Karel van Burgheim en Emilia van Rosenau, of de Edelmoedige Minnaar, Tooneelspel. Uit het Hoogduitsch. Te Amsterdam, by Willem van Vliet, 1785. In octavo, 72 bladz.
Een zeer ongeregeld Tooneelspel ontleend uit een Roman van dien naam, bevattende de Edelmoedige daad van Karel van Burgheim, omtrent Emilia van Rosenau en Eduard van Alten, by de ontdekking van hunne liefde. Het Stuk verandert geduurig van plaats, zelfs in het midden van een Bedryf; een gebrek, dat zelfs de werken der grootste vernuften misstaat; daarenboven zyn 'er Tooneelen, waarin de Persoonaadjen bezig zyn met schryven; dit mag nooit, dan zeer kunstig, ingevoerd worden, en moet dan vooral zeer kort duuren, of is, zo wel voor den Aanschouwer als Speeler, ten uitersten lastig. De Vertaaler noemt zyn Werk slecht voltooid, in den Opdragt, en heeft ook niet geheel mis, althans op zeer veele plaatzen is de Vertaaling gebreklyk.
In een voorig Stukje onzer Letteroefeningen bl. 397, reg. 18 van onderen, staat Eitsma, lees Eisinga.