest. | 540 |
Purgeerdag eener Familie, geestig beschreeven. | 575 |
R. | |
Rede, ('t Gebruik der) in den Godsdienst verdeedigd. | 376 |
Rede, (Over de verdorvenheid der) in den Godsdienst. | 459 |
Rede, (Aanmerkingen ter wegneeminge van het denkbeeld dat de) en de Openbaaring met elkander in tweestrydstaan. | 533 |
Regeerings-Reglementen, in ons Land beschouwd, ten aanziene van het Gezag den Stadhouder daar in gegeeven. | 211 |
Regeeringsvorm, (Schets van een gemengde) en hoe dezelve naar de onderscheide standen eener Republiek zou kunnen worden ingerigt. | 503 |
Regenten, behooren door het Volk aangesteld te worden. | 605 |
Rivieren (Loop en benaamingen der) in ons Vaderland. | 28 |
Romanzen, welk soort van Dichtstukjes, 268. Of onze Taal tot het vervaardigen van dezelve geschikt zy, onderzogt. | 270 |
Rosmaale doet groeninx een schandelyk verdrag aangaan, ter bekominge eener Vroedschapsplaats. | 35 |
Ruiter, (M.a. de) Characterschets diens Zeehelds. | 260 |
Rusland, slaafsche staat der Boeren in dat Ryk. | 86 |
Russen, hun Nationaal Character. | 349 |
Rykdom(Waare) van een Land. | 73 |
Rykdom, (Waardy van den) bestaat in 't regt gebruik, 323. In welken zin de Ryken te eeren en te agten zyn. | 325 |
S. | |
Sabiërs, of Johanniter Christenen; ook Galileërs geheeten; berigt van hunne Gevoelens, 173. Maaken eene middelsecte tusschen de Jooden en Christenen uit, 174. Hunne wyze van Godsdienstoefening, ald. Vreemde wyze van prediken, 175. Hunne wyze van 't behandelen der Lyken, ald. Hunne begrippen van een toekomenden Staat. | 176 |
Samar, een der Philippynsche Eilanden, breedvoerig beschreven, 227. Aart der Inwoonderen, 229. Kleeding, 230. Zonderlinge Vischvangst, 231. Godsdienst. | Ald. |
Saul's ontmoeting by de Toveresse van Endor, volgens josephus, met aanmerkingen daar over. | 141 |
Schaakspeeler. (Berigt van het Konstbeeld of van den Houten) | 481 |
Schaapje (Beschryving van de Rups, waaruit de Nachtvlinder, het) geheeten, voorkomt. | 467 |
Schelde, Beschryving van den loop dier Riviere, 471. Van hoe veel aanbelangs voor deeze Gewesten dat dezelve geslooten blyve. | Ald. |
Schoolen, (Latynsche) Grondregels, welke de Leermeesters in het onderwys der Jeugd moeten in agt neemen. | 343 |
Schrift, (H.) hoe zints de Hervorming verkeerd beoefend, |
[deel 1, pagina 642]
en dikwyls een bron van Dwaaling geworden. | 13 |
Schrift, (H.) moet menschelyk geleezen worden. | 411 |
Schrift, (Over de Schrijfvouten in de) | 451 |
Schrift, (Aanmerkingen over het denkbeeld dat de) en de Rede zou stryden, met de oplossing der vermeende zwaarigheden. | 533 |
Sentimenteele, hoe misbruikt, en hoe onverstandig gewraakt. | 445 |
Sicambren, welk een gedeelte van ons Gewest zy oudtyds besloegen. | 30 |
Slingeland, lof van deezen Raadpensionaris. | 557 |
Souterliedekens, meer van byzonder dan van Kerklyk gebruik geweest | 540, 541. |
Spaarzaamheid (Huishoudelyke) aangeweezen. | 137 |
Spanje, door de Schatten van de Nieuwe Wereld slegts voor eene korte poos ryk, 74. In welk een weezenlyke armoede daar na gedompeld. | 75 |
Stadhouderschap. (Voorslagen tot verbetering van het nadeelige in het) | 211 |
Star, (Hoe lang het licht der ons naaste Vaste) werk heeft om tot ons te komen. | 255 |
T. | |
Taxandriers, een oud Volk deezer Gewesten, waar woonagtig. | 31 |
Tekenkunst, derzelver invloed op Kunsten en Weetenschappen. | 331 |
Tenctren, waar zy zich oudtyds in deeze Landen onthielden. | 32 |
Texel. Zie Zeegaten. | |
Tidor, hoe de Hollanders de Portugeezen van daar verdreven hebben. | 179 |
Timotheus (De tweede Brief van paulus aan) niet geduurende diens eerste gevangenis te Rome geschreeven. | 319 |
U. | |
Uitenbogaard, schynstrydigheid wegens diens sterfdag weggenomen. | 542 |
Uitenhove, zyne Psalmberyming is te Londen elders in Kerklyk gebruik geweest, 540. De tyd van diens Mans overlyden opgespoord, ald. Was met zyne Psalmberyming voor dathenus gereed, schoon deeze hem met de uitgaave voorkwam. | 541 |
Uranus, een nieuw ontdekte Planeet. | 18 |
Usipeten, waar oudtyds in deeze landen woonagtig. | 32 |
V. | |
Veldslagen. (Algemeene bedenking over de) | 138 |
Venetie, (Aristocratische Dwinglandy des Gemeenebests van) 298. Waardigheid der Doge, en hoe hy gekoozen wordt, 299. Onderscheide Geregtshoven aldaar. | 300 |
Verbonden. (De orde en aaneenschakeling der Godlyke) | 457 |
Verlamming, (Eene verouderde) door de Electriciteit geneezen. | 379 |
Vermogens, (Hoe de Mensch de) hem geschonken, te besteeden hebbe. | 495 |
Vischvangst, door dezelve dronken te maaken. | 231 |
Volken (Welke) deeze Landen bewoond hebben, opgeteld. | 29 |
Volks-invloed, als noodig aangepreezen. | 603 |
Volksregeering, (Opgave van eene welingerigte) 337. Hoedanige Persoonen daar in het |
[deel 1, pagina 643]
regt van stemmen behooren te hebben, 338. Hoe verre de magt gaat om de Gemagtigden, die slegt regeeren, af te zetten, 340. Of het Volk ook magt hebbe om de zodanigen te straffen. | Ald. |
Vryheid in den Burgerstaat, algemeene bepaaling daar van, 262. Hoe volgens onze Staatsgesteltenisse te bewaaren, 263. Moeilykheid aan dit werk vast. | 264 |
W. | |
Waard, (Zuidhollandsche) over 't getal der Dorpen daar in verdronken, in den Jaare 1421. | 165 |
Wapening der Burgeryen, als een der beste middelen tot de Grondwettige Herstelling aangepreezen. | 605 |
Wetgeevers, wat dezelve hebben in agt te neemen. | 68 |
Willem de III, kant zich tegen lodewyk den XIV aan, 433. Is 'er op uit om de Vereenigde Gewesten van Frankryk af te trekken, en aan Engeland te verbinden, 437. Zyn Character. | 512 |
Witt, (Joan de) diens Character. | 257 |
Witt, (Cornelis de) 's Mans Character. | 259 |
Wynland, uit welken hoofde deeze naam aan een gedeelte van Noord-America gegeeven. | 224 |
Z. | |
Zeegaten, (Texelsche) over den oorsprong, de verandering, en den invloed derzelven op de Zuiderzee en het Ye. | 420. |
Zeeregten, (Wisbuysche) aanmerking over die benaaming, en welke zy eigenlyk zyn. | 47, |
Zeewetten, derzelver oorsprong, welke de oudste. | 477 |
Zeewetten, (Rhodische) langs welk eenen weg onzen Voorzaaten bekend geworden, 478. Verdere veranderingen daar in gemaakt. | 479 |
Zeewormen, niet eerst in den Jaare 1732 op onze Kusten geweest. | 430 |
Zenuwziekten, hoe voor te komen en te geneezen. | 208 |
Zenuwziekten, kenmerken, 586. Oorzaaken van derzelver vermenigvuldiging in ons Vaderland, 587. Behoed- en Geneesmiddelen. | Ald. |
Ziel. (Gevoelens der Wysgeeren, van thales af tot op seneca toe, wegens de Onsterflykheid der) | 278 |
Ziel. (Onsterflykheid der) van hoe veel aanbelangs de Leer daar van zy voor de Burgerlyke Maatschappy. | 499 |
Zilver, van alle Metaalen de beste Geleider der Hitte. | 551 |
Zon (Het Licht der) komt tot ons door de schudding van de Ether, even als het geluid der klok door de drilling der Lugt, 252. In acht minuten tyds komt haar licht tot ons. | 255 |
Zutphen, beschryving van het voorgevallene aldaar, in den Watervloed des Jaars 1784. | 440 |
[deel 2, pagina I]
MENGELWERK.
