Hollandsche turfassche, dienstig bevonden ter bemesting der wyngaarden.
(Journal General de France.)
‘Wy hebben niet willen in gebreke blyven, om deeze Waarneeming, die door de Liefhebbers hier zo gemaklyk als onkostbaar kan beproefd worden, mede te deelen. Zy komt uit handen van den Heer le gros, Baron de marche, en is van volgenden inhoud.’
Men weet, dat men in Artois, waar de Baron de marche zyn verblyf houdt, geene Wynstokken heeft. De weinige Wyngaarden, welke men daar kweekt, brengen geen goede Druiven voort, dan wanneer ze tegen muuren op de zuider on geplaatst zyn; en dan nog gaat het bezwaarlyk. Hy liet, in 't verloopen jaar, verscheide nieuw ingeleide Wyngaardranken, op onderscheiden wyzen, bemesten. Het gunstigste voor zyn jonge Planten vondt hy de Assche van Hollandsche Turf, in Artois bekend onder den naam van Cendre de Mer. Hy is van gevoelen, dat het nuttig zou weezen de Wynstokken daar mede te bemesten; te meer daar de meeste Wynen, gelyk men wil, veel van hun deugd en geur verlooren hebben, zints men de Wynstokken met mest heeft aangezet. 't Zou gemaklyk weezen overal die Turfassche te krygen, en het vervoeren na de Wynstokken niet veel kan beloopen: dewyl één persoon in een mande genoeg kan draagen voor veertig of vyftig Ranken.
Een der Ranken, by welken hy nauwlyks een halven hoed vol deedt strooijen, schoot looten tusschen de acht en tien voeten lang: terwyl dezelve, in 't voorgaande jaar, niet meer dan twee voeten konden haalen. ----- Dan men moet wel zorge draagen, om die Turfassche zui-