Iets Dichtmaatigs van Abraham Blussé. Te Dordrecht, by Pieter Blussé, 1784. In gr. 8vo. Buiten de Voorrede, 172 bladz. met Plaaten.
De Heer Abraham Blussé, zins lange reeds door zyne Dichtkundige voortbrengsels bekend, heeft goedgevonden een bundel Gedichten, onder den tytel van Iets Dichtmaatigs, der Waereld mede te deelen. De Winden, de Wolken, het Graf en de Eeuwigheid zyn uitgebreide Dichtstukken door eenige kleinere afgewisseld. - Verders komt in dit Werk een Stuk voor in drie Zangen, ten opschrift voerende: De Drie Dagen, behelzende eene Dichtmaatige Beschouwing van den stervenden, gestorven en opgewekten Heilland, welke stof zich zeer geregeld onder deeze verdeeling laat behandelen; eindelyk wordt dit Werk beslooten met een Vers, draagende den naam van myne liefde aan myne tegenwoordige Echtgenoote en Kinderen. Hieruit ontleenen wy deeze Proeve, die onzes achtens den Dichter geen oneer aandoet.
Van myn liefde zal ik zingen
ô Gewenschte Lievelingen!
Aan wie ik die zangen wy.
Gy, ô Blydschap van myn leeven!
Tweede lot en Bedvriendin,
Die uw liefde my woudt geeven
Huwlyksmin, niet af te beelden
Door het fynste Konstpenceel,
Nog hoe schoon ook Dichters speelden
Van de liefde, zacht en eêl,
Nooit getroffen zoo aanminnig,
Zoo bekoorlyk, malsch en zoet,
Zoo goedaartig en zachtzinnig,
Als zy immer weezen moet.