[deel 2, pagina III]
ALGEMEENE
VADERLANDSCHE
LETTER-OEFENINGEN,
WAAR IN DE
BOEKEN en SCHRIFTEN,
DIE DAGELYKS IN ONS VADERLAND EN ELDERS UITKOMEN, OORDEELKUNDIG TEVENS EN VRYMOEDIG VERHANDELD WORDEN.
BENEVENS
MENGELWERK,
tot Fraaije Letteren, Konsten en Weetenschappen betrekkelyk.
Zevende Deels, Tweede Stuk. Met Plaaten.
Te AMSTERDAM, By A. van der KROE,
en
By J. YNTEMA.
MDCCLXXXV.
[deel 2, pagina V]
INHOUD
VAN HET
MENGELWERK,
Tot Fraaije Letteren, Konsten en Weetenschappen betrekkelyk, in het Zevende Deels, Tweede Stuk.
Regels tot het opstellen van Leerredenen in agt te neemen. Door Hugh Blair. | bl 1. |
Brief van den Heer Westrumb, in Hameln, aan den Heer bergrath crell, over eene byzondere eigenschap van het Salpeterzuur. | 9 |
Natuurlyke Historie der Reigeren. Volgens den Heer de buffon. | 10 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke, en gore, na den Stillen Oceaan, in de Jaaren MDCCLXXVI, MDCCLXXVII, MDCCLXXVIII, MDCCLXXIX, en MDCCLXXX, met de Schepen de Resolution en de Discovery, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 651 des voorigen Deels van ons mengelwerk.) | 19 |
Vergelyking der Ouden en Hedendaagschen, met betrekking tot de Kunsten en Weetenschappen. | 28 |
Over het kwaad van de menigte der Boeken, en der groote Boekverzamelingen. Door horace walpole. | 37 |
Tydelyk Geluk hangt, voor een groot gedeelte, af van onze Zielsgesteltenisse. Twee deeze Stelling ophelderen de Characters. | 42 |
Zedelyke Bedenkingen. | 43 |
Anecdote van den Koning van Zweeden. | 44 |
De Dwaasheid, Schande en Elende van Zondig Vermaak, voorgesteld in eene Leerreden, over Spreuken VII. 7. Door james fordyce, D.D. | 45 |
Waarneeming, wegens eene langduurige en aanhoudende Hoofdpyn, door Maaden, (Ascarides) in de eerste wegen veroorzaakt. Door * * * M.D. | 54 |
[deel 2, pagina VI]
Natuurlyke Historie van den Roerdomp of Butor. Volgers den Heer de buffon. | 55 |
Proeve, om, in ons Vaderland, opregte Carolina- of West-indische Ryst voort te kweeken, en tot haare volkomenheid te brengen. | 60 |
Manier van Aankweeking van den Virginischen Tulpenboom. Uit boutcher's Verhandeling over de Boomen des Wouds. | 61 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 28.) | 65 |
Vergelyking der Ouden en Hedendaagschen, met betrekking tot de Kunsten en Weetenschappen. (Verv. van bl. 37.) | 78 |
Gedagten over de Geheimhouding. | 88 |
Voorloopend Bericht, van den Heer g.j. van wy, wegens eene Geneezingsbeproeving van den Kanker. | 91 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in January, 1785. | 92 |
De Dwaasheid, Schande en Elende van Zondig Vermaak, voorgesteld in eene Leerreden, over Spreuken VII. 7. Door james fordyce, D.D. (Vervolg van bl. 54.) | 93 |
Waarneeming, wegens eene Buikwaterzugt, door Calomel met Tartarus Emeticus geneezen. Door * * * M.D. | 107 |
Natuurlyke Historie van den Kwak. Volgens den Heer de buffon. | 108 |
Aanspraak, by de oprigting eener Maatschappye, tot het onderzoeken van de Geschiedenis, de Natuurlyke Historie, de Oudheden, de Kunsten, de Weetenschappen, en Letterkunde van Asia, gedaan te Calcutta, op den 15 January, MDCCLXXXIV, door den Voorzitter Sir william jones. | 110 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, cleree en gore, na de Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 77) | 116 |
Middelen om het kwaad van de menigte der Boeken, en van groote Boekeryen te voorkomen, of te beletten. Door horace walpole, Esq. | 122 |
Het Volksvooroordeel vernietigd. Eene Geschiedkundige en waare Gebeurtenis. | 129 |
Zedelyke Bedenkingen. | 136 |
Byzonderheden van den Persiaanschen Dichter anvari. | 139 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in February. | 140 |
Onderzoek, of de Vroomen, in het Toekomend Leeven, malkander zullen kennen. | 141 |
Waarneeming, wegens de goede uitwerking van de Radix |
[deel 2, pagina VII]
Valeriana met Opium, in hevige aanvallen van Kramptrekkingen, door Schrik veroorzaakt. Door *** M.D. | 148 |
Natuurlyke Historie van den Lepelaar. Volgens den Heer de buffon. | 150 |
Brief van den Heer hettlinger, aan den Abbé mongez, over het vermaak uit het beoefenen der Infecten te scheppen. | 156 |
Kort verslag van alle de Reizen met Lugtbollen gedaan; en byzonder Berigt van den Overtocht daar mede, van Doever na Calais. | 160 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 122.) | 168 |
't Gelukkig Wantrouwen. Eene Vertelling uit het Fransch van den Heer de la dixmerie. | 175 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in Maart. | 184 |
Proeve over het Geweeten. | 185 |
Brief, over de Vereeniging der Gereformeerden en Lutherschen, by gelegenheid van zeker voorval, te Ellrich. | 188 |
Waarneeming, wegens een hevig Krampkoliek, door eene sterke Gifte van het Opium geneezen. Door * * * M.D. | 192 |
Aanmerkingen over de Planeet Mercurius, byzonder dienende om aan te wyzen, in welk een gedeelte van den Loopkring dier Dwaalstarre dezelve zigtbaar helderst is. | 194 |
Natuurlyke Historie van de Sneppen, en byzonder van de Houtsnep. Volgens den Heer de buffon. | 197 |
Verslag van het Leeven en de Werken van willem jacob 's gravesande, Hoogleeraar in de Wiskunde, Starrekunde en Wysbegeerte, te Leyden. | 203 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 175.) | 208 |
Verhaal van den Boot van Czaar peter den I, die de oorsprong was der Russische Zeemagt. | 220 |
Aanmerkingen over de aanleidende Oorzaaken van de Algemeenheid der Fransche Taale. Door den Graaf de rivarol. | 225 |
De gelukkige Bedaardheid. Eene waare Geschiedenis. | 227 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in April. | 228 |
Over de Verdraagzaamheid in den Godsdienst en de Staatkunde. | 229 |
Eenvoudig Toestel, om, in Scheikunstige Distillatien, |
[deel 2, pagina VIII]
alle de Voortbrengzels der Lichaamen te verzamelen, in eenen Brief van den Heer willem van barneveld, aan den Hoogl. floris jacobus voltelen. | 236 |
Natuurlyke Historie der Snepjes. Volgens den Heer de buffon. | 240 |
Verslag van het Leeven en de Werken van willem jacob 's gravesande. (Vervolg en Slot van bl. 208.) | 245 |
Vrye Gedagten over de Aangelegenheid der Omwentelinge, veroorzaakt door de Onafhanglykheid van Noord-America. Door r. price. | 250 |
Schets van de Regeeringswyze en het Character der Turken. Door den Baron de tott. | 254 |
Kort Berigt, wegens omai, een Inwoonder van Otaheite, door Capitein cook in zyn Vaderland weder overgevoerd. | 260 |
De Gastvryheid ten hoogsten trap gebragt, door den Heer mathew, in Ierland. | 262 |
Gezigt der Alpen, uit het Tableau de Paris, van den Heere mercier. | 267 |
De beschaamde gebooren Edelman. | 271 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in May. | 272 |
Aanwyzing van de voornaamste Bronnen, welke ons de Godsdienst opent, om de waare vergenoeging te verkrygen, en den hoogsten trap van Geluk te beklimmen. | 273 |
Korte aanmerkingen nopens de Leer der beste Wereld. | 280 |
Aanmerking op de beschouwing, over het Liquor Anodynus Hofmanni, en de Oleum Vini, van den Heer p.j. kasteleyn, door den Heer a. lauwerenburgh. | 282 |
Natuurlyke Historie der Poelsneppen en Ruiters. Volgens den Heer de buffon. | 287 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 220.) | 292 |
Opgave van de Russische Zeemagt, en bedenkingen over de bezwaarlykheden, dat de Keizerin van Rusland eene groote Zeemogendheid worde. Door william coxe. | 303 |
