Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBriev aan den Hoog Eerw. Lord-Bisschop van Lichtfield en Coventry, over de Antikristische Grondbeginselen in de meeste Kerkelyke Genootschappen, door Edward Evanson, A.M. Uit het Engelsch vertaald, en in 't licht gegeeven, door 't Genootschap, Pro Ecclesia ejusque libertate. Gedrukt, 1785. Behalven de Voorrede van het Genootschap, 126 bladz. in gr. octavo.De Hiërachie, ene niet min laekbare overheersching in 't Geestlyke, als de Tyrannie in 't lichaemlyke, tegen te gaen, is, met de uitgave van dit Geschrift, het oogmerk van een Genootschap, het welk ter zinspreuke heeft, pro Ecclesia ejusque libertate, als zig voorstellende te stryden voor de Vryheid der Kerke. Het Genootschap laet zich hier over in de Voorreden breedvoerig uit; klagende over een vervolgzieken Geest, dien het zelve zal trachten uit te rooien. Ten dezen einde maekt het een aenvang met de uitgave ener Nederduitsche vertalinge van een Brief van den Heer Evanson, in welken die Schryver 't 'er op toelegt, om te doen zien, dat 'er in de meeste Kerklyke Genootschappen nog vele Antichristische Grondbeginselen zyn, die hervormd moeten worden. De overweging der Godspraken of voorspellingen van Daniel, Paulus en Joannes, nopens den Antichrist, en de beschouwing van den staet der Kerklyke Genootschappen, leiden hem zo sterk hier toe op, dat zelfs de Godlykheid der Openbaringe daarmede, by hem, stae of valle. Uit dien hoofde laet hy zich, het voorgestelde deswegens in één oogpunt brengende, hierover indezervoege uit. ‘In beide de Heilige Boeken, zo der Jooden als der Kristenen, beroept men zig op de vervulling der te vooren bepaalde uitkomstenGa naar voetnoot(*), als het eenig en onfeilbaar ken- | |
[pagina 424]
| |
teeken tusschen eene waare en voorgewende openbaaring, op een treffende wyze worden wy geleid tot den Geest der Prophetsie, als het getuigenis van JesusGa naar voetnoot(†); hieruit volgt noodzakelyk, dat of deze voorzeggingen van 't Evangelie, die voor de tegenwoordige jaartelling van het kristelyk tydperk behoorden vervuld te zyn, vast en zeeker moeten gebeurd zyn, of anders is dit Euangelie valsch. Het groot onderwerp dezer voorzegging is een algemeene afval van den waaragtigen en redelyken Godsdienst van Jezus Kristus, tot een geheimzinnig, lasterlyk en afgodisch bygeloof, onder welkers bedriegelyken invloed, het volk hunne ooren zoude afwenden van de waarheid, de gezonde leer verwerpen, verdigtzelen en valschheid in deszelfs plaats aannemen: zoodanig een Godsdienst moet noodzakelyk in zyne grondbeginzelen, en in zyn geheel, dwalende zyn. Hierom dan, nadien iedere vastgestelde Kerk in het Kristendom, van de vierde Eeuw tot onzen tyd toe, gestigt en vastgesteld is, op een en het zelve Orthodoxe fundament, en allen dezelve voornaame grondarticulen van Godsdienst-Leer en Geloof hebben aangenomen, zo moeten zy noodzakelyk, of allen zyn afgevallen van het waare-kristen-geloof, volgens den inhoud dier voorzegging, of zoodanig een afval is niet geschied, en heeft nooit plaats gehad ----- met anderen woorden, of de kristen openbaaring is onwaar, of de godsdienst van iedere orthodoxe kerk in europa is fabelagtig en valsch.’ Uit het doorbladeren zo der Voorreden, als des Briefs, maken wy op, dat en de Heer Evanson en de Leden van het Genootschap vry sterk verhit zyn, en dat ze in hunnen yver een verkeerden weg inslaen, zo ze, gelyk we vertrouwen, het welzyn der Kerke waerlyk bedoelen. Geen recht welgeoefend Protestant, die de feilbaerheid zelfs der beste Kerkvergaderingen erkent, zal beweren, dat 'er hier en daer gene misvattingen in plaets hebben, of, zo hy ze zynes oordeels niet ziet, ten minste plaets kunnen hebben. En ieder, die zo Protestantsch denkt, zal 'er voor zyn, dat men door een ernstig onderzoek die misvattingen trachte te verbeteren, om der Waerheid en der Deugd bevorderlyk te zyn. In gevolge hiervan zullen ze ook gezamentlyk oordeelen, dat zy, die zulk een ernstig onderzoek wraken, en hunne Leer, als eene onfeilbare Leer, die niet onderzogt behoeft te worden, aen an- | |
[pagina 425]
| |
deren opdringen, den Godsdienst, en vooral den Protestantschen Godsdienst, in zynen aert niet recht kennen. - Maer zal men nu, gelyk in deze Papieren geschiedt, om dit onderzoek te bevorderen, om zodanig ene verkeerdheid uit te rooien, den weg van bitterheid inslaen? zal men iets nuts uitwerken, door geheele Genootschappen, en byzondere Leden in dezelven op 't strengste ten toon te stellen? door deze en gene Leerstellingen ten haet lykste als Antichristisch voor te dragen? terwyl men zelve, gelyk Evanson in dezen zynen Brief, Leerstellingen beweert, die, naer veler inzicht, met niet minder regt, Antichristisch genoemd mogen worden; des men elkanderen die haetlyke benaming, over en weder, zal toekaetzen. ----- Wy zien uit zodanig ene handelwyze meer verbittering dan verbetering te gemoet; en hoopen dat het Genootschap, indien het nog verdere poogingen ter bevorderinge van hun oogmerk aenwende, zich voorts bezadigder zal gedragen. |
|