Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 250]
| |
Vrye gedagten over de aangelegenheid der omwentelinge, veroorzaakt door de onafhanglykheid van Noord-America.(Overgenomen uit r. price's, Observations on the Importance of the American Resolution, and the Means of making it a Benefit to te World.)
Aan de Heeren Schryveren der Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen.
myne heeren!
‘Dezelfde price, die, volgens beginzelen, zo hartlyk deel nam in het lot der Groot-Brittannische Volkplantingen, thans de Vereenigde Staaten van America, geduurende den om Vryheid te verkrygen aangevangen en voortgezetten Oorlog; die, in gevolge hier van, zich aan veele onaangenaamheden en ook aan gevaar blootgesteld vondt; dezelfde price die onzen Landgenooten bekend geworden is door zyne Aanmerkingen over de Burgerlyke Vryheid, door den nooit genoeg betreurden Vryheids-Vriend johan dirk baron van der capellen, hun ter hand gesteld, - dezelfde price dankt den Hemel, dat deeze hem in 't leeven gespaard heeft om Getuigen te zyn van den uitslag eens Oorlogs, zo overeenkomstig met zyne vuurigste wenschen, geëindigd in de Vryheid en Onafhanglykheid van America; eene Omwenteling, die zyns oordeels, een nieuw verschiet in 't beloop der Menschlyke zaaken opent, en waarmede een nieuw Tydperk in de Geschiedenis des Menschdoms begint. Hy heeft deezer dage het bovengemelde Werk uitgegeeven, behelzende Waarneemingen over den Invloed der Americaansche Omwenteling, en de Middelen om deeze ten beste der Wereld te doen strekkenGa naar voetnoot(*). Die zelfde Geest van Vryheid, welke zyne andere Schriften bezielt, vertoont zich ook in dit stuk; men zal, hetzelve leezende, niet kunnen nalaaten het oordeel te stryken, dat hy, met zyn On- | |
[pagina 251]
| |
derwerp geheel ingenomen, 'er misschien te veel van zegt, en stoute stellingen waagt; doch wat hier van zyn moge, wy oordeelden het geen ongepast Stukje voor uw Mengelwerk, de volgende Gedagten daar uit ontleend, UL. toe te zenden. Ik blyf.’
De laatstgevoerde Oorlog deed by deszelfs Aanvang en Voortduuring veel goeds, door juiste begrippen van de Regten des Menschdoms, en den aart van Wettig Staatsbestuur, te verspreiden; door een Geest van Wederstand op te wekken tegen Dwinglandy, welke één Landschap in Europa van dezelve ontslaagen had, en, naar allen oogenschyn, andere daarvan zal ontheffen; als mede door in America een Staatsbestuur in te voeren, billyker en vryer dan eenig tot nog op den Aardbodem bekend. ----- Maar die Oorlog heeft, by deszelfs Voleindiging, nog grooter goed te wege gebragt: door de nieuwe opgerigte Staaten te bewaaren voor die verdelging, welke dezelve ongetwyfeld zou getroffen hebben, was Groot-Brittanje overwinnaar geweest; door, in een afgescheiden Vastland, met veele zonderlinge voordeelen begiftigd, eene Wysplaats te bezorgen en open te zetten voor de Onderdrukten in alle Ryken der Wereld; en daardoor den grondslag te leggen van een Ryk, 't welk de Zetel der Vryheid van Weetenschap en Deugd kan zyn, en van waar het te hoopen is, dat deeze dierbaare Zegeningen zich zullen verspreiden, tot zy algemeen worden, en de tyd aanbreeke, wanneer Koningen en Priesters niet langer de magt hebben om te onderdrukken, en die laagkruipende schandelyke slaaverny, welke tot dus lang de Wereld ter schandvlekke strekte, is uitgerooid. My dunkt ik zie de hand der Voorzienigheid, in den laatstgevoerden Oorlog, ten algemeenen beste werkzaam. Rede, zo wel als Overlevering en Openbaaring, leidt ons op, om te verwagten, dat, vóór de Voleindiging aller dingen, een verbeterde en gelukkiger Staat der Menschlyke zaaken zal plaats grypen. De Wereld is tot dus lang allengskens verbeterd. Licht en Kennis hebben veld gewonnen; en het Menschlyk Leeven tegenwoordig, vergeleeken met het geen het eens was, is even als dat van een Jongeling tot volkomen Manbaarheid opgegroeid, vergeleeken met dat van een Kind. Zodanig is de natuur der dingen dat die Vordering | |
[pagina 252]
| |