Schets van de Regeeringswyze en het Character der Turken. Door den Baron de tott. (Vervolg en Slot van bl. 260.) | 308 |
Aandoenlyk Voorval, tusschen een ouden Indiaanschen Oorlogsheld en een jongen Britschen Officier. | 315 |
Redenvoering, over de Natuur der Gezonde Leere, tit. II. 1. Door alexander gerard. | 317 |
[deel 2, pagina IX]
Waarneeming, wegens de heilzaame uitwerking der Cicuta, in hardnekkige Rheumatike Pynen. Door *** M.D. | 330 |
Natuurlyke Historie der Kemphaanen. Volgens den Heer de buffon. | 331 |
Waarneemingen, gedaan op de Mantis, eene soort van Springhaan. Door de Abbé poiret. | 334 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 303.) | 337 |
Comala, Tooneeldicht van ossian. Een Celtische Bard van de Derde Eeuw. | 350 |
Bedenkingen over den Oorsprong en de beduidenisvolle Hoedanigheden van den Hoed der Vryheid. | 356 |
De Patriot. Dichtstukje. | 357 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in Juny. | 360 |
Redenvoering over de Natuur der Gezonde Leere, tit. II. 1. Door alexander gerard. (Vervolg en Slot van bl. 330.) | 361 |
Bedenkingen op het eenvoudig toestel van den Heer w. van barneveld om in Scheikunstige Distillatien, alle de voortbrengzels der Lichaamen te verzamelen, enz. Door t.p. schonck. | 371 |
Bereidingen van den Spiritus Mindereri. | 377 |
Verhandeling over de Gevoeligheid der Insecten. Door den Abbé poiret. | 378 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 350.) | 389 |
De regte denkbeelden van Waarheid en Getrouwheid opgespoord, in eene Socratische Zamenspraak, tusschen philocles en sophron. Door Dr. percival. | 394 |
De Gierigheid gestraft. Eene Oostersche Zamenspraak; tusschen den Dervis abdallach, en hassan, een jong Turksch Bedelaar. | 404 |
Vertoog over het bestudeeren der Godgeleerdheid. | 409 |
Berigt van eene kwaadaartige verzweering op de Neus; door een Smeerzel met Wit Rattekruid, (Arsenicum Album.) geneezen. Door johannes bolsius. | 413 |
Natuurlyke Historie van den Ibis. Volgens den Heer de buffon. | 415 |
Verhaal van het beklimmen van Mont-Blanc, de grootst bekende hoogte in Europa. Volgens bourrit. | 426 |
Aanmerkingen over het aanleggen van Engelsche Tuinen. Door den Heer mustel. | 432 |
[deel 2, pagina X]
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 394.) | 443 |
Byzonderheden van twee Blinden. | 451 |
Berigt, wegens eene Engelsche Dichteresse, ann yearsley, Melkverkoopster te Bristol, in eenen Brieve van Mejuffrouw hannah more, aan Mevrouwe montagu. | 455 |
Verslag eener zeer zeldzaame verhuizing eens Schotschen Edelmans, na Nieuw-Zeeland. | 460 |
Op de Afbeelding van Dorinde. Dichtstukje. | 461 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in July. | 462 |
Aanmerkingen over de Godlykheid van de Leer der Apostelen. | 463 |
Over het nut van den Tartarus Emeticus, in aanhoudende Koortzen, (Febres Continuae.) Door *** M.D. | 468 |
Natuurlyke Historie der Wulpen. Volgens den Heer de buffon. | 469 |
Zeldzaam voorbeeld van het geheugen eens Olyphants. | 475 |
Leevensbyzonderheden en Werken van den Hoogleeraar pieter simon pallas. Door william coxe. | 476 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capitems cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 451.) | 484 |
Zes Brieven, behelzende het verslag eener Reize na het Eiland Man, tusschen Engeland, Schotland, en Ierland gelegen, gedaan in den Jaare MDCCLXXXIV. | 491 |
De Vriendschap en Edelmoedigheid, of de Geschiedenis van sayd, een Algeryn, en compian, een Koopman van Marseilles. Eene Zedeleerende Gebeurtenis. | 493 |
Aanmerkingen over het onderscheid tusschen Smaak en Vernuft. Door den Heer h. blair. | 501 |
Het Zelfsbedwang. Eene Oostersche Vertelling. | 503 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in Augustus. | 504 |
Aanmerkingen van de Godlykheid van de Leere der Apostelen. (Vervolg en Slot van bl. 468.) | 505 |
Brief, over den eenvoudigen Toestel tot Scheikunstige Bewerkingen, aan den Heere t.p. schonck. Door w. van barneveld. | 518 |
Natuurlyke Historie van de Kievit. Volgens den Heer de buffon. | 524 |
Hollandsche Turfassche, dienstig bevonden tot bemesting der Wyngaarden. | 530 |
Verslag van de heerlyke en schoone vertooningen die het Noorderlicht op de hooge Noordlyke Breedten maakt. | 531 |
[deel 2, pagina XI]
Berigt van het Leeven en de Schriften des Hoogleeraars leonard euler. Door nicolaas fuss. | 533 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 490.) | 539 |
Hedendaagsch Zedetafereel; de Dwaasheid, om 't weezenlyk genot des Leevens op te offeren aan eenen valschen Smaak voor Grootheid en Pragt, ten toon stellende. | 545 |
Zedelyke Bedenkingen. | 551 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in September. | 554 |
De onderscheidene diensten en gebruikmaakingen van Rede en Openbaaring, aangeweezen in eene Redenvoering van den Eerw. j. foster, over salomon's Spreuk: Hoofdst. XX. 27. | 555 |
Waarneeming, wegens een Lindworm, naa het gebruik van onrype Mispelen, geheel afgedreeven. Door h. grau, M.D. | 561 |
Voorslag, om de Rytuigen, door hunne Wryving te verminderen, veel ligter te doen gaan. | 568 |
Nieuwe Waarneemingen, gedaan op de Ichneumon, of Rat van Pharao. Door den Heer sonnini de manoncour. | 570 |
De Bespiegelende Wysgeer, by het dorren en afvallen der Bladeren, in den Herfst. | 575 |
Bedenkingen over een twyfel, wegens de eerste ontdekking van Amerika, door christophorus columbus. Door den Heer mallet du pan. | 582 |
Bedenkingen over de Bankrotten. | 590 |
Zedelyke Bedenkingen. | 598 |
Recept om iets Sentimenteels toe te maaken. | 601 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in October. | 602 |
De onderscheidene diensten en gebruikmaakingen van Rede en Openbaaring, aangeweezen in eene Redenvoering van den Eerw. j. foster, over salomon's Spreuk. Hoofdst. XX. 27. (Vervolg en Slot van bl. 561.) | 603 |
Gedagten op Kersdag. | 610 |
Voordragt van de schadelyke uitwerkzelen van digtgeslooten heete Kamers, en het laat by nagt opzitten. Door Dr. a. fothergill. | 614 |
Natuurlyke Historie der Plevieren in 't algemeen. Volgens den Heer de buffon. | 617 |
Brief aan de Heeren Schryveren der Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen, wegens den berugten Houten Schaakspeelder van den Heer c.g. van windisch. | 623 |
[deel 2, pagina XII]
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 590.) | 626 |
Zes Brieven, behelzende het verslag eener Reize na het Eiland Man, tusschen Engeland, Schotland en Ierland gelegen, gedaan in den Jaare MDCCLXXXIV. (Vervolg en Slot van bl. 493.) | 635 |
Tsouy, of de Wysgeer. Eene Chineesche Geschiedenis. | 639 |
Zedelyke Bedenkingen. | 649 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in November. | 650 |
Berigt van de Koortzen, met uitstorting van Melk in den buik der Kraamvrouwen, welke in het Hotél de Dieu, te Parys, geheerscht hebben; met eenige Aanmerkingen daar over. Door jacob van der haar. | 651 |
Uittrekzel van eene Reize, door de Capiteins cook, clerke en gore, na den Stillen Oceaan, om ontdekkingen in het Noorder Halfrond te doen. (Vervolg van bl. 635.) | 662 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in December. | 676 |
[deel 2, pagina 677]
BLADWYZER
DER
VOORNAAMSTE BYZONDERHEDEN,
In het Tweede Stuk des Zevenden Deels.
