en Godsdienstige Vryheid trachten inteboezemen, en door den prikkel van roem, die van zo veel invloed is op edelaartige Zielen, aan te spooren, om het loffelyk Voetspoor onzer braave voorouderen in te slaan, en zich daar door by hunne tydgenooten en nakomelingen verdiend te maaken.
Van dien aart is het werkje, waarvan wy thans het vierde Deeltje aankondigen, 't welk in denzelfden smaak ingericht, en met evengelyke sieraaden der Graveerkunst opgetooid is, als de drie voorige Deeltjes,- waarvan wy voorheen bericht gaven. De Schryver hervat in dit Deeltje den draad der Geschiedenissen, welke in 't voorafgaande was afgebroken by de heerschzuchtige bedryven van Keizer Karel den Vyfden; schetst ons verder, by wyze van leerryke gesprekken, een tafereel van de rampen, die onze Voorouderen, onder de regeering van Filips, hebben moeten doorworstelen, om ons de Vryheid te verschaffen; en besluit eindelyk dit Stukje met het Verhaal van de Mannelyke Verdeediging en het gelukkig Ontzet der Stad Leiden, met oogmerk om de geschiedenis verder te achtervolgen; zo dat men dit Werkje der Vaderlandsche Jeugd als een beknopt handboekje, om hen vervolgens tot een volleediger kennis der Vaderlandsche Geschiedenissen op te leiden, kan aanpryzen.