Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijG. Hewsoni, Disquisitio Experimentalis de Sanguinis natura variisque ejus per morbos mutationibus. Ex Anglico Latine vertit, & Praefatione additisque nonnullis observationibus illustravit, Jacobus Thiensius van de Wynpersse, M.D. Lugd. Batav. apud. A. & J Honkoop, 1785. Absque Prefat. 158 pp. 8vo. m.f.
| |
[pagina 426]
| |
den takken der Geneeskunde een nieuw licht verspreiden, en tot zeer veele naaspeuringen het veld geopend hebben. En daar wy verzekerd zyn, dat het Eerste Stuk deezer Vertaaling reeds lange de goedkeuring van des kundigen heeft weggedraagen, zo zullen wy er niets meerder tot aanpryzing byvoegen, dan alleen te zeggen, dat de Vertaaling van deeze twee Stukken, die wy thans voor ons hebben, geene mindere blyken geeven van Taal- en Oordeelkunde dan het Eerste Stuk. ----- Voor de zodanigen, die met den Inhoud van deeze twee Stukken niet bekend zyn, zullen wy weder een korte schets der onderwerpen, daarin voorkomende, mededeelen. Het tweede Stuk, 't welk over de Natuur van het Bloed, en de veranderingen, welke hetzelve in Ziekten ondergaat, handelt, is in vyf Hoofdstukken verdeeld. Het eerste handelt over de afscheiding van het Serum, over de kleur van het Crassamentum, en over de oorzaaken der Coagulatie. Het tweede over de Crusta phlogistica. Het derde over de oorzaaken, waarom by Aderlaatinge deeze Crusta phlogistica, op onderscheiden tyden, zig vertoont; over de oorzaaken der Stelpingen in bloedstortingen, en over het vermogen van de Koude op het bloed. Het vierde bevat Waarneemingen over de Lympha coagulabilis, en deszelfs schielyke veranderingen; en eindelyk het vyfde eene algemeen Overzicht van het verhandelde. Het derde Stuk heeft ten onderwerp eene Beschouwing en Onderzoek wegens de roode Bloedbolletjes, en wegens het maakzel en het nut van de Glandula Thymus, en de Lien. Dit Boekdeel, 't welk naa den dood des Schryvers door den beroemden Falconar is uitgegeeven, en met eene geleerde Voorreden voorzien, is in vyf byzondere Hoofdstukken gesplitst. Het eerste handelt over de gedaante en zamenhang der Bloedbolletjes. Het tweede over het maakzel van de Glandulae Lymphaticae. Het derde over de ligging en het maakzel van de Glandula Thymus. Het vierde over de ligging en het maakzel van de Lien. En eindelyk het vyfde Hoofdstuk behelst eene Beschryving, over de wyze, hoe zig de Bloedbolletjes vormen, afgeleid uit de voorafgaande Proeven en Waarneemingen. Wie tog zoude niet wenschen, zo veele intressante Onderwerpen behandeld te zien, door een man als Hewson, die, met een taai geduld, en beproefd oordeel, de natuur, en de natuur zelve, onderzogt en naagespeurd heeft? |
|