A. | |
Aardrykskunde der Ouden, met die der Hedendaagsche vergeleeken. | 35 |
Alashka, (Het Eiland) van den Heer staehlin, bestaat niet. 633. Deeze naam wordt door de Russen, en de Inwoonders beiden aan de Vaste Kust van America, in 't algemeen gegeeven. | Ald. |
Alpen. (Overdenkingen op 't gezigt der) | 267 |
America (Welk een heil de Onafhanglykheid van) reeds schenkt. 251. Welk heil daar uit in 't Burgerlyke en Godsdienstige staat te wagten. | 253 |
America (Het Vaste Land van) strekt zich veel verder uit dan de beste hedendaagsche Kaarten verbeelden. | 405 |
America (Bedenkingen over een twyffel, wegens de eerste Ontdekking van) door columbus. 582. Zie verder columbus. | |
Apostelen. (Aanmerkingen over de Godlykheid van de Leer der) 463. Hunne Zending. ald. Uitwerking hunner Prediking. 465. Waarom geen luisterryker Mannen, ald. Door eene buitengewoone Godlyke kragt tot het werk hunner Bedieninge in staat gesteld, 505. Aart der Leere door hun verkondigd, 508. Predikwyze, 510. Moed en onverzaagdheid, 513. Zomtyds aan zwakheden schuldig als Menschen. | 516 |
Arsenicum Album, geneest eene kwaadaartige verzweering op den Neus. | 413 |
Ascarides, in de eerste wegen, veroorzaaken een langduurige en aanhoudende Hoofdpyn. | 54 |
Asia. (Aanspraak, by de oprigting eener Maatschappy, tot het onderzoeken van de Geschiedenis, de Natuurlyke Historie, de Oudheden, de Kunsten, de Weetenschappen en Letterkunde van) | 110 |
Atooi, Capt. cook's aankomst op dit Eiland, 119. Men hadt 'er nooit Europeaanen gezien, ald. Zyne ontmoetingen aldaar, 120. Morai, of Begraafplaats aldaar, 168. Menschenoffers daar gemeen, 171, 174. Handel daar gedreeven, 172. Veelvuldige roode Vogeltjes op dit Eiland, en hoe ze gedood bewaard worden, 173. Beschryving van de gestalte der Atooiers, 211. Van hunne geaartheid, 212. Zonderlinge opschik, 214. Gedaante hunner Wooningen, 215. Voedzel, 216. |
[deel 2, pagina 678]
Vermaaken, 216. Kunstenaars, 217. In den Landbouw niet onbedreeven, 218. Welgelegenheid van dit Eiland, ten dienste der Scheepvaard. | 219 |
Avondmaal, of het door een Luthersch Predikant, op de wyze der Gereformeerden, aan de Gereformeerden kunne en moge toegediend worden, | 189, enz. |
B. | |
Bankrotten, derzelver algemeenheid, 590, De menschen vervallen 'er toe door gebrek aan vooruitzigt en hoogmoed, 591. Door Gouddorst en Zorgloosheid, ald. Door te groote Verteering, 593. Door 't verleenen van te veel Credit, 594. Middelen ter voorkoming, 596, Ordonnantie te Darmstad tegen dezelve uitgegeeven. | 597 |
Bedaardheid. (De Gelukkige) | 227 |
Bedenkingen. (Zedelyke) | 43, 136, 551, 599, 649 |
Beeldhouwkunde der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 83 |
Beerrups, leevenswyze van dezelve. | 158 |
Bladeren, hoedanig door de Plantkundigen beschreeven, 577. Onderscheide diensten van de tweeërlei oppervlakten, 578. Einden waar toe zy geschikt zyn, 579. Noodzaaklyk voor de Planten, | 580 |
Blanchard, zyn overtocht van Doever na Calais in een Lugtbol, beschreeven, | 163 |
Blinde (Een) vervaardigt zich een in hout gesneede Bibliotheek, 452. Een ander wordt in de Plantkunde, en andere stukken, door eigen oefening, zeer bedreeven. | 453 |
Boeken, 't als een geluk aangemerkt dat wy die van de Alexandrynsche Boekery missen, 37. Wy zyn overlaaden met oude en nieuwe Boeken, 39. Voorbeelden van zeldzaame Plans om Boeken te maaken. | Ald. |
Boeken, (Middelen om het kwaad van de menigte van), en van groote Boekeryen te voorkomen of te beletten. | 122 |
Boot (De) van Czaar peter de I, die hem eerst aanleiding tot de Zeevaard gaf, met een Feest vereerd. | 220-224 |
Bouwkunde der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 83 |
Butor. Zie Roerdomp. | |
C. | |
Cabot, (Sebastiaan) hoe zeer bedreeven in de Zeevaard, | 586 |
Cicuta, dienstig bevonden in hardnekkige Rheumatieke Pynen. | 330 |
Columbus (Bedenkingen wegens een twyfel, of) de eerste ontdekking van America gedaan hebbe, 582. Hy heeft 'er eene aanleiding toe gekreegen, door zyne verkeering met een Andalusisch Zeeman, ald. Waar hy zyne Zeekundige begrippen ontleend hebbe, 585. Hoe hy zich bevlytigde. | 589 |
Comala. Een Tooneeldicht van ossian; een Celtische Bard van de derde Eeuw. | 350 |
Comediën (Ruwheid der) by de Turken. | 309 |
Constantinopolen, hoe wel gelegen, een ellendige Stad, 257. Hoe vercierd en verlicht by |
[deel 2, pagina 679]
de geboorte van een Kind des Grooten Heers, 308. Onbetaamelyke Klugten als dan gespeeld. | 309 |
Cook's Reize beschreeven, 485. Verslag van de Inwoonderen der omliggende Eilanden. | Ald. |
D. | |
Dichtkunst der Ouden met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 78 |
Dieren (Aanmerkingen over den Afgodischen Eerdienst aan) toegebragt. | 415 |
Dorinde. (Op de Afbeelding van) Dichtstukje. | 461 |
E. | |
Edelman. (De beschaamd gebooren) | 271 |
Edelmoedigheid. (Vriendschap en) Een Zedeleerende Geschiedenis. | 492 |
Eenheid, een hoofdvereischte in een Leerreden. | 1 |
Ellrich, het Avondmaal aldaar door een Luthersch Predikant aan de Gereformeerden, op de wyze der Gereformeerden, bediend. | 189 |
Evangelie-Leer, in welken zin Gezond geheeten, 318. Zie verder Leer (Gezonde) | |
Euler, (Leonard) zyne Afkomst en vroege Studiën, 534. Eerst uitgegevene Schriften, ald. Verdere Schriften, 535. Tot Hoogleeraar te Berlyn beroepen, 536. De Zeevaard en de Scheepsbouwkunde veel aan hem verpligt, ald. Vertrek na Petersburg als Hoogleeraar, 537. Werken door hem uitgegeeven, 538. Zyne Naakomelingschap. | Ald. |
G. | |
Gastvryheid, door den Heer mathew in Ierland tot den hoogsten trap gebragt. | 262 |
Geheimhouding. (Gedagten over) Voordeelen daar van, 88. Wat dezelve belaagt, 89. Wanneer zy te verre gaat. | 90 |
Geleerdheid, welke tot het bestudeeren der Godgeleerdheid te passe komt. | 410 |
Geloof, (Gezond) wat de spreekwyze in de Schriftuur betekent, 318. Zie verder Leer (Gezonde) | |
Geloof, (Gezond) en Rede te doen stryden ondermynt den Godsdienst, | 649 |
Geloofsbelydenissen onder de Protestanten, hoe ingevoerd. | 366 |
Geluk (Tydlyk) hangt, voor een groot gedeelte, van onze Zielsgesteltenisse af; dit door Characters opgehelderd. | 42 |
Geluk (Bronnen van) die de Godsdienst opent. | 273 |
Gemak, (Dwaas) aan Pragt opgeofferd. | 545 |
Geneeskunde der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 31 |
Gereformeerden en Lutherschen, bedenkingen over derzelver vereeniging. | 188 |
Geschiedenis, (Kerklyke) hoe noodig voor een Godgeleerden. | 413 |
Geschilstukken, hoe ter Christen-Kerke ingevoerd, en langs hoe beuzelagtiger en heviger geworden, 363. Kerkvergaderingen zamengeroepen om ze te bepaalen en af te doen, gevolgen daar van. | 364 |
