Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOpgave van de Russische zeemagt, en bedenkingen over de bezwaarlykheden, dat de keizerin van Rusland eene groote zeemogenheid worde.Den Heeren Schryveren van de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen.
myne heeren.
‘Wie eenigzins in gezelschappen verkeert, hoort thans van Staatszaaken - van Onderwerpen - spreeken: onder deeze laatste hoorde ik onlangs, ter gelegenheid van het Stukje: Doutes sur la Liberté de l'Escaut reclame par l'Empereur; sur les Causes & sur les Consequences probables de cette Reclamation, par le Comte de mirabeau, wegens het oogmerk der Keizerinne van Rusland, om, met den Keizer veréénigd, eene Zeemogenheid te worden, in 't breede handelen, de plaatzen uit dat Werkje daartoe betrekkelyk voorleezen, en beoordeelen. ----- Ik zal het gesprek, dat, gelyk gewoonlyk, uit meer en min ter zaak dienende of geheel daar buiten om loopende aanmerkingen bestondt, niet ophaalen, en alleen vermelden, dat het my opwekte, om, t'huis komende, de Travels in to Poland, Russia, Sweden and Denmark, interspersed with historical relations and political inquiries, by william coxe A.M.F.R.S. in den voorleden jaare te Londen uitgegeeven, in te | |
[pagina 304]
| |
zien, en over het Onderwerp der Russische Zeemagt te raadpleegen. 't Geen ik deswegen vond aangetekend, dagt my wel der Vertaalinge waardig en geschikt om het UE. toe te zenden; my zal plaisier geschieden met het in uw Mengelwerk geplaatst te vinden. In verwagtinge hiervan heb ik de eer van te blyven
ULieder begunstiger.
Niets kan ons een verhevener denkbeeld geeven van de groote bekwaamheden en volhardenden geest van Czaar peter den grooten, dan de staat waarin hy de Russische Zeemagt vondt, en de staat in welken hy dezelve liet. Schoon hy, in den beginne zyner Regeeringe, geen één enkel Schip in de Baltische Zee bezat, rustte hy, egter, in 't verloop van weinig jaaren, eene Vloot uit van vyftig Linie-Schepen, die Meestresse dier Zee werd. Onder zyne Opvolgers, werd het Zeeweezen zeer verwaarloosd; en was hetzelve, toen de tegenwoordige Keizerin den throon beklom, in zulk een slegten toestand, dat zy, bykans, gezegd mag worden haaren grooten Voorganger geevenaard te hebben in het uitrusten eener nieuwe Vloote. Zy noodigde veele Engelsche Capiteins en Scheepsbouwers in Rusland, bovenal den Admiraal knowles, zo zeer uitsteekende door zyne kunde en bedreevenheid in het Scheepsbouwen. Onder haare Regeering zag Europa onlangs de Russische Vlag in den Archipel waaijen, en een Turksche Vloot by Tchesme vernield, door een Smaldeel uit het Noorden. Rusland brengt alles voort wat noodig is tot het bouwen en toerusten van Schepen: de meeste worden te Cronstadt, Petersburgh en Archangel gebouwd: op de twee laatstgemelde plaatzen met Eikenhout, op de eerste met Vuurenhout, gehuid: deeze laatste zyn minder dan de eersten tot den Zeedienst ten oorloge geschikt. De Timmerwerven van Petersburgh en Cronstadt worden van Eikenhout voorzien uit het Landschap Casan; Ukranie en Moscow verschaffen Hennip; de Masten komen uit de wydstrekkende bosschen tusschen Novogorod en den Golf van Finland; of uit de Landschappen onlangs Poolen ontnomen. Pik en Teer krygen zy in overvloed van Wyburgh. In verscheide deelen des Russischen Ryks zyn Lynbaanen en Zeildoekrederyen: de Magazynen van Petersburgh en Archangel zyn | |
[pagina 305]
| |
altoos ryklyk voorzien van voorraad deezer hoognoodige Artykelen. In 't laatst van den Jaare 1778, bestondt de Russische Vloot, in de Havens der Baltische Zee en te Archangel, uit acht- en dertig Schepen van Linie, vyftien Fregatten, en honderd dertien kleinder Schepen ten oorlog toegerustGa naar voetnoot(*). Van dit getal lagen omtrent acht- en twintig Schepen van Linie en tien Fregatten, de Vuurenhoutschepen mede gerekend, tot den Zeedienst gereed. In geval van noodzaaklijkheid, of bij opkomend gevaar, kan Rusland, alles in zichzelven hebbende wat noodig is tot het bouwen en toerusten van Schepen, in 't kort een veel grooter getal maaken, en in gereedheid brengenGa naar voetnoot(†). Maar, schoon Rusland, zints het begin deezer Eeuwe, verbaazende poogingen ten opzigte van het Zeeweezen gedaan, en schielyk meer magts ter Zee gekreegen hebbe dan de Nabuurige Noordsche Ryken; moet Rusland, nogthans, ten aanziene van Zeezaaken, aangezien worden, als