Proeve van Tooneeloefening. Te Amsterdam, by A. Fokke Simonsz 1785. Iste Deel, in 4to. Behalven het Voorbericht, 144 bladz.
Deeze Proeve, welke, naar het oogmerk van den Schryver, zeer wel tot eene Handleiding kan verstrekken ter nuttige en leerzaame beoefening van het Tooneel, vangt aan met eene beschouwing van het nuttig gebruik des Schouwburgs; hierop volgen eenige aanmerkingen over het Treurspel in het algemeen, en daarnaa over eenige byzondere, als de Herodes en Mariamne, Claudius Civilis, Robbert de Vries, de Cid, don Louis de Vargas, Aleid van Poelgeest, Wolfaart van Borsselen, Elizabeth Woodeville, Gaston en Baijard, en eindelyk wordt dit Eerste Deel beslooten met eenige aanmerkingen over de Tooneelspelkunde in het algemeen, en over de Kunst van Acteeren en Declameeren in een Treurspel in 't byzonder.
Deeze Proeve laat zich zeer wel leezen, en, schoon dezelve weinig nieuws behelze, zal zy over het algemeen voor de zodanigen, die zich op deezen taak toeleggen, niet geheel onnuttig zyn. Van elk byzonder Treurspel, dat de Schryver behandelt, geeft hy, 1. de Geschiedenis op, indien hetzelve slechts eenigzins op eene waare Geschiedenis gegrond zy. 2. De Fabel, zynde de Geschiedenis, zo als dezelve door den Dichter in zyn Spel voorgedraagen wordt. 3. De Zeden der Persoonen of hunne Characters. 4. De Meeningen en gevoelens of redenen welke de Persoonen van hunne handelwyze geeven. 5. De