Getrouwheid (De regte denkbeelden van) opgespoord. | 394 |
Gevoeligheid der Insecten, Verhandeling daar over. | 378 |
Gevoeligheid der Planten. | 385 |
Geweeten, (Proeve over het) 185. Geen Wetgeever, maar |
[deel 2, pagina 680]
een Regter, 185. Uit welke oorzaaken het by zommigen dat gezag niet recht oefent. | 186 |
Gierigheid (De) gestraft. | 406 |
Godgeleerdheid der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 31 |
Godgeleerdheid (Vertoog over 't bestudeeren der) | 409 |
Godsdienst opent de beste bronnen van geluk. | 273, enz. |
Godsdienst (Natuurlyke) derzelver kennisse moet die van den Geopenbaarden voorgaan. | 409 |
's Gravesande, (Willem jacob) zyne Afkomst en jeugdige oefeningen, 203. Trekt na Londen als Secretaris van Ambassade, 204. Zet zich in den Haag neder, ald. Wordt te Leyden tot Hoogleeraar in de Wis- en Starrekunde beroepen; hoe hy zich daar in bevlytigt, 205. Doet eene reis na Hessencassel, ald. Geeft verscheide Werken uit, 207. Of hy de hand gehad hebbe aan een Werkje van voltaire, ald. 't Voorgevallene tusschen hem en dien Dichter, 208. Verliest kort op een twee tot jaaren gekomen Zoonen, 245. Zyn gedrag in dit geval, 246. Zyn dood: als een Christen gestorven, 247. Zyn Character, ald. Diensten door zyne kundigheden den Vaderlande beweezen, 248. Buitenlandsche bevorderingen hem te vergeefsch aangeboden. | 249 |
H. | |
Harem. (Weinige Turken hebben een) 256. Deeze op verre na niet altoos eene plaats van Wellust. | Ald. |
Hedendaagschen, zyn in veele Kunsten en Weetenschappen de Ouden vooruit, 30. Hoe veel deezen egter aan hun verschuldigd zyn, 36. In andere hun gelyk of minder. | 78 |
Herfst. (Bespiegeling van den) 279. Gesteldheid van het Groeijend Ryk in denzelven. | 576 |
Hervormers, hoe genooddwangd tot het opgeeven van Geloofsbelydenissen, en de gevolgen daar van. | 366 |
Hinchingcooke Kaap, gedrag der Inwoonderen daar woonende by Capt. cook's komst, 389. Hun stout bestaan om een der Schepen af te loopen. | 392 |
Historie (Natuurlyke) der Ouden vergeleeken met die der Hedendaagschen. | 35 |
Hoed der Vryheid, (Oorsprong van den) en beduidenisvolle hoedanigheden van denzelven. | 356 |
Honden, zo gevierd niet by de Turken als veelen willen. | 312 |
Hoofdpyn, (Langduurige en aanhoudende) door Maaden, (Ascarides) in de eerste wegen veroorzaakt, | 54 |
Houtsnep. Zie Sneppen. | |
Huaheine, Capt. cook's aankomst op dit Eiland, 65. Hoe ontvangen, welke Offerhanden ter dier gelegenheid gedaan, 66. Plan om omai daar neder te zetten, 67. Hoe dit bewerkstelligd wordt, 68. Zie verder omai. | |
I. | |
Ibis, Afgodisch Eerbewys in Egypte aan deezen Vogel toegebragt, 416. Over den kryg deezer Vogelen tegen de Slangen, ald. Opheldering van eene plaats by josephus, de Ibis betreffende, 417. |
[deel 2, pagina 681]
Van het balzemen deezer Vogelen by de Egyptenaaren, 418. Eene verkeerde vertaaling van eene plaats uit herodotus, heeft een Ibis met menschenvoeten doen gebooren worden, ald. Zwarte en Witte, waar ze menig vuldig gevonden worden, 419. Een zinnebeeld van Egypte, 420. Verscheide Fabeltjes wegens deezen Vogel, ald. Grond des Bygeloofs der Egyptenaaren omtrent de Ibis, 421. Eene plaats van cicero verkeerd verstaan, wegens de onbederflykheid deezes Vogels uitgelegd, ald. Voedzel, 422. Voortteeling, ald. De uitvinding van het klisteeren aan de Ibis toegeschreeven, 423. Grootte, ald. Vergeleeken met den Oijevaar, 424. Gestalte van de Witte Ibis, ald. Beschryving van de Zwarte. | 425 |
Ichneumon of Rat van Pharao, een voorwerp des Bygeloofs, 570. In Egypte geen Huisdieren, ald. Leefwyze, 571. Het dooden der Krokodillen, een Vertelzeltje, ald. Waar zy meest gevonden worden, 572. 't Geen de Nylschildpaden doen, op rekening van deeze Dieren gezet, 573. Zy zyn verdelgers van de Nylschildpaden, 574. Over de onderscheide Naamen aan de Ichneumon gegeeven. | Ald. |
Insecten (Over het vermaak, 't geen uit de beoefening der) voortkomt. | 156 |
Insecten (Gevoeligheid der) verhandeling daar over, 278. Zyn niet geschikt voor eene groote maate van Gevoeligheid, 379. Uit hun werktuiglyk gestel opgehelderd, 383. Niet ongevoelig voor smert of vermaak, 387. Bezitten reuk en smaak. | 388 |
Insecten Wat men door dezelve te verstaan hebbe. | 286 |
Italiaanen, hun Koophandel, Zeevaardkunde en Reistochten, in de veertiende en vyftiende Eeuwe, 585. Verslag van een Kaart, hier van ten bewyze strekkende, 586. Van eene tweede, ten dien zelfden einde dienende. | 587 |
K. | |
Kaart (Verslag van de) van Broeder maure, te Venetien. | 586 |
Kamers, (Digtgeslooten) hoe nadeelig voor de Gezondheid, | 614 |
Kanker, Voorloopig Berigt van j.v. wy, over de Kankerbehandeling en Geneeswyze. | 91 |
Kemphaan, Naamen deezer Vogels, 331. Strydhaftigheid, waar ze voorkomen, ald. Onzeker, waar zy den Winter overbrengen, 332. Gestalte en berigt van hun Halskraag, groote verscheidenheid onder de Mannetjes, ald. Hunne wyze van vegten, 333. Van de Chineesche Kemphaanen. | Ald. |
Kerkvergaderingen, zamengeroepen om de geschillen, in de Kerk gereezen, af te doen, gevolgen daar van. | 364 |
Kersdag. (Gedagten op) | 610 |
Kievit, Naamen deezes Vogels, 524. Vlugheid in 't vliegen, ald. Hun afkomst en vertrek, 525. Nesten, ald. Voortteeling en Opvoeding der Jongen, 526. Voedzel, 527. Pluimadie, 528. Kunnen gemaklyk in een gevangen staat gehouden worden, 529. |
[deel 2, pagina 682]
Vermelding van verscheide soorten. | 529 |
King Georges Sound. Zie Nootka. | |
Kloosters, aan dezelve heeft men eenigzins het bewaaren der Geleerdheid te danken. | 29 |
Koortzen, (Aanhoudende) nut van den Tartarus Emeticus in dezelven. | 468 |
Koortzen, met Uitstorting van melk in den buik der Kraamvrouwen, 651. Aanmerkingen daar over, door j. van der haar. | 660 |
Krampkotiek, (Een hevig) door een sterke gifte van Opium geneezen. | 192 |
Kramptrekkingen, door Schrik veroorzaakt, door de Radix Valeriana met Opium geneezen. | 148 |
Krokodillen, dat de Ichneumons dezelve dooden; een vertelzeltje. | 571 |
Krokodillen, (Misslag van shaw omtrent de) in Egypte aangeweezen. | 572 |
Krokodillen, (Veele jonge) worden door de Nylschildpad vernield. | 573 |
Kwak, Naamen deezes Vogels, 108. Pluimadie, 109. Een Trekvogel, ald Voedzel. | 110 |
L. | |
Landbouw, (Vergelyking van den) der Ouden met die der Hedendaagschen. | 84 |
Laurens, (St.) 't Volk aan deeze Baai beschreeven, 540. Winter-en Zomerwooningen, 542. Vaartuigen, 543. Geen gedeelte van het Eiland Alashka; veel waarschynlyker van het Land der Tschutski, 543, 631. Gesteldheid van deeze Baai. | 632 |