moet aanhouden. By zekere tusschenpoozen moge dezelve gestuit en als afgebrooken, doch ze kan niet verdelgd worden. Elke tegenwoordige stap is eene voorbereiding tot een volgenden: en een enkele Proeve of Ontdekking kan zomtyds gelegenheid geeven tot zo veele andere als eensslags de Menschlyke Natuur een hooger vlugt doen neemen, niet ongelyk aan de uitwerkzelen, wanneer iemand een nieuw zintuig geopend wordt, of de werking van een vonk, die een loopend vuur aansteekt, en een Myn doet springen. Te deezer oorzaake kan het Menschdom ten eenigen tyde een toppunt van vordering en volmaaktheid bereiken, 't geen wy thans niet durven vermoeden dat mogelyk is. Eene duistere Eeuw moge op eene verlichte volgen; doch, in dit geval, zal het licht, naa, voor eenigen tyd, verdonkerd geweest te zyn, weder met grooter glans schitteren. De tegenwoordige verlichte Eeuw, aangemerkt als volgende op de Eeuwen van Griekenland en Rome, en een tusschenbeidekomend tydsverloop van dikke duisternisse, strekken ten in 't oogloopenden bewyze van deeze waarneeming. 'Er zyn zekere verbeteringen, die, ééns gemaakt zynde, niet geheel verlooren kunnen geraaken. De Vorderingen der Eeuwen, onmiddelyk voor de stikdonkerste, hielden in zo verre stand, dat men ze onmiddelyk, naa de herleeving der Letteren, wederkreeg; en vervolgens die sneller voortgang in verbetering voortbragten welke de tegenwoordige tyden kenmerkt. Maar onder de hedendaagsche Gebeurtenissen, dienende tot verheffing des Menschdoms, is 'er waarschynlyk geen van zo veel aanbelangs als de Omwenteling in America. Mogelyk gaa ik niet te verre met te zeggen, dat, naast de invoering van den Christlyken Godsdienst, de omwenteling in America de grootste stap is in den voortgaanden loop van de verbetering des Menschdoms. ----- Deeze is een Gebeurtenis geschikt om de Beginzelen van Menschlievendheid algemeen te verspreiden, en een middel te worden in het Menschdom te ontstaan van de ketenen des Bygeloofs en der Dwinglandye, door 't zelve te doen zien en weeten ‘dat niets grondwettig is, dan onpartydig Onderzoek, een eerlyk Hart, en een Deugdzaan gedrag ----- dat de Staatkunde niet gebruikt moet worden tot het ondersteunen van bespiegelende Gevoelens en Geloofsleuzen - dat Leden eener Burgerlyke Maatschappye, BondgenootenGa naar voetnoot(*), | |
[pagina 253]
| |
geen Onderdaanen; en derzelver Bestuurders Knegten en geen Meesters zyn; en dat alle Wettig bestuur bestaat in de heerschappy van billyke Wetten, met algemeene toestemming gemaakt; dat is in de heerschappy van Menschen over zichzelven, en niet in de heerschappy van Gemeenschappen over Gemeenschappen, of van Menschen over Menschen.’ Gelukkig zal de Wereld zyn wanneer deeze Waarheden algemeen bekend en betragt worden. Bygeloof, dat wreed monster, zal dan rusten; Slaafsche Staatsbestuuren en Kerkdwinglandy zullen verzinken: en men zal de vervulling beleeven der oude Voorzeggingen ‘dat het laatste algemeene Ryk op Aarde het Ryk van Waarheid en Deugd zal weezen, waarin het Euangelie des Vredes, (beter dan nu verstaan) een vryen loop zal hebben en verheerlykt worden; veelen zullen van alle kanten daaraan toegedaan worden, de kennis zal vermeerderen, de de Wolf met het Lam verkeeren, en de Luipaard by den Geitenbok nederleggen; het eene Volk zal tegen het ander het Zwaard niet opheffen.’ Ik ben by my zelven vast overtuigd, dat de Onhafhanglykheid der Engelsche Volkplantingen in America een stap is, door de Voorzienigheid verordend, om die heuchlyke tyden te doen gebooren worden; en 't is nauwlyks mogelyk dat ik my in die verwagting teleurgesteld of bedroogen vinde, indien de Vereenigde Staaten eenige gevaaren, welke dezelve dreigen, ontgaan, en behoorelyke zorge draagen om de gemoederen te bewaaren openstaande voor volgende Verbeteringen, en om de meeste voordeelen te trekken van hunne tegenwoordige gesteltenisse. Gebeurt dit, dan zal het ten hunnen opzigte waar zyn als het ten aanziene van het Joodsche Volk waar was, dat in 't zelve alle Geslachten der Aarde zouden gezegend worden. 't Is niet wel mogelyk dat de Americaanen zo hooge gedagten van hunne aangelegenheid koesteren. Mogelyk bestondt 'er nooit een Volk van welks Wysheid en Deugd meer afhing; of aan 't welk een stand van meer aanbelangs in het plan der Voorzienigheid was toegeschikt. Zy hebben op eene edele wyze begonnen. Zy hebben met een gelukkigen uitslag voor zichzelven en voor de Wereld gestreeden, en, te midden van inval en bloedstorting, eene Regeeringsvorm opgerigt ten hoogsten gunstig voor de Regten des Menschdoms. Dan hun staat | |
[pagina 254]
| |
nog veel te doen - en meer dan het my mogelyk is hun voor te draagen. Mogten myne bedenkingen strekken om hun gelukkig, en een zegen voor het Menschlyke Geslacht, te maaken! |
|