nog in zyne kindsheid; zynde meest alles aan de Engelschen verschuldigd, wat het bouwen, het Scheepsbestuur, en het regelen der Zeevloote betreft. Verscheide omstandigheden loopen 'er zamen, om den voortgang van de Russische Zeemagt te vertraagen. ----- Voor eerst. Gebrek aan Havens in den Oceaan. ----- Ten tweeden. De kleine uitgestrektheid van de Zeekust, en deeze door het Ys belemmerd. ----- Ten derden. Mangel aan bedreevene Zeelieden. Wat de eerstgemelde oorzaak aanbelangt, is het blykbaar, dat Rusland geen een enkele Haven aan den Oceaan bezit, behalven die van Archangel, welke van geen gebruik is, dan in den Koophandel; zo uit hoofde van der- | |
[pagina 306]
| |
zelver grooten afstand van de andere Europische Zeeën, als ter oorzaake van de vaart, rondsom de Noordkaap van Lapland, gelegen op 72 graaden Noorderbreedte, en dus alleen open in 't midden van den Zomer. Betreffende de tweede oorzaak. Men heeft met regt opgemerkt, dat 'er weinig voorbeelden zyn van eenige Volken, die tot een hoogen top van Zeemagt opsteegen, of zy bezaten een uitgestrekte Zeekust: en Rusland heeft, behalven de laatste landverkrygingen aan de Zwarte Zee, de ruwe stranden, rondsom Archangel, en in den bevroozen Oceaan, en de ongastvrye gewesten van Kamtschatka, geen grooter aandeel van Landen aan Zee grenzende, dan 't geen ligt tusschen Wyburgh en Riga: een enkel stip voor zo uitgebreid een Ryk, en van te minder aangelegenheid, dewyl die streek komt aan de Golf van Finland en de Baltische Zee, binnenlandsche Zeeën, zonder getyen, in vergelyking met den Oceaan nauwlyks meer dan Meiren, en ontoeganglyk, ten minsten vyf maanden in 't JaarGa naar voetnoot(*). De derde oorzaak is mangel aan bedreevene ZeeliedenGa naar voetnoot(†). Het Ryk, wel is waar, betaalt omtrent 18000 Matroozen; doch de meesten hebben nooit gediend, eenige weinigen vaaren jaarlyks in de Baltische Zee, of komen misschien zo verre als het Kanaal; eenige andere worden, in den Zomertyd, gebruikt, tot het bemannen der Koopvaardyschepen, met goederen van Cronstadt na Petersburgh belaaden. Doch kweekschoolen, als deeze, zyn in lange niet genoegzaam, om een groot getal Zeevaarenden uit te leveren; en kan derzelver gebrek niet geboet worden, door, in gevalle van een schielyk opkomenden Oorlog, de Matroozen van de Koopvaardyschepen te neemen: want Rusland heeft 'er, om zo te spreeken, geene die byzondere Lieden toebehooren. 't Geen voornaamlyk moet toegeschreeven worden aan den staat van dienstbaarheid, en de strikte wetten, gemaakt, om voor te komen, dat niemand, zonder wettig verlof, het Land verlaate. Een | |
[pagina 307]
| |
Koopman, die een Koopvaardyschip uitrust, moet zich eerst by de Admiraliteit vervoegen, tot bekoming van verlof, om een zeker aantal Inboorelingen aan boord te mogen neemen: dit verlof bekomen zynde, worden de passen voor ieder Matroos gereed gemaakt, en gelegd in de Admiraliteit; en eene genoegzaame verzekering der wederkomste, van dertig Ponden Sterling voor ieder Man, wordt gegeeven. Dus kan 'er, uitgenomen dat de grondwetten des Ryksbestuurs veranderd worden, en 'er eene geheele vernieuwing kome in de langgevestigde regten van Dienstbaarheid, geen genoegzaam aantal Matroozen weezen, om eene groote Vloot, by schielyk opkomende voorvallen, te bemannen. Met één woord, geen Ryk zonder verafgelegene Volkplantingen, zonder groote Visscheryen, en zonder eene uitgestrekte Zeekust, om de Inwoonders gemeenzaam te doen worden met de gevaaren van den Oceaan, staat kans om zulk eene Zeemagt te verkrygen, als ontzaglyk is in 't ooge der groote Zeemogenheden van Europa. De Scheepsmagt van Rusland is, nogthans, onaangezien deeze gebreken, genoegzaam om de Kusten te beschermen, de Koopvaardyschepen te geleiden, zich gedugt te vertoonen in de Baltische Zee, en, in gevalle van een Turkschen Oorlog, eene Vloot na den Archipel te zenden. 't Is Rusland's belang, in goede verstandhouding te leeven met de aanzienlyke Zeemogenheden, welke van daar met Scheepsbehoeften voorzien worden, en die, te deezer oorzaake, even zeer haar belang vinden in de agting en vriendschap van Rusland te behouden. De grenzen der wyduitgestrekte Heerschappye van de Beheerscheresse aller Russen, raaken aan Zweeden, Poolen, Turkyen, Persië en China: de veiligheid haars Ryksgebieds hangt zo veel van haare Landmagt af, als van haare Zeemagt. |
|