genwoordige Uitgeever van dit Boekje aanmerkt, in zeer veele opzichten de allerklaarste, en allerwaarachtigste prophetie te zyn, die 'er ooit geschied is, laat de Schryver een Ontwerp volgen, volgens welk het Volk in alle Steden van Holland, van 't Land van Utrecht en elders, uit
deszelfs midden zoude kunnen kiezen, Gemeensluiden der Wyken, die zo haast mogelyk aan het Volk weder zouden doen bekomen dat hetzelve ontnomen was, en de orde en goede trouw in 't rechtsbestier en de financiën herstellen. En tot een voorbeeld van zodanig een ontwerp geeft hy een Plan op, dat hy voor de Stad Rotterdam had opgesteld. Dit Plan bestaat uit XXVIII Artikelen. De eerste XIV bepaalen, welke de vereischte hoedanigheden zyn om tot Gemeensman en Burgemeester van de Wyk te kunnen worden verkozen; de wyze van verkiezing en de duuring van 't Gemeensmanschap van ieder van hun. De Artikelen XV. tot XVIII. bevatten het Reglement van het bestier der Inkomsten en financiën der Stad, en den aart van 't opzicht, dat de gemelde Gemeenslieden over dat bestier zouden behoren te hebben. Het XIX. Artikel behelst dat de Burgers of Ingezetenen, die zich in hun eigendom rechten of vryheden zouden verkort vinden, hunne toevlucht zouden neemen tot de gemelde Gemeenslieden, als tot hunne voorstanders, en dat deezen verplicht zouden zyn om hun best te doen om by de Regenten de betering der bezwaren van de klagers te bekomen. ----- De Artikelen XX. tot XXIV. gaan over eenige byzondere punten van het bestier der financiën ----- over 't recht der Gemeenslieden, om de posten van verkeerd gedaane uitgaven door te haalen, en, in geval van tegenkanting ten deezen opzichte van de zyde der Regenten, zodanige maatregelen te neemen, als zy zouden goedvinden; eindelyk, over het recht dat zy hebben zouden, om, zo dikwils zy nodig zouden oordeelen, op het Raadhuis of elders te vergaderen. Het XXV Artikel behelst eenige maatregelen ten einde 'er niets onuitvoerlyk wierde geoordeeld voor dat 'er behoorlyk onderzoek over geschied ware. Het XXVI. Artikel zegt, dat een der wezenlyke plichten van de gemelde Gemeenslieden zoude zyn zorgvuldiglyk natespooren en te onderzoeken, of en welke rechten en privilegiën
verduisterd of weggeraakt waren; dezelven weder te herstellen, en te laaten drukken om ze des noods te kunnen raadpleegen. Het XXVII. Art. bepaalt, dat in alle gevallen, wanneer 'er eenige onderneeming, die voor de Stad, voor haare domainen of ook voor de rechten en privilegiën der Burgery na-