Leer (Gezonde) in welk een verkeerden zin dit woord veelal gebruikt, 311. Meening der uitdrukking in de Schriftuur. 318. Wat 'er al in die spreekwyze ligt opgeslooten, breeder naagegaan, 361. Het betekent de zuivere Leer van het Euangelie, ald. Byzonder zo als dezelve onderscheiden is van alle Menschlyke Byvoegzelen, 362. Duidt eene Leer aan die ter Deugdbetragting opleidt. | 357 |
Leerredenen. (Regels tot het opstellen van) 1. Eenheid moet 'er in heerschen, ald. Zy moeten een bepaald onderwerp betreffen, 2. Van 't zelve moet niet alles gezegd worden, 3. Men moet het uit het treffendst oogpunt beschouwen, ald. Belangryk voor den Toehoorder maaken, 4. Geen byzondere heerschende Mode van de Predikwyze volgen, 6. Welk een Styl in Leerredenen voegt, ald. Welk een gebruik men van andere Leerredenen te maaken hebbe. | 7 |
Leerstuk, (Geen begrip kan een) van den Christlyken Godsdienst weezen, als het niet rechtstreeks op de Deugdsbetragting uitloopt. | 368 |
Leeuwmier leeft lang zonder, en ook met, zeer weinig voedzel. | 386 |
Lepelaar, Naamen van deezen Vogel, 150. Zeldzaam maakzel van zyn Bek, ald. Gestalte, 151. Woonplaats en Leevenswyze. | 152 |
Lepelaar, (Americaansche) beschreeven. | 153 |
Lepelaar, (Roodverwige) beschreeven. | 154 |
Leugen en Onwaarheid, waar in onderscheiden. | 394 |
[deel 2, pagina 683]
Lindworm, naa het gebruik van onrype mispelen geheel afgedreeven. | 561 |
Liquor Anodynus Mineralis Hofmanni, (Aanmerkingen op het) van den Heer p.j. kasteleyn. | 282 |
Lugt, hoe schadelyk in digtgeslooten Kamers. | 614 |
Lugtbollen (Kort verslag van de Reizen met) gedaan, 160. Byzonder verslag van den Overtocht daar mede van Doever na Calais. | 163 |
Lugtsgesteldheid te Amsterdam, in January, 92. In February, 140. In Maart, 184. In April, 228. In May, 272. In Juny, 359. In July, 461 In Augustus, 504. In Sept. 554. In Oct. 602. In Nov. 650. In Decemb. | 676 |
Lutherschen en Gereformeerden, gedagten over derzelver vereeniging. | 188 |
M. | |
Madoc, wat men van diens ontdekking des Lands van America te houden hebbe. | 584 |
Man, (Verslag eener Reize na het Eiland) 491. Slegte staat der Hoofdstad, 492. Goedkoopheid, 493. Verdere beschryving. | 635 |
Mantis, eene soort van Springhaan, gestalte, waarom Prie-Dieu geheeten, 335. Heeft, onderhet inneemendst uitwendig voorkomen, den scheurzieksten aart, ald. Byzondere waarneemingen daar omtrent. | 336 |
Mathew, een Heer in Ierland brengt de Gastvryheid tot den hoogsten trap. | 262 |
Maure, verslag van een Kaart, door hem opgesteld, en het daaromtrent voorgevallene. | 586, 587. |
Menschkunde, die der Ouden met de Hedendaagschen vergeleeken. | 30 |
Mercurius, Verslag van de Waarneemingen omtrent die Planeet gedaan, 194. In welk gedeelte van zyn Loopweg dezelve onzigtbaar is, in welk hy zich helderst vertoont, en wanneer hy zyn licht begint te verliezen, of te verkrygen. | 195 |
Mispelen. (Onrype) dryven een Lindworm geheel af. | 561 |
Mode (Welk een dwang de) oefent, en de slegte gevolgen daar van. | 545 |
Moerasvogelen, derzelver sombere aart in 't algemeen. | 287 |
Mont-Blanc, beklimming van deezen hoogsten Berg in Europa, 426. Gezigt op den top. | 431 |
Mustapha's, (Character van) die den laatsten oorlog tegen de Russen voerde, 312. Hoe veel dienst hy hadt van den Baron de tott. | Ald. |
N. | |
Nagtlugt, hoe schadelyk. 615 Natuurkunde der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 34 |
Noorderlicht, (Verslag van de heerlyke vertooningen, welken het) op hooge Noordlyke Breedten maakt. | 531 |
Nootka, ontmoeting van Capt. cook by dien Inham, 293. Vreemde gebaaren der Inwoonderen, 294. Koophandel met hun gedreeven, 295. Gestalte, ald. Kleeding. 297. Zeldzaam beschilderen van het Aangezigt, ald. Optooizels en Maskeraade-Cleraaden, 298. Krygskleeding, 299. Geaartheid, 300. Lief- |
[deel 2, pagina 684]
hebbers van de Muzyk, 301. Hunne Speeltuigen, 302. Dorpen aldaar, en de gedaante der Huizen, 337. Huisraad, 338. Verregaande morssigheid, 339. Beelden by hun, ald. Hoofdbezigheden, 340. Voedzel, 341. Van welke Gewassen zy zich bedienen, 342. Wapenrusting, ald. Kunsten en Handwerken, 343, 344. Vischtuig, zeer kunstig, 345. Yzer, hy hun in gebruik, 347. Onderzoek hoe zy 'er aankwamen, ald. Dryven waarschynlyk Handel met andere Indiaansche Stammen. | 349 |
Norton Sound, waar gelegen, en ontmoeting met de Inwoonderen, 633. Hunne Wooningen. | 635 |
Nylschildpad, vernielt veele jonge Krokodillen, 573. Waar zy gevonden worden, en hoe zy de Krokodillen belaagen, ald. De Ichneumon. een vyand van deeze Schildpaden, | 574 |
O. | |
Oleum Vini, (Aanmerkingen op de) van p.j. kasteleyn, | 282. |
Olyphants, (Zeldzaam voorbeeld van 't geheugen eens) | 475 |
Omai, diens wedervaaren op Otaheite. 26, 27. Zou gaarne op Ulietea zich nedergezet hebben, waarom dit niet geschiedde, 65. Plan om hem op Huaheine te doen woonen, 66. Zyn aankomst aldaar, ald. Berigt door hem van de Engelschen gegeeven, 67. Krygt 'er een plek gronds; waar een Huis gebouwd wordt, 69. Hoe hy over zyne Goederen beschikt, 70. Welke Beesten by hem gelaaten, 71. Zyn Gezin en Huis beschreeven, ald. Welke Wapenen hy hadt, 72. Opschrift op zyn Huis, 73. Afscheid van hem, ald. Bedenkingen over zynen toestand. ald. Schers van zyn Character, 76. Zendt aan cook op Ulietea, 116. ----- By welk eene gelegenheid hy in Engeland kwam, 261. Zyn gedrag aldaar gehouden, | Ald. |
Onderwerpen, welke best tot Leerredenen gekoozen, 2. Van dezelve moet men zeggen alles wat 'er van te zeggen valt. | 3 |
Onee-heow, cook's aankomst aan dit Eiland, 209. Zonderlinge gebruiken dier Eilanderen, | 210 |
Oniscus Fulgens, welk eene vertooning dat Zeediertje maakt. | 293 |
Oonalashka, ligging van die groote Eilanden. | 489 |
Oorlog, (Bedreevenheid in de kunst van den) der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 85 |
Oorlogsheld, (Indiaansche) aandoenlyk voorval tusschen hem en een jong Britsch Officier. | 315 |
Openbaaring, waarheid daar van kan alleen door de Rede beweezen worden, 556. De Rede alleen kan ons den zin der Openbaaring doen verstaan, 603. Dit is de Leer der Openbaaringe zelve, 604. Voordeelen der Openbaaring boven de Rede, in het te regt brengen van het verkeerde, 605. In het mededeelen van meerdere kundigheden, 608. |
[deel 2, pagina 685]
Dwaasheid en slegte gevolgen van Rede en Openbaaring in tweestryd te stellen. | 609 |
Opium en de Radix Valeriana, met gewenschten uitslag gebruikt in kramptrekkingen, door schrik veroorzaakt. | 148 |
Opium en de Radix Valeriana, (Eene sterke gift van) geneest een hevig krampkoliek. | 192 |
Opium en de Radix Valeriana, By de Turken sterk in gebruik, en de gevolgen daar van. | 309 |
