Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 349]
| |
Anecdoten wegens Rusland. In gemeenzaame Brieven, geschreven uit Petersburg. Door W. Richardson. Tweede Deel. Te Amsterdam, by J. Yntema, 1784. In gr. octavo, 201 bladz.Uit het berigt, dat we, by de melding van het eerste Deel deezer Anecdoten gegeeven hebbenGa naar voetnoot(*), heeft men kunnen opmaaken, dat deeze Brieven eene reeks van byzonderheden behelzen, die men met een leerzaam vermaak kan nagaan; en dat dezelven, terwyl ze ons deeze en geene opmerkelyke geschiedenissen ontvouwen, byzonder zeer wel geschikt zyn, om ons het nationaale character der Russen, uit hunne denken handelwyze, kennelyk te maaken. Ter nadere proeve hier van zullen wy, uit dit tweede Deel, dat voorts van denzelfden aart en de eigenste uitvoering is, als het eerste, eenen Brief overneemen, welke bepaaldlyk dit onderwerp betreft; waarin de Heer Richardson zig over het nationaale character der Russen aldus uitlaat. ‘De Russen hebben zekerlyk meer gevoeligheid dan bestendigheid. Zy hebben leevendige gewaarwordingen; maar daar zy zelden hunne reden gebruiken tot het vormen van algemeene regels van gedrag voor den loop des leevens, zyn hunne daaden, als voortvloeiende uit veranderlyke en wuste gemoedsbeweegingen, wispeltuurig en zelfs onbestaanbaar met elkander. Ik heb, by voorbeeld, gehoord, dat zy somtyds, in vertrouwelyken omgang, zichzelven uitlaaten in gestrenge of verontwaardigende uitdrukkingen tegen de tegenwoordige bestuuring der Staatszaaken. ----- “Dat zy altoos moeten geregeerd worden door Vrouwen of Vreemdelingen; of door Vreemdelingen, die, men weet niet hoe, verheven zyn; of door persoonen, die van zichzelven niets uitmuntends bezaten, luiden van gisteren, en die tot hooge waardigheden zyn opgeklommen door misdaaden en laage inschikkelykheid,” ----- zyn, by zulke gelegenheden, de gewoone Voorwerpen van hun misnoegen. Zy werken dan zichzelven op tot hestige aandoeningen, die zy beschouwen als deugdzaame verontwaardiging, en patriotsche gevoeligheid. Zy spreeken zelfs van veranderingen en omwentelingen: “Dingen”, zullen zy zeggen, “die eens gebeurd zyn, kunnen weêr gebeuren”; en dus bedaart de heftigheid hunner gemoedsbeweegingen, en wordt in woorden uitgeput. Andere gewaarwordingen komen op, en brengen andere overtuigingen mede. ----- “De tegenwoordige Regeering is gelukkig geweest in haare onderneemingen; men heeft laurieren geplukt; de Staatszaaken worden bestuurd met moed en wysheid; zy zelven leeven in veiligheid; en dit niet al- | |
[pagina 350]
| |
leen, zy genieten misschien rykdom en eer; hoe slecht zoude het dan in hun zyn om verandering te wenschen; hoe ondankbaar! hoe schuldig! zelfs aan verraad! zy verdienen straf! misschien zal die hun overvallen! hunne makkers kunnen eveneens denken als zy zelven! kunnen verontwaardiging gevoelen! of voor zichzelven vreezen! het gevaar is dringende, en moet voorgekomen worden.” Door zulk een nieuw stelsel van gevoelens wechgesleept, hebben zy berouw, belyden hun misdryf, en verraaden hunne vrienden door het diep gevoel, dat zy hebben van hunne overtreedinge. Uit hoofde van deeze uiterste, door de reden niet bestuurde of getemde, gevoeligheid, is het naauwlyks waarschynelyk, dat de Russen zelven, hoe zeer zy, by sommige gelegenheden, gevoeligheid, verontwaardiging, of vryheidsliefde, mogen te kennen geeven (gelyk ik sommigen hunner met meerdere heftigheid dan eenigen Brentfordschen vryheidszoon hebbe hooren doen) immer eenige groote omwenteling zullen uitvoeren, indien niet eenig behendig, indringend, en standvastig Vreemdeling zyn voordeel doe met hunne voorbygaande vervoeringen. De voornaamste bestuurders hebben doorzicht genoeg om dit gebrek des characters te bespeuren, en zyn, niettegenstaande zy, misschien, dikwyls bericht ontvangen van verraaderlyke gesprekken, evenwel zeer gerust. Terzelfder tyd toont deeze trek in het Volkscharacter der Russen, hoe noodzaaklyk het zy voor derzelver Vorsten, zonder dat men hen van onbetaamelyke achterdochtigheid kan beschuldigen, dat zy een waakend oog houden op derzelver daaden, en maaken kennis te hebben van derzelver heimelyke bedoelingenGa naar voetnoot(*). Ik geloove waarlyk, dat de onstandvastigheid, het afwyken van de waarheid, en zelfs de trouwloosheid, welke den Russen somtyds worden te last gelegd, niet zo zeer de uitwerksels zyn van bepaalde ondeugd, als van ongeregeld gevoel. Zy kunnen zich als ondeugend vertoonen, niet om dat zy han- | |
[pagina 351]
| |
delen uit verkeerde beginselen, maar dewyl zy geene bestendige beginsels hebben. Zy kunnen nooit tot zichzelven zeggen: video meliora proboque, deteriora sequorGa naar voetnoot(*), om dat zy, wat zy ook doen, of zelfs misdryven, altoos denken, dat zy rechtmaatig handelen. En dewyl zy zelden op het voorledene te rug zién, of zich over het toekomende bekommeren, hebben zy, in de aankweekinge hunner zedelyke beginselen, weinig voordeel van de ondervindinge. Zy zyn gebaarde kinderen; de schepsels van het tegenwoordige uur; zy zullen de driftigste genegenheid uitdrukken in de driftigste taale; zy zullen de dolste woede uitdrukken in de wraakzuchtigste bewoordingen. Maar, gelyk men niet te veel moet staat maaken op de voordeelen, welke men van hunne vriendschap meent te raapen, zo behoeft men ook niet grootlyks bevreesd te weezen voor hunne verouderde of heimelyke vyandschap. In oogenblikken van eene uitneemend goede luim, zal een Rus groote beloften doen; hy is hierin geheel oprecht; zyne gewaarwordingen doen hem op dien tyd belang stellen in uw geluk; maar die gewaarwordingen bedaaren, andere belangen neemen zyn hart in; hy had nimmer een oogmerk om u te bedriegen; maar zyne beloften worden niet vervuld. Indien gy over eenig voorval beangst schynt, en de zaak niet volkomen is zo als gy ze wenschte, neemt uw Russische vriend leverig deel in uwe wenschen; hy zoude niet gaarn uwe beangstheid willen vermeerderen, maar hy weet, dat de zaak niet volkomen is zo als gy ze begrypt; hy ziet 'er, evenwel, eenige omstandigheden in, die met uw verlangen overeenkomen; deeze zoekt hy uit; hy is onwillig u eene onaangenaame waarheid te vertellen; en indien hy u niet een behaagelyk verdichtsel vertelt, hy besust te minsten uwe ongerustheid. Strenge deugd moge dit misschien onoprechtheid noemen; maar de Rus bedoelt geen bedrog, en beschouwt zyn gedrag niet als bedriegelyk. Op gelyke wyze zult gy somtyds persoonen van den hoogsten rang, zelfs in tegenwoordigheid van vreemdelingen, in heftige twisten zien uitbersten, (voornaamelyk, wanneer zy met de kaart of op de billiard speelen) en elkander ten minsten met geweldige drift behandelen. By deeze gelegenheden wordt hunne eigen taal, al hadden zy te vooren Fransch of Hoogduitsch gesproken, het voertuig van hunne gebeden en wenschen; en de houding van derzelver spreekwyzen en uitdrukkingen schynt voor eene zo zuivere en eerbiedige verkeering beter geschikt dan die der westersche taalen. Weinige minuten daarna, zyn zy even bezadigd als of 'er niets gebeurd ware, en schynen elkander te liever te hebben om deeze voorbygaande opwellinge: Persoonen van eene zo ongeregelde gevoeligheid zyn, naar dat de gelegenheid is, zeer dapper, of zeer lafhartig; en zo zyn de | |
[pagina 352]
| |
Russen. Somtyds zal het geringste gevaar hen kleinmoedig maaken; en op andere tyden zoudt gy u verbeelden, dat zy onvatbaar waren voor vreeze, of geen gevoel van gevaar hadden. Deeze natuurlyke geschiktheid wordt in hun Leger verbeterd door de strengste krygstucht; het is volkomen bestaanbaar met dit bericht, dat kleine genietingen hen opvoeren tot het toppunt van gelukzaligheid, en dat geringe verliezen of te leurstellingen hen tot wanhoop nederslaan. In gevolge hiervan betuigen zy hunne gelukzaligheid door vertooningen van kinderlyke ligtzinnigheid; en hunne neerslagtigheid eindigt dikwyls in zelfsmoord. De onmiddelyke vertooning van straf, of het vooruitzicht van kwaad, dat hunne zinnen treft, mag hunne beweegingen bedwingen, maar is van weinig krachts, wanneer het buiten het gezicht of op eenen afstand geplaatst is. Een van hunne voornaamste Tooneeldichteren, en hy heeft inderdaad een groot deel vernufts, heeft, behalven de geweldige drift en heftigheid, welke aan zyn beroep gehecht zyn, ook te stryden met de voorbarigheid en ongeregelde gevoeligheid, welke zo gemeen zyn onder zyne Landsluiden. De Gouverneur van Moscow, alwaar hy doorgaans zyn verblyf houdt, had bevel gegeven, dat men een van zyne Treurspelen zou vertoonen. De Dichter werd zekerlyk geëerd door dit blyk van oplettendheid; en de Gouverneur bedoelde inderdaad denzelven eer aan te doen; ook was 'er niets, dat met reden tegen de vertooning konde ingebragt worden. Maar men had den Dichter in eene korsele luim aangetroffen. Hy stelde zich tegen de vertooning met onbetaamelyke geweldigheid, en behandelde den Gouverneur met ruwe oneerbiedigheid. De Keizerin, welke zich niets laat ontsnappen, ontving hiervan bericht; maar den geest des Dichters eerbiedigende, terwyl zy de dwaasheid van den Rus bestrafte, schreef zy aan hem met gemaatigde gestrengheid, en zeide hem: “Dat zy, hoe zeer ook vermaakt met zyne navolgingen der driften, de weezenlyke vertooning derzelve niet konde verdraagen.” Persoonen van het straks gemelde character zyn dikwyls vloeiend van taale, en welspreekend in hunne uitdrukkingen. Zy zyn ook geschikt, om door de vermogens der welspreekendheid bewerkt te worden. Zelven vol van gevoeligheid, neemen zy ligtlyk deel in de gewaarwordingen van anderen. Zodanig zyn de Russen. ----- Wanneer ik eens wandelde langs den Galerinhoff, op eenen tyd, waarin, door het wegneemen eener schipbrug, de gemeenschap tusschen die straat, en een tegen over liggend eiland, was afgebroken, zag ik eenen Rus, die wat beter gekleed was dan een gemeene boer, bezig met eenige koeien in eene boot te brengen, met oogmerk om dezelve na de overzyde te doen overvoeren. Hy had ze juist, met groote moeite en behulp van twee of drie | |
[pagina 353]
| |
schuitevoerders, aan boord gekregen, wanneer een onderofficier, met eenige soldaaten, op de plaats kwam, en ook groote haast scheen te hebben om over de rivier te komen. 'Er was geene andere boot; hy beval daarom, op een toon van groot gezach, den vetweider, of ossenhoeder, of wat hy ook ware, zyn vee uit de boot te neemen, en hem onmiddelyk te laaten oversteeken. De Rus wilde hier node aan; de Officier drong 'er op; de Rus sprak 'er tegen; de Officier werd toornig; de Rus sammelde nog; en een soldaat sprong, om der gramschap van zynen bevelhebber genoegen te geeven, in de boot, gaf den man een slag, en smeet deszelfs muts af. De Rus stelde zich, oogenbliklyk, en men zou zeggen door eene onvrywillige aandrift, in eene der schoonste houdingen, welke ik ooit gezien heb. Hy droeg een lang kleed, dat met eenen gordel om zyn lichaam was vastgehecht; zyn voorhoofd was hoog en kaal; het hair aan het achterste gedeelte des hoofds was kort en grys; zyn baard lang; zyne trekken wel gevormd; en zyn gelaat scheen, niettegenstaande den hoon, welke hem was aangedaan, niet ontsteld; hy ligtte zyne handen op; hy pleitte met nederige onderdaanigheid; hy klom toen op tot tegenspreekende toonen; daarna sprak hy om medelyden te verwekken: en stortte eindelyk eenen stroom van woorden. Elke verandering in zyne aanspraak werd gevolgd door overeenkomstige veranderingen in het gelaat en de houding des Bevelhebbers, tot welken zy gericht was. Tot dat hy, ten laatsten, geheel ondergebragt, zich keerde tot den geenen, welke den klap gegeven had, en denzelven sloeg op eene verwoede wyze. De Redenaar nam, ondertusschen, zyne muts op, zette dezelve op zyn hoofd met eene zegepraalende houdinge, en roeide onmiddelyk wech met zyn vee, na zich eens of tweemaal voor den Bevelhebber gebogen te hebben, terwyl deeze bezig was den soldaat te kastyden. ----- Dat de Russen, van allerlei rang, zeer veel van muziek houden, is niet minder bestaanbaar met het voorgaande bericht, dan hunne vermogens en vatbaarheid voor de welspreekendheid. Met één woord, de gebreken in het nationaale character der Russen schynen my toe, meest te ontstaan uit gebrek van beschaavinge. Indien zy geleerd wierden het voorledene te overdenken, en het toekomende vooruit te zien, zouden zy ook aanleiding krygen tot het vormen van grondstellingen en algemeene regelen ter bestuuringe van hun gedrag. Zy zouden dan luisteren naar de reden, en zedelyke beginsels zouden hun gezach weder krygen. Maar zy zullen nimmer nadenken of vooruitzien, tot dat zy door eenig bovendryvend belang tot deeze beoeffeningen bewogen worden: en zulk een belang kunnen zy nimmer hebben, tot dat zy eene volkomen veiligheid hebben voor hunne persoonen en bezittingen. Hoe moet dit te wege gebragt worden? Dit is een gewich- | |
[pagina 354]
| |
tig vraagstuk, en groot en onsterflyk zou de roem zyn van den Vorst, die inderdaad verlangde deszelfs oplossing te verstaan. Onsterflyk zou de roem zyn van den Vorst, welke meer dan twintig milioenen menschen wilde herstellen in het bezit der rechten van verstandige en redelyke weezens. Maar moet dit heldenstuk verricht worden door éénen persoon, en op eens? Dit geloove ik niet. Het moet het werk des tyds zyn, en door elkander opvolgende veranderingen voortgezet worden. Op eens vryheid te geeven aan twintig millioenen slaaven, zoude hetzelfde zyn als of men zo veele roovers en vernielers op het menschdom los liet. Eer Slaaven het volle bezit der Vryheid kunnen ontvangen, moeten zy derzelver zegeningen leeren kennen, smaaken, en gebruiken. Dit, evenwel, moet trapswyze geschieden; en, wanneer men het naar een geregeld ontwerp wil doen, moeten zy, welken zulke dingen in hunne magt hebben, letten op den groei der Vryheid op die plaatzen, in welke zy van zelve, en zonder eenig voorbedacht oogmerk, voortsproot. Indien een willekeurig Vorst bedoelde den grondslag van een zo voortreffelyk bestek te leggen, zoude het misschien oorbaar zyn te beginnen met groote voorrechten te geeven aan Steden, in welke koophandel gedreven, en handwerken geoeffend wierden. Het zoude ook dienstig zyn zodanige Landschappen in hunne rechten te herstellen als voormaals eenige vryheid mogten genoten hebben, van welke zy nog eenige streelende geheugenis konden behouden hebben. Ik ben te meer genegen deeze gedachten op het papier te stellen, dewyl sommige Russen, en vooral die in de nabuurschap van Archangel, die, gelyk ik gehoord heb, grootere voorrechten genieten dan hunne broeders, doorgaans beschreven worden als eerlyk, bekwaam, en naarstig, en, inderdaad, van een character zeer verschillende van dat der overigen. Maar ik laat zulke Utopische bespiegelingen vaaren; en zal alleenlyk myne wenschen te kennen geeven, dat het kleine gedeelte des menschlyken geslachts, dat weezenlyke Vryheid geniet, dezelve moge behouden, en 'er een betaamelyk gebruik van maaken.’ Uit een laateren brief kan men afleiden, dat iemand den Heere Richardson eene bedenkelykheid geopperd heeft, tegens zyne gedagten wegens het Volkscharacter der Russen; welke bedenkelykheid hy in dien Brief beantwoordt; waarom we dit zyn antwoord ook hier plaats zullen geeven: dus luidt het. ‘Waarlyk, myn Heer, ik moet nog by myn gevoelen blyven, dat de Russen, in het algemeen, een groot deel van kwalyk geregelde aandoenlykheid vertoonen. Dit is een character, waarvan men dikwyls voorbeelden ziet in byzondere persoonen. Maar ik onderstelle, dat Rusland het eenige land is, waarin het zich zo algemeen voordoet, dat het een hoofd- | |
[pagina 355]
| |
trek worde in het nationaale character. Het vertoont zich, denke ik, in de onbestendigheid der Russen, in derzelver wispeltuurigheid, en schielyke overgangen van den eenen hartstocht, of den eenen staat des gemoeds, tot den anderen. Men heeft hun trouwloosheid te last gelegd; evenwel ben ik geneigd om te gelooven, dat de verschynselen, ter staavinge van eene zodanige beschuldiginge ingebragt, by nauwkeurige naspooringe, dikwyls zouden blyken niets anders te zyn dan de veranderingen en grillen van ongeregelde gevoeligheid. Men kan hier niet tegen inbrengen, dat zy, in veele gevallen, sterke blyken van wreedheid vertoonen. Gy zult met my toestemmen, indien gy u bedenkt, dat gevoeligheid en aandoenlykheid de menschen kunnen vervoeren tot gramschap en verontwaardiging. Deeze gemoedsbeweegingen kan men als zeer gepast aanmerken; en, indien dit gebeure in gemoederen, die niet gewoon zyn aan bedaard overleg, zullen derzelver geweldige buitenspoorigheden weinig wederstand vinden; en dit is nog meer het geval, wanneer de zeden der luiden ruw en onbeschaafd zyn. Menschen van groote aandoenlykheid, of, in andere woorden, menschen, die ligtlyk bewogen worden, zyn, zelfs in beschaafde tydperken, meer dan persoonen van eene koelere en minder aandoenlyke gesteltenisse, in gevaar van vervoerd te worden door kwaadaartige en onmenschlyke heftigheid, indien hunne driften niet onder behoorelyke bestuuring staan. De Grieken waren een gevoeliger Volk dan de Romeinen, evenwel vertoont een schrander waarneemer, en uitmuntend oordeelaar, over de menschlyke natuur, hen, als bloeddorstiger en wreeder. “Hoe egit civis Romanus ante te nemo. Externi isti sunt mores. Usque ad sanguinem incitari solet odium, aut levium Graecorum, aut immanium BarbarorumGa naar voetnoot(*).” De uitdrukkingen en spreekwyzen van genegenheid zyn onder de Russen zo buitenspoorig, als die van hun schelden grof en geweldig zyn. De zachtheid en rykheid hunner taale pleiten ook voor myn gevoelen. ----- Met één woord, geef den Russen bestendigheid en standvastigheid van geest, het zy uit zedelyke bedenkingen, het zy uit zucht voor hun belang; leer hen uit vaste beginselen te handelen, en gy zoudt schielyk zien, dat zy zo wel een achtenswaardig, als moedig, Volk wierden.’ |
|