Feestzang op de Vierde Verjaaring van den Doggerbankschen Zeestag, plegtig gevierd in Amsterdam, by gelegenheid van eene Vaderlandsche Maaltyd op den 5den van Oogstmaand 1785, onder de Zinspreuk Pro Patria & Libertate. Te Amsterdam, by Jan Willem Smit, 1785. Groot, buiten het Voorwerk, 23 bladz. in gr. octavo.
Een redelyk vers, dat, op een maaltyd voorgeleezen, wel kan behaagd hebben, doch, om de onbeschaafdheid op veele plaatzen, zonder verlies voor de Dichtkunst, kon agterwege zyn gebleeven, of merkelyke veranderingen moest ondergaan hebben. Men kan aan een groot Vernuft zomtyds eenige onnaauwkeurigheden, en aan een uitgebreid Dichtstuk zwakke plaatzen vergeeven, maar een middelmaatig Dichter mag in een klein Stukje niet tegen den gewoonlyken Dichttrant zondigen: hoope op loopen te laaten rymen is eene onverschoonlyke ruwheid, en meer diergelyke feilen komen, buiten mindere onnaauwkeurigheden en prosaïke gedeelten, in hetzelve voor. Met dat alles bevat het Stukje hier en daar tekens van een Vernuft, dat aanmoediging verdient, en, onder behoorlyke tucht beschaafd zynde, een Cieraad van den Nederlandschen Parnas zou kunnen worden.