Osman, (Sultan) het slachtoffer van den Despotiken wil der menigte. | 259 |
Otaheite, Spelen aldaar voor Capt. cook gehouden, en geschenken aan hem gebragt, 20. Hoe zy daar de Ligchaamen van hunne Opperhoofden balzemen, 21. Met welk een oog de Inwoonders het Paarderyden beschouwden, 22. Gesteldheid der Vloot, ald. Spiegelzeestryd gehouden, 23. Geneezing van een Rheumatismus, door de Romee, of drukking der Ledemaaten, aan Capt. cook te werk gesteld, 24. Gesleepenheid der Inwoonderen, 25. 't Geschenk van een Canoe hem aangebooden. | 27 |
Ouden, in veele opzigten minder dan de Hedendaagschen, met betrekking tot Kunsten en Weetenschappen, 30. Hoe veel wy, egter, aan hun verschuldigd zyn, 36. In veele andere opzigten hun gelyk of vooruit. | 78 |
Overheid, moet niet ligt van slinksche oogmerken verdagt gehouden worden. | 233 |
P. | |
Pallas, (P.S.) Leevensberigt deezes Hoogleeraars, 476. Zyn Afkomst, ald. Zyne Studiën, 477. Zet zich in den Haag neder, en maakt zich bekend door een Werk over de Tenia, ald. Lid van eene en andere Academie der Weetenschappen, 478. Tot Hoogleeraar na Rusland beroepen, ald. Kunstreis op hoog bevel gedaan, 479. Ontdekkingen door hem gedaan onder Mongolsche Stammen, 481. Verslag van eenige zyner Werken. | 482 |
Patriot, (De) Dichtstukje. | 357 |
Pest, oorzaaken waar door ze te Constantinopolen onderhouden wordt, 258. Hoe lang de Turken het woeden daarvan met geduld verdraagen. | Ald. |
Peter de I, uit den aart niet afkeerig van het Water, 221. Eerste aanleiding tot de Scheepvaard, uit het zien eener Boot, ald. Doet een Jacht en andere Vaartuigen bouwen, ald. Doet eenige kleine Scheepstochten, 222. Verwint Azof, door een Vloot te vervaardigen, ald. Zet de Scheepsbouw in zyn Ryk voort, 223. Feest, ter Eere van zyn eerste Boot, 224. Rust, in korten tyd, een groote Zeemagt uit. | 304. |
Planten, blyken welke zy van Gevoeligheid geeven. | 385 |
Plevieren, wanneer zy zich in Frankryk vertoonen, 619. Derzelver veelvuldige verhuizingen, 620. Leevenswyze, ald. Jagt, op dezelve gemaakt, 621. Waar zy voorkomen. | 622 |
Poelsneppen, Gestalte deezer Vogelen, 287. Stem, 288. Leevenswyze, ald. Acht |
[deel 2, pagina 686]
soorten beschreeven, 288, | enz. |
Pragt (Gemak, dwaaslyk aan) opgeofferd. | 545 |
Predikwyze, (Hoe men zich tegen het aanneemen van eene bepaalde Mode in de) te wagten hebbe. | 6 |
Prins Williams Sound; de Inwoonders daarvan beschreeven, 434. Kleeding, 435. Zeldzaame cieraaden, 436. Wapens, Visch- en Jagtgereedschappen, 437. Huiscieraaden, ald. Hun Spys en Drank, 438. Dieren en Vogelen aldaar, 439 Metaalen by hun gevonden, en andere stukken, laaten geen twyfel over of zy hebben gemeenschap met de Europische vastigheden. | 440, 441. |
R. | |
Racub pacha, zyne vaardige doodvonnisvelling. | 259 |
Radix Valeriana, met Opium, gelukkig aangevoerd in Kramptrekkingen, door schrik veroorzaakt. | 148 |
Rat van Pharao. Zie Ichneumon. Rattekrwd (Wit) Zie Arsenicum Album. | |
Recept om iets Sentimenteels toe te maaken. | 601 |
Rede (Hoe ver het Regtsgebied der) zich uitstrekke, 555. Gaat alle Openbaaring voor, 556. Kan alleen ten grondslage strekken, om de Godlykheid daar van te bewyzen, ald. 559 En ons de openbaaring alleen doen verstaan, 561, 603. Welke voordeelen de Openbaaring aanbrengt, 605. Dwaasheid en verkeerdheid om Rede en Openbaaring te doen stryden. | 608 |
Reigers, Naamen deezer Vogegelen, 10 Geaartheid, ald. Zyn geen Trekvogels, 11. Ellendige Leevenswyze, 12. Van de Reigershuisjes, 13. Nesten, ald. Verkeerde denkbeelden wegens derzelver paaren wederlegd, 14. Voedzel, ald. Wyze van vliegen, 15. Beschryving hunner gestalte, 16. Soorten van Reigers, 17. Waar zy, inzonderheid de Blaauwen, gevonden worden. | 18, 19. |
Rheumatismus (De Cicuta in de) dienstig bevonden. | 330 |
Roerdomp, Naamen deezes Vogels, 55. Verschilt veel van den Reiger, 56. Zyne Leevenswyze, ald. Zwaar geluid 't geen hy slaat, 't geen hem den naam van Butor doet krygen, ald. Hoe hy zyn voedsel zoekt en betrapt, 57. Gestalte, 58. Voortteeling, en waar hy zich onthoudt. Ald. Onderscheid tusschen de Mannetjes en Wyfjes. | 60 |
Rom. II. 15. toegelicht. | 185 |
Ruiters, welk eene Vogelsoort zo geheeten, 290. Waarin onderscheiden van de Poelsneppen, en hunne Leevenswyze, ald. Zes soorten van Ruiters beschreeven. | 291 |
Rusland. (Eerst beginzel van de Zeemagt van) onder Czaar peter den I, 221. 't Zeeweezen door zyne Opvolgers verwaarloosd, 304. Door de tegenwoordige Keizerin weder in stand gebragt, ald. Dit Ryk levert alles ten Scheepsbouw noodig op, ald. Grootte van de Zeemagt in 1778. Oorzaaken die den voortgang der Russische Zeemagt vertraagen. Gebrek aan |
[deel 2, pagina 687]
Havens in den Oceaan, 305. Ten anderen de kleine uitgestrektheid van de Zeekust, en die doorgaans met ys be zet, 306. Ten derden mangel aan bedreeven Zeelieden. | Ald |
Rydtuigen Voorslag om de) door 't verminderen der wry ving ligter te doen gaan. | 563 |
Ryst Proeve om, in ons Vaderland, opregte Carolina-) te kweeken en tot volkomenheid te brengen, | 60 |
S. | |
Salpeter-Zuur. Byzondere Eigenschap van het) | 9 |
Samganoda, Gedrag der Inwoonderen, aldaar by cook's komst. | 489 |
Sandwich Eilanden, van hoe veel aangelegenheids voor de Scheepvaard. | 279 |
Schaakspeeler, (Brief wegens den Houten) wel byzonder over de zetten met het Paard. | 623 |
Scheepvaard der Ouden met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 35 |
Schilderkunst der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 81 |
Serail, verkeerd gebruik van dit woord aangeweezen. | 257 |
Slangen, (Van den stryd der Ibis-Vogelen met de) de plaatzen der Ouden des betreffende opgehelderd. | 416 |
Smaak. (Aanmerkingen over 't onderscheid tusschen Vernuft en) | 501 |
Snepje, (Het Doove) beschreeven. | 243 |
Snepje, Durlin, of Bruinetje bygenaamd, beschreeven. | 244 |
Snepje, Naamen van dit Vogeltje, 240. Overeenkomst en verschil met de Sneppen, 241. Trekvogels, wyze van vliegen, ald Leevenswyze, 242. Wyduitgestrektheid van dit Vogelgeslacht. | Ald. |
Sneppen, Naamen van deezen Vogel, 197. Een geliefde Trekvogel, wyze van trekken, ald. Van hun houding, en gezigt, 198. Voedzel, ald. Gedaante van den Bek, 199. Levert eene aangenaame spyze uit, ald. Vertrek uit deeze streeken, 200. Waar zy zich des Zomers onthouden; wyze van voortteelen, ald. Een zeer algemeene Vogel. | 201 |
Sneppen, (Witte) beschreeven. | 202 |
Sneppen, (Roode) beschreeven. | Ald. |
Spiritus Mindereri, opgave van deszelfs bereiding. | 377 |
Spreuken VII. 7. Redenvoering daar over. | 45 |
Spreuken XX. 27. Redenvoering daar over. | 555 |
Staat, (Toekomende) dat de Vroomen elkander in denzelven zullen kennen, beweerd. | 141 |
Stammen, (Asiatische) verkeerd alle Tartaaren geheeten; de Mongolsche daar van geheel onderscheiden. | 482 |
Starrekunde der Ouden met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 35 |
Straat van Juan de Fuca bestaat niet. | 293 |
Styl in de Leerreden, van hoe veel aanbelangs, en hoe dezelve moet weezen. | 6 |
Sultane, (Favorite) verkeerd gebruik dier benaaming aangetoond. | 257 |
T. | |
Taal, (Fransche) aanleidende oorzaaken van derzelver algemeenheid. | 225 |
[deel 2, pagina 688]
Tartarus Emeticus, nut in aanhoudende Koortzen. | 468 |
1 Timoth. I. 10. opgehelderd. | 319 |
Titus II. 1. Redenvoering daar over. | 317 |
Toestel, (Eenvoudig) om, in Scheikundige Destillatiën, alle de Voortbrengzels der Lichaamen te verzamelen. | 236 |
Toestel, (Eenvoudig) De Uitwerking daarvan beschreeven. | 239 |
Toestel, (Eenvoudig) (Aanmerkingen op dien) 371. Een andere aangepreezen. | 374 |
Toestel, (Eenvoudig) Tegenbedenkingen op den laatstaangepreezen Toestel. | 518 |
Tortelduiven, met eene zonderlinge voorkeur by de Turken behandeld. | 312 |
Tott (De) doet den Turken onder mustapha, in den Oorlog, de grootste diensten. | 312 |
Tsou-y, of de Wysgeer; eene Chineesche Geschiedenis. | 639 |
Tuinen, (Engelsche) aanmerkingen over het aanleggen derzelven, en wat 'er bespotlyk dikwyls in voorkomt. | 432 |
Tulpenboom, (Virginische) manier om denzelven aan te kweeken, 61. Voordeelen die deezen Boom geeft. | 64 |
Turfassche, (Hollandsche) dienstig tot bemesting der Wyngaarden. | 530 |
Turken, (Algemeen Character der) 254. onder welk eene Regeering zy staan, ald. Huwelyk, hoe by hun aangemerkt, 255. Aart der Vrouwen, ald. Slavinnen, zo schoon niet als men ze veelal verbeeldt, 256. Vrouwenmoord zeer algemeen, 257. Verkeerde denkbeelden wegens het Serail en de Sultane Favorite tegengegaan, ald. De Dogters en Zusters van den Grooten Heer aan Ryksgrooten uitgetrouwd, moeten alle manlyke Kinderen, die uit haar gebooren worden, onmiddelyk doen ombrengen, ald. Hoe Brand, Hongersnood en Pest onder hun heerschen in Constantinopolen, 258. Zyn pragtig zonder smaak, 259. Verregaande voorbeelden van de willekeur des Groot Viziers, ald. Waarom de Groote Heer altoos Vrydags na de Moskee moet gaan, 260 De eigendom by de Turken niet geeerbiedigd, 308. Hunne ongebonde vrolykheden by de geboorte van een kind des Grooten Heers, ald. Ruwheid hunner Comediën, 309. Welk gebruik zy van Opium maaken, ald. De Geregtigheid by hun weinig bekend, 310. Moord, als een edel gebruik beschouwd, ald. Grillige weldaadigheid tegen de Dieren, 311: Verregaande onkunde, zelfs by den Groot-Vizier en anderen, en oorzaaken van de aanhoudenheid derzelve. | 313, 314 |
U. | |
Uitlegkunde, hoe een Godgeleerde zich daar in te bevlytigen hebbe. | 412 |
Ulietea, cooks aanlanding aldaar, 116. Leevensgevaar aldaar, 117. Gesteldheid van dit Eiland. | 118 |
V. | |
Veeteelt, die der Ouden met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 85 |
Venetiaanen, hoe verre in de |
[deel 2, pagina 689]
Zeevaardkunde geoefend in de Vyftiende Eeuw, 586. Waarom zy geen deel namen in de verdere Zee-ontdekkingen van dien tyd. | 590 |
Verdraagzaamheid in den Godsdienst, hoe redelyk als gegrond op onze menschlyke Natuure. | 230 |
Verdraagzaamheid In het Staatkundige, de redelykheid daar van aangeweezen. | 231 |
Vermaak, (Zondig) schande en elende daar van. | 45 en 93 |
Vernuft, (Oorspronglyk) hoe zeer te agten. | 458 |
Vernuft, (Aanmerkingen over 't onderscheid van) en Smaak. | 501 |
Vogelen, derzelver vryen en gezelligen aart. | 619 |
Voltaire, of hy door 's gravesande geholpen is in zyne Elemens de la Philosophie de Newton, 207. 's Gravesande spreekt hem vry van een betigting. | 208 |
Vooroordeel(Volks) vernietigd. | 129 |
Vriendschap en Edelmoedigheid. Eene Zedeleerende Geschiedenis. | 493 |
Vroomen, dat dezelve in den Toekomenden Staat elkander zullen kennen, beweerd, 141. Welk een aanspooring ter Deugd, en Troost, dit denkbeeld oplevert. | 146 |
W. | |
Waarheid (De rechte denkbeelden van) opgespoord. | 394 |
Wantrouwen. (Het Gelukkig) Eene Vertelling. | 175 |
Waterzugt, (Buik-) door Calomel met Tartarus Emeticus geneezen. | 107 |
Wellustige (Een) ontbreekt Smaak, in 't geen tot weezenlyk Vermaak behoort, 47. Hy derft Gevoel van 't geen waare Roem is, 93. Verstandloosheid van zyn gedrag. | 102, enz. |
Welspreekenheid der Ouden met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 81 |
Wereld. (Eenige aanmerkingen over de Leer der Beste) | 280 |
Wiskunde der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 33 |
Wonderwerken leveren op zichzelven geen bewys op voor Gods Bestaan en Voorzienigheid. | 557, 558 |
Woorden, (Gezonde) wat dit in de Schriftuur betekent. | 318 |
Woorden, (Gezonde) Van Menschlyke vinding om Geloofsleerstukken uit te drukken, altoos te verdenken. | 370 |
Wormen, (Aanmerkingen over de middelen tot het uitdryven der) uit het menschlyk lichaam gebezigd. | 564, 565 |
Wulpen; Naamen deezes Vegels, 469. Gestalte, 470. Geaartheid, 471. Waar zy zich onthouden, ald. Onderscheide soorten, 472. Leevenswyze, 473. Voedzel. | 474 |
Wyngaarden; Hollandsche Turfassche, dienstig tot derzelver bemesting. | 530 |
Wysbegeerte der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 31 |
Wysbegeerte De Grieksche, bovenal de Platonische, reeds vroeg ter Christen-Kerke ingevoerd, gevolgen daar van, 363. Wat 'er de Aristotelische of Scholastieke uitwerkte. | 365 |
Wysbegeerte (Op welk eene) een Godgeleerde zich hebbe toe te leggen. | 412 |
[deel 2, pagina 690]
Y. | |
Yearsley, eene Melkverkoopster te Bristol; Dichteresse, berigt haar betreffende, 455. Haare behoeftige omstandigheden, 456 Haar Character, ald. 't Gering getal van Werken door haar geleezen; haare bedrevenheid in de Hellige Schrift, 457. Aart haarer verzen. | Ald. |
Ys, op de Noorder Breedte van 70 Graaden en 44 Min. door Capt. cook ondoordringbaar gevonden. | 544 |
Ys, (Gesteldheid van het) hoog in 't Noorden, en hoe het gevormd wordt. | 628 |
Yzer, te Nootka in gebruik; hoe de Bewoonders 'er aankwamen onderzogt, 347. In Prins William Sound gevonden, bewyst de gemeenschap dier Inwoonderen met de Europische Vastigheden. | 440 |
Z. | |
Zangkunst der Ouden, met die der Hedendaagschen vergeleeken. | 80 |
Zeeland. (Nieuw-) Zeldzaame verhuizing eens Schotschen Edelmans na) | 460 |
Zeepaarden in menigte, door cook in 't Noorden gevonden, 626. Reden van deeze benaaming. | 627 |
Zelfsbedwang. Eene Oostersche Vertelling. | 503 |
Zweeden, (Anecdote van den Koning van) ten opzigte van den Heere franklin. | 44 |
BERIGT
VOOR DEN
BINDER.
De Chemische Figuur te plaatsen, tegen over